Marx versus Stirner. ‘Dictatuur van het Proletariaat’ versus ‘Het Individu’
Marx en Stirner leefden in de negentiende eeuw. Marx wat langer dan Stirner. De laatste schreef het boek getiteld, De enige en zijn eigendom, dat scherp door Marx is gekritiseerd. Stirner heeft die kritiek niet kunnen lezen, omdat het niet bij zijn leven werd uitgegeven. Er is dus geen reactie van hem op die kritiek, wel van anderen.
Beiden hadden heel verschillende opties met betrekking tot de verandering van de wereld. Daarom lijkt het merkwaardig dat Marx en Engels zich zoveel moeite hebben getroost om zich negatief en vaak laatdunkend over Stirner en zijn zienswijze uit te laten. De Duitse anarchist Jochen Knoblauch heeft zich ondermeer hiermee in zijn onlangs verschenen informatieve boek beziggehouden. Het draagt als titel Marx vs Stirner. Ein Versuch über Dieses & Jenes.
Der Einzige, De enige
Max Stirner (1806-1856), pseudoniem voor Johann Caspar Schmidt, heeft tot de Berlijnse kring van linkshegelianen behoord, ‘Die Freien’ geheten. Karl Marx (1818-1883) en Friedrich Engels (1820-1895) hebben deze kring bestreden. Stirner en Marx zijn elkaar nooit tegen gekomen. Stirner trad tot de kring toe, toen Marx Berlijn al had verlaten. Engels daarentegen moet Stirner kort gekend hebben.
Het boek van Stirner dat veel ophef verwekt, Der Einzige und sein Eigentum, verschijnt eind 1844, maar draagt als verschijningsjaar 1845. Knoblauch legt uit hoe dat verschil in jaartal te maken heeft met het ontwijken van de effecten van de heersende overheidscensuur. De censoren hebben inderdaad beslag gelegd op wat er nog van de oplage van Der Einzige over was. Het boek werd evenwel weer vrijgegeven met als opmerking dat ‘het werk te absurd is om gevaarlijk te zijn’, zo noteert Knoblauch.
Hoe dan ook, Stirner’s boek kwam wel uit en verscheen vervolgens in diverse herdrukken; tot en met een nieuwe Nederlandse vertaling in 2012. Dat liep anders met de door Marx/Engels bezorgde tekst, Die deutsche Ideologie, waarin – ondermeer – op Stirner kritiek werd geleverd. Zij schreven die tekst in de jaren 1845/1846 maar werd pas in 1932 voor het eerst gepubliceerd. Het deel dat de Stirner-kritiek bevatte, verscheen als St.Max in 1903/04.
De marxisten maakten zich er vrolijk mee door over Sint / Saint / Sankt of ‘Heilige Max’ te spreken of hem zelfs Sancho te noemen (Pansa, de wapendrager van Don Quichote). Dit allemaal om libertaire ideeën belachelijk te maken, iets dat marxisten, leninisten, stalinisten tot op het laatste bleven doen, zo schrijft Knoblauch – met voetnoten belegd.
Dictatuur van het proletariaat
Zonder hier verder in detail te treden – Knoblauch heeft dat voor ons gedaan in zijn boek – is de vraag te stellen: welke zin moet het voor Marx en Engels hebben gehad om zo fel en onheus naar Stirner uit te halen? Toen Marx/Engels zich met de tekst De Duitse ideologie bezighielden, waren zij hun gedachten aan het ordenen. In de Marx/Engels kringen heet het een belangrijke periode te zijn voor de uitwerking van de filosofische, theoretische grondslagen van de marxistische partij. Er sprake is van het vrijkomen een buitengewone ideeënrijkdom bij hen, zo wordt dan gezegd. Hun denken moest kortom nog in lettergrepen worden gevat en wat is dan mooier om je tegen iemand af te zetten. Bovendien hadden zij van Stirner in organisatorische zin niets te vrezen. Zij dachten immers in termen van het opzetten van een grote arbeidersorganisatie waarvan zij dan de leiders zouden zijn, terwijl Stirner’s tekst in het geheel niet verwijst naar een arbeidersorganisatie.
Zijn tekst concentreert zich op het individu, Der Einzige. Als je je zelf bent en weet wat je wilt, dan heb je geen leider nodig. Dit wijst op het idee van een persoonlijkheid die zegt: ik wil niet leiden noch geleid worden. Dat is dus een libertaire persoonlijkheid. Marx/Engels waren op volgelingen uit, het liefst slaafs. Hun ideologische nazaten zoals Lenin, Stalin, Mao hebben dit overgenomen en wie niet slaafs wilde volgen, zou het voelen. Miljoenen mensen hebben daar dan ook – onder de dictatuur van het proletariaat – voor moeten sterven. Knoblauch merkt hier nog over op dat Marx natuurlijk niet verantwoordelijk is te houden voor wat Stalin of Pol Pot misdaan hebben, maar wel is hij verantwoordelijk voor het formuleren van een dogmatische ideologie. De wetenschappelijke aanspraak die Marx maakte, verlangde een soort gezagsaanvaarding die noodzakelijkerwijze tot een catastrofe moest leiden.
