Against Rights. Een Kritische Benadering Van ‘Rechten’
Waar komen ‘rechten’ vandaan? Hemelwaarts kijken en dan geloven dat daar de kracht zit waar zij, vanuit de oneindigheid, op ons neerdalen, ironiseert de Amerikaanse libertaire jurist Lester Mazor (1936-2011). En op eenzelfde ironische wijze merkt hij op dat serieus gedoceerd wordt dat staatsmacht de individuele rechten van mensen onder elkaar veiligstelt. Maar let op: daar schuilt een hele ideologische constructie achter. De rechten, vastgesteld in de Amerikaanse grondwet, klinken heel Lockeaans (John Locke, 1632-1704, Brits filosoof): recht op leven, vrijheid en eigendom. Die rechten hebben een fundamenteel individueel karakter. Vandaar ook dat er een staat nodig is om die rechten zeker te stellen. In je eentje zou je immers verloren zijn… Dat klinkt weer heel Hobbesiaans (Thomas Hobbes, 1588-1679, Brits filosoof). Die twee optieken worden in elkaar geschoven: om de staat is weer een muur van rechten gebouwd, die hem in het spoor zouden moeten houden. Zo ontrafelt Mazor op kritische wijze het denken over ‘rechten’ in zