Spring naar inhoud

Convivialisme: De Kunst Van Het Samenleven. Een Manifest

24/11/2013

ManCon

Over de hele wereld houden tienduizenden organisaties en associaties zich bezig met het leveren van een bijdrage aan een fatsoenlijke menselijke samenleving. De spreiding van die gedachte verloopt traag. Daardoor hebben nog steeds krachten vrijspel, die mensen met behulp van allerlei vormen van geweld knechten en die systemen opzetten voor het op korte termijn behalen van winst ook al zijn daarbij vormen van zelfdestructie in gebruik.

Wat hebben die vele tienduizenden organisaties en hun vele miljoenen aanhangers in hun verzet tegen geweld en destructie gemeen? Op die vraag is een veertigtal mensen gaan zitten broeden. De Franse socioloog Alain Caillé is daarvan de woordvoerder geworden. Tevens is hij redacteur van het manifest dat de discussie binnen de kleine groep heeft opgeleverd. De titel ervan luidt Manifeste convivialiste, Déclaration d’interdépendance (Convivialistisch manifest, Verklaring van onderlinge afhankelijkheid).

Convivialiteit

Bij het zien van het begrip convivialiteit moest ik onmiddellijk denken aan de radicale maatschappijcriticus Ivan Illich (1926-2002). Dat bleek terecht. Het vertrekpunt voor de gedachte om aan een manifest te werken, ligt namelijk bij een colloquium in juli 2011 in Tokyo. Dat colloquium was georganiseerd om het gedachtegoed van Ivan Illich te overdenken. Er werd aan deelgenomen door drie Fransen onder wie de econoom Serge Latouche, die zich vooral bezighoudt met het bestrijden van het groei–denken en de socioloog Alain Caillé.

De laatste is hoofdredacteur van een tijdschrift dat zich richt op anti-utilitarisme in de sociale wetenschappen. In zijn afkorting heet dat tijdschrift Mauss. Deze naam is niet toevallig uitgerold. Hij komt overeen met die van de grondlegger van de Franse antropologie Marcel Mauss (1872-1950). Deze publiceerde een essay over de gift (Essai sur le don, 1923-1924), dat grote bekendheid heeft verworven. Bij Mauss betekent convivialisme: zoeken naar de wegen hoe samen te leven zonder dat men elkaar afslacht.

Dit is dus een ruimere invulling dan men in een vertaling van dat woord in de Grote Van Dale Frans/Nederlands vindt: gezelligheid, gastvrijheid. Het verklarend Frans woordenboek Le Petit Robert kent aan ‘convivialité’ ook de volgende betekenis toe: ‘positieve verhoudingen tussen personen in de boezem van de samenleving’. In ieder geval is hiermee de richting van denken gegeven, als de term convivialiteit valt.

OmslagCon

Na de bijeenkomst in Tokyo heeft Caillé een concept tekst geschreven over convivialiteit. Die heeft hij verspreid onder een veertigtal intellectuelen uit de francofone hoek. Het betrof mensen uit de beweging van andersglobalisering, de ecologie en de christelijk-sociale hoek. Allen bleken bereid over het concept te discussiëren. Het resultaat ervan is vervolgens voorgelegd aan dezelfde groep aangevuld met een twintigtal andere personen. Uiteindelijk heeft dit tot het Convivialistische Manifest geleid.

Mijn aandacht richt zich eerst op het weergeven van de kern van het maatschappijkritische gedeelte in de tekst. Vervolgens lever ik vanuit een anarchistische optiek commentaar op een onderdeel van de stellingname in het manifest. Daarna noem ik enkele actiepunten die in het manifest zijn opgenomen.

Maatschappijkritische analyse

Geopend wordt door de auteurs met een verwijzing naar de vier grote politieke ideologieën van de moderne tijd: liberalisme, socialisme, communisme en anarchisme. Deze worden ontoereikend geacht voor het formuleren van de antwoorden op de maatschappelijke vraagstukken van deze tijd. Het verwijt aan het adres van deze ideologieën is, dat ze te stil zijn wat de morele en ecologische kwestie betreft.

Alle krijgen verweten dat ze ervan uitgaan, dat strijd tussen mensen voortvloeit uit materiële schaarste en de moeilijkheid om in de materiële behoeftes te voorzien. Zij houden daarom hun hoop gericht op een perspectief van een oneindige economische groei. Zij gaan daarbij voorbij aan het feit dat oneindige groei niet de blijvende oplossing is van de strijd tussen mensen.

Op de problemen van nu en morgen, zo gaat het manifest verder, weten de politieke instituties van diverse pluimage niets anders dan antwoorden van gisteren te geven. Overigens geldt dit ook voor de intellectuele en wetenschappelijke wereld, met in het bijzonder de sociale wetenschappen en de moraal– en politieke filosofie, aldus het manifest.

Dan komt het manifest tot de kern waarom het mij te doen is. Het algemene verkapitaliseren van de wereld en de onderwerping van alle menselijke activiteit aan één norm, die van commerciële handel, gedekt door de vlag van het neoliberalisme, hebben geleid tot een soort contrarevolutie in het economische, politieke, en sociale denken. Het betreft een intellectuele contrarevolutie, die zijn hoogtepunt vond in het idee van het ‘einde van de geschiedenis’. Daarin brak door de planetaire triomf van de markt. Die strekt zich uit over alle menselijke activiteit en over een democratische orde, die onderworpen is aan één enkel doel (winst maken).

Bankier

Bankier

Omdat de gevestigde economische wetenschap zijn activiteiten beperkt tot het bespreken en bestuderen  van wat er op de goederen en diensten markt gebeurt, wordt de mens alleen begrepen als homo economicus. Dit betekent dat deze economie gebaseerd is op de hypothese, dat mensen in de sfeer van de markt beschouwd moeten worden alsof het enkelingen zijn. Zij verhouden zich tot elkaar als wederzijds onverschillig en hun enige zorg is het maximaliseren van hun individuele voordeel.

Deze hypothese maakt mogelijk om binnen de economie de maatschappelijke gang van zaken te verklaren met behulp van rationele economische berekeningen waarin financiële winstgevendheid de leidraad vormt. Vervolgens, zo wordt in het manifest verwoord, zijn de sociale wetenschappen in de pas met economen gaan lopen. Wat de politieke filosofie aangaat, is die zich gaan bezighouden met het vraagstuk hoe de normen voor gerechtigheid te definiëren en deze vervolgens geaccepteerd te krijgen. Het zal niemand verbazen dat hetzelfde in de sfeer van de rechtswetenschap is geschied, zo kan ik daar aan toevoegen. Alles is ondergeschikt gemaakt aan ‘de economie’.

Vanaf de beginjaren 1980 is in de Angelsaksische wereld de deur wagenwijd opengezet – zo formuleert het manifest – voor een zodanige vernietiging van sociale en politieke vormen van regulatie, dat alleen die van de marktregulering zijn overgebleven. Want in de optiek dat mensen slechts economische wezens zijn, kunnen zij geen enkele andere ‘taal’ meer begrijpen dan die van de markt. Het uitgangspunt van het ‘nieuwe management’ is hierop gebaseerd.

Als men er vanuit gaat dat er geen enkele intrinsieke motivatie voor het verrichten van arbeid is (zoals de zin en het verlangen om iets te creëren, solidariteit), dan zit er niets anders op de extrinsieke motivatie voor arbeid te activeren. Met dit laatste wordt verwezen naar de zucht tot verdienen, carrière en winst maken. Daarop worden extern gegeven prikkels gericht, zoals die van de wil tot overheersen (het aanspreken van het libido dominandi). Met behulp van screeningsmethodes als individuele resultaatsvergelijkingen en verregaande vastlegging van werkactiviteiten, wordt het zogeheten lean management gehanteerd om mensen te ‘sturen’ op grond van angst en stress.

Als het enige individuele doel is zoveel mogelijk geld te verdienen, waarom zou het dan niet rationeel zijn dat ook zo snel mogelijk te doen. Dit zet de poort open tot financiële speculatie. De algemene handelsnorm van winst maken wijst zo in de richting van de vanzelfsprekendheid naar de norm van de maximale speculatieve winstgevendheid. Dat is wat we in de voorbije ruime eeuw hebben gezien: goudspeculatie, oliespeculatie, vastgoed speculatie. Met telkens als premie: financiële crisis. Kortom wordt het geen tijd om heel anders over economie en maatschappij te denken? Het manifest wil daar de opzet voor zijn.

Anarchisme

Zoals we zagen wordt in het manifest gepleit voor het gebruik van het begrip convivialisme. Een van de argumenten er voor is dat dit begrip elementen omtrent het denken over maatschappij en individu bevat, anders dan die aanwezig zijn in de vier genoemde grote ideologieën van de moderniteit. Onder die vier bevindt zich het anarchisme. Dit laatste bevreemdt mij zeer.

Wat het met de andere genoemde ideologieën tegengeworpen krijgt, is dat het te zwijgzaam is over de morele en de ecologische kwestie. De eerste kwestie houdt zich bezig met wat individuen enerzijds mogen hopen en waar zij zich anderzijds van moeten onthouden. De tweede kwestie betreft de houding aangaande natuur en milieu. Dit soort zaken kan alleen worden gezegd als men de anarchistische literatuur niet heeft bestudeerd. En waar het vandaan wordt gehaald, dat het anarchisme zich zou baseren op het perspectief van een oneindige economische groei, is mij een volstrekt raadsel.

motorcycling

Vermoedelijk is er iets heel anders aan de orde. Al nadenkend over de andere verhoudingen tussen mensen onderling en de verhouding mens en maatschappij, heeft het intellectuele gezelschap zich gaandeweg gerealiseerd in anarchistisch vaarwater te zitten. Maar voor een groep die met een manifest de wereld op een andere koers wil zetten, is het wat al te gewaagd dit onder de noemer van het anarchisme te doen. Dus is het strategisch beter het samen met andere ideologieën af te wijzen – ook al zijn de argumenten ervoor onjuist, maar wie weet dat. Daarna kan men een andere term introduceren, te weten convivialisme. Dat betreft overigens geen nieuwe leerstelling, geven de auteurs van het manifest toe (p. 25).

Nu ga ik hier niet verder een uitleg omtrent het anarchisme geven. Ik zal slechts enkele punten noemen om mijn oppositie tegen de verkeerde aanname in het manifest te onderstrepen. Zo is wat de moraal betreft te wijzen op Peter Kropotkin’s Ethiek, de zedelijkheid, haar oorsprong en ontwikkeling [1922] (Nederlandse vertaling, 1932). In de ‘common decency’ als morele categorie waarnaar het manifest expliciet verwijst, lees ik de naam van George Orwell, een gewaardeerd auteur in libertaire kring. Wat de ecologie (milieu, natuur) aangaat, is te wijzen op het omvangrijke werk van Élisée Reclus. Deze aandacht loopt tot in ons tijdperk door, zoals met het werk van Murray Bookchin.

De term convivialiteit is op een nadrukkelijk manier aanwezig in de denkbeelden van Ivan Illich, die in libertaire kring gewaardeerd wordt en die zelf de invloed van anarchistische denkers heeft ondergaan (denk aan Paul Goodman). Letten we op de ondertitel van het manifest luidend ‘Verklaring van onderlinge afhankelijkheid’, dan is hier een onmiddellijke verwijzing in te lezen naar Kropotkin’s ‘Wederkerig dienstbetoon’, een leerstuk dat al meer dan een eeuw deel uit maakt van het anarchisme. Iemand die in ons tijdperk een studie van het anarchisme heeft gemaakt, komt gelet op het voorgaande terecht tot de slotsom, dat het anarchistische mensbeeld te duiden is als ‘communal individuality’ (Alan Ritter).

In libertaire kring wordt de hypothese van de homo economicus verworpen en wordt, mede tot uitdrukking komend in het werk van Kropotkin (wederkerig dienstbetoon), de mens als een sociaal en moreel wezen begrepen. Dat wezen gedijt het best in kleine, relatief egalitaire sociale structuren waarin dominantie, narcisme en hebzucht kunnen worden geneutraliseerd (geformuleerd in de bewoordingen ontleend aan Mark van Vugt, evolutionair psycholoog; zie de Volkskrant van 14 september 2013).

Zouden we moeten spreken over de structurering van de maatschappij, dan kan men er niet omheen te wijzen op het federalisme (à la Proudhon) en zou de term sociocratie (Kees Boeke) in gebruik kunnen worden genomen. Ik zie ook niemand in libertaire kring zich verzetten tegen een van de uitgangspunten in een betoog van Alain Caillé zelf : ‘Neen, de groei vormt niet meer onze horizon!’.

1 on the beach

Het Manifest

Met het voorgaande wil ik niet beweren dat het Convivialistisch Manifest een anarchistisch manifest is. Zeker niet. Ik heb met het voorgaande alleen willen aangeven dat het anarchisme in een volstrekt verkeerd daglicht is geplaatst.

Het manifest staat op zichzelf en kan wellicht gebruikt worden door hen, die de grondvesten van de sociaaldemocratie willen heruitvinden. De sociaaldemocratie is in veel landen, waaronder in Nederland, de weg volstrekt kwijt geraakt. Die heeft zich namelijk ingeschreven in het neoliberalisme. Het manifest wijst het pad aan om daar weer uit weg te komen. Maar dat zal nog een hele toer voor de sociaaldemocraten worden.

Zo zal naast andere zaken een conviviale, associationistische maatschappijstructuur en een sociale en solidaire economie moeten worden opgezet, die steunt op alle mogelijke modaliteiten van participatieve democratie. Voor het opzetten en uitdenken ervan is aan te sluiten bij wat op kleine en grotere schaal in alle werelddelen partieel al in beweging is. Het manifest erkent: het meest moeilijke zal zijn om daarvoor op wereldschaal de publieke opinie te laten kantelen in de aangegeven richting.

Het manifest geeft ook andere voorbeelden waarvan ik denk dat die zich al partieel laten uitvoeren, zoals de creatie van een basisinkomen (revenu de base) voor iedereen en een progressieve afbouw van buitensporig (onzedig, ‘indécent’) hoge beloningen door middel van het creëren van een, voor iedereen geldend, maximum inkomen (revenu maximum). Dit laatste is een uitdrukking van wat het manifest noemt: de strijd tegen alle vormen van grenzeloosheid en mateloosheid. Ga er maar aanstaan!

Thom Holterman

MANIFEST CONVIVIALISTE, Déclaration d’interdépendance, Éditions Le bord de l’eau, Lormont, 2013, 39 blz., prijs 5 euro.

Aantekeningen

[ 1 ]  Naast het manifest heb ik ook gegevens ontleend aan een kort artikel van Alain Caillé in Marianne van 24-30 augustus 2013, getiteld ‘Non, la croissance n’est plus notre horizon!’ en het vraaggesprek met hem in La Vie van 17 juni 2013 ( te lezen op internet, klik HIER). Bij mijn verwijzing naar het complete falen van de sociaaldemocratie,  maakte ik gebruik van het artikel in Marianne van 28 sept.-4 aug. 2013, getiteld ‘Le fiasco de la social-démocratie’.

[ 2 ]  Op de site van Philippe Sollers wordt aandacht besteed aan Orwell et la ‘common decency’, Le libéralisme et la morale commune door de Franse filosoof Jean-Claude Michéa. Daar ziet men ook Michéa in gesprek met Alain Caillé (klik HIER). Van Philippe Sollers zelf is te lezen zijn bijdrage ‘Orwell, cet anarchiste conservateur’ (klik HIER).

Een bespreking van een boek dat een introductie levert op het denken van Ivan Illich vindt men op deze site (klik HIER).

[ 3 ]  Wat het anarchisme betreft verwees ik naar het boek van Alan Ritter, Anarchism: A Theoretical Analysis (1980). Dit is integraal op internet te lezen (klik HIER); zie met name daarin het hoofdstuk ‘The Goal of Anarchisme: Communal Individuality’ (klik HIER).

Voor Peter Kropotkin kan men ook op internet terecht (beide Engelse versies): Ethics: Origin and Development (klik HIER) en Wederkerig dienstbetoon [1902] (klik HIER).

[Beeldmateriaal van de Rotterdamse dichter en illustrator Manuel Kneepkens.]

Advertentie
2 reacties leave one →
  1. Bert van den Bosch permalink
    24/11/2013 16:38

    Thom maak je wel eens cryptogrammen?

    “Alles is ondergeschikt gemaakt aan ‘de economie’.”

    Het idee dat ten grondslag ligt aan ons Europese denken is:
    “Wie niet werkt, zal niet eten”.

    Analyseren we dit idee praktisch/ semantisch objectief dan zou
    een baby zich niet eerder aan de borst van zijn moeder mogen
    voeden als vorens een arbeidsprestatie geleverd te hebben.
    In feite is het denkbeeld dat we arbeidsprestaties zouden hebben
    te doen om te mogen eten waanzin.

    Een waanzin, die is ontstaan uit een onware exegese van de Bijbel.

    Thom is het niet zo dat voor een boreling alles gratis is en deze niet
    anders doet dan zijn driften/behoeften bevredigen.

    Welk bezit wat we materieel hebben verworven kunnen meenemen
    als we overlijden(over het aardse lijden heen zijn)?

    Is het in feite niet zo dat onze “economische wetenschappen”
    gefantaseerde wetenschappen zijn, want alles wat we op aarde
    nodig hebben is toch gratis beschikbaar voor iedereen.
    Alle materie die we nodig hebben om op aarde te leven
    zijn gratis beschikbaar.

    “Het verklarend Frans woordenboek Le Petit Robert kent aan ‘convivialité’ ook de volgende betekenis toe: ‘positieve verhoudingen tussen personen in de boezem van de samenleving’.”
    Hieruit valt af te leiden, dat onze verhoudingen niet positief zijn.

    Gaarne jouw reactie op de mijne.

    Groet…Bert.

    • tijdschriftdeas permalink*
      24/11/2013 22:52

      Neen Bert, ik maak nooit cryptogrammen. Verder staat je reactie open voor iedereen.
      Saluut, Thom.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

%d bloggers liken dit: