Verontwaardiging, Bezetting, Opstand. Het Jaar 2011 Libertair Bezien
Het jaar 2011 was sociaal gezien ongekend woelig. Velen pikten het niet meer om met zich te laten sollen en kwamen in verzet. Is daar een bepaalde vorm van anarchisme in te herkennen?
In het onlangs uitgekomen nummer van Réfractions (nr. 28, lente 2012) gaat een aantal auteurs op deze vraagstelling in. Het moge duidelijk zijn: de antwoorden zijn divers. Want de ene actie is de andere niet. De Occupy-beweging in de grote steden van de wereld laat zich niet vergelijken met wat zich in het zelfde jaar, 2011, in een aantal Arabische landen afspeelde.
Een enkel opvallend punt van gelijkenis is het gebruik van de communicatienetwerken op Internet. Ook is opvallend dat het bij de organisatie van vele acties om vormen van zelforganisatie ging. Tevens viel de weigering op om leiders te accepteren (organisaties noch individuen). In dat geval was er duidelijk sprake van een libertaire inslag.
Wat de verschillen aangaat, kan worden onderstreept dat in de Arabische landen het doel een onmiddellijke was: de omverwerping van dictaturen. Dit is in contrast met de bewegingen van de ‘verontwaardigden’. De doelen daarvan zijn zeer verschillend, met een gemeenschappelijk element: hun vijand in de vorm van speculerende financiers en banken, grootbezitters, dwingende politici.
Hebben anarchisten hier een inbreng die verder reikt dan de enkele deelname aan bepaalde acties? Als het om voorstellen gaat betreffende een alternatieve, libertaire samenleving, dan lijken de anarchistische geluiden onhoorbaar en niet ter zake. De redactionele commissie die het betreffende nummer van Réfractions maakte, die ook het redactioneel schreef waaruit ik het bovenstaande overnam, voegt daar nog het volgende aan toe.
Vanuit een theoretische invalshoek moet worden erkend dat het algemene effect van het optreden van bewegingen in een bepaalde periode alleen achteraf is te beschrijven. Dit kan niet dienen als leidraad voor acties in het heden. Maar anarchisten kunnen wel reeds nu beginnen op verschillende niveaus:
(a) in de hoedanigheid van deelnemers aan de bewegingen, kunnen ze voorstellen doen en het initiatief nemen om autonome, lokale organisaties op te zetten en deze trachten zich te laten federeren;
(b) in de hoedanigheid van erfgenamen van de geschiedenis van sociale strijd kunnen zij dienstverlening opbouwen zoals het inrichten van een bibliotheek, het schrijven van vertogen en analyses, het houden van inleidingen;
(c) in de hoedanigheid van dragers van een van de mogelijke ‘utopieën’ kunnen zij ideeën de lucht in gooien zonder zich veel te bekommeren wie ze in de dwarrelende vlucht opvangt…
De verschillende bijdragen lijken hierop geschreven omdat een aantal ervan duidelijk informerend is opgezet, zoals het betoog over de Arabische wereld en de rol van de Islam, de democratie en het recht daarin, van Pierre Sommermeyer. Onder de titel ‘De schokkende tijd van de opstanden’ beschrijft en vergelijkt Thomas Ibanez een aantal woelingen in de afgelopen decennia. Bernard Hennequi doet hetzelfde maar dan over andere actievormen onder de titel ‘Van noodzakelijk tot onvermijdelijk of Van verontwaardiging tot opstand’.
Het interessantste betoog voor mij is dat van Daniel Colson over breuklijnen in de geschiedenis, met name dan de discontinuïteiten van het anarchisme (een samenvatting van zijn betoog vindt u elders op deze site; klik HIER). Daarin is meegenomen een overdruk van een korte verhandeling over het begrip ‘volk’ zoals dat door anarchisten wordt gebruikt. Dit wordt bekeken in het licht van het populisme. Het blijkt hoe zeer een en ander uit elkaar ligt. De verhandeling dateert uit 1909 !
Verder wil ik nog wijzen op een informatief artikel getiteld ‘Gandhi: van antiliberalisme tot niet-gewelddadig anarchisme’ van Manuel Cervera-Marzal. Als gebruikelijk wordt het nummer besloten met boekbesprekingen.
Thom Holterman
RÉFRACTIONS, nr. 28, voorjaar 2012, thema Indignations…Occupations…Insurrections, 191 blz., prijs 15 euro.