In dat perspectief gezet moet het Stirneriaanse idee als een gevaarlijk idee door Marx/Engels zijn ingeschat of onderkend. Want in het Stirneriaanse idee verzet het individu zich tegen het vrijwillige knechtschap, vormt het zijn zelfbewustzijn, handelt het zelf . In de beste Stirneriaanse zin wordt hier van het individu gevraagd in opstand te komen. Marx/Engels hadden dat andere project in hun hoofd, tot welk project ook een ander traject behoorde, zoals het grijpen van de politieke macht om daarmee de staatsmacht over te nemen: géén verlossing dus van knechtschap. En dat was precies waar tegen Stirner zich richtte. Vervolgens bleek van alle profetieën van het marxistische wetenschappelijke socialisme niets te kloppen. Het heeft dan ook afgedaan. De knechtschap is er nog steeds. Stirner leeft: de strijd tegen knechtschap duurt voort.
Nieuwe sociale bewegingen
Knoblauch legt uit: Marx had het oog gericht op kwantiteit, wat aanleiding geeft tot het denken in termen van leiding geven aan massa’s. Stirner zat op het idee van ‘opstand van het Ik’ dat in termen van een individuele handeling is op te vatten. Pas door middel van een vereniging van individuen kan het tot een echte revolutie komen. Vrijwilligheid garandeert dat er in overeenstemming met iedereen wordt gehandeld (Stirneriaans model). Leiderschap vraagt volgelingenschap, waardoor de revolutie op het inrichten van nieuwe dwangopleggende instituties zal uitlopen (marxistisch/leninistisch/stalinistisch model). De opstand in Stirneriaanse zin heeft tot doel om zich niet meer te laten kisten door verplichtende instituties: men gaat zelf de zaken regelen en inrichten…
In een nadere uitwerking van de Stirneriaanse optiek blijkt bij Knoblauch, dat er accentverschillen zijn te ontdekken tussen individueel en sociaal anarchisme. Tegelijk is er ook sprake van complementariteit. Zo wijst Knoblauch op de overeenkomst in de beschrijving van vrijheid in de zin van Stirner en die van Bakoenin. Bij beiden hangt vrijheid van het individu af in hoeverre andere individuen vrij zijn. Geïsoleerde vrijheid is ondenkbaar voor beiden. Het maakt dus niet uit op wie men zich beroept, lijkt Knoblauch te zeggen, een opvatting die ik deel. De vervaging van het verschil is ook te merken aan de opkomst van de nieuwe sociale bewegingen in de jaren 1970 met hun burgerinitiatieven, plaatselijke sociale actiegroepen, volkskeukens enzovoort. Langs die weg weerspiegelen zich libertaire ‘deugden’ zoals solidariteit, uitwerkingen van basisdemocratie en creatie van machtsvrije ruimtes. De hedendaagse Occupy-beweging bijvoorbeeld werkt, hoewel niet anarchistisch, langs een aantal libertaire lijnen. Wij zijn overal, roept Knoblauch uit.
‘Voor mij als anarchist, zegt hij, betekent vrijheid bovenal creatie van machtsafwezigheid en anti-patriarchale structuren. Hier heeft de staat geen enkel bestaansrecht, omdat het om de samenleving gaat. De basis vlecht het verband tot samenleving door sociale interactie’. En wie heeft opgelet: van Marx is er geen sprake meer.
Tussen door zijn we als lezer door Knoblauch nog verrast met een muzikaal intermezzo: punk en de rock’n roll oplichterij, met Stirner als punker! Die was ook de inspirator van kunstenaars als de Dadaïsten. Het typeert zijn soort denken. Verder is door Knoblauch niet zuinig gedaan met het verschaffen van beeldmateriaal, waarvan ik mij hier mede bediend heb. Een libertaire tekst van een handzame omvang.
Thom Holterman
KNOBLAUCH Jochen, Marx vs. Stirner. Ein Versuch über Dieses & Jenes, Edition AV, Lich / Hessen, 2014, 96 blz., prijs 14 euro.
Aantekening
De Enige en zijn eigendom (1844 / 1845) is in het Nederlands raadpleegbaar op Internet; klik HIER.
Een nieuwe Nederlandse vertaling kwam in 2012 uit; voor meer informatie, klik HIER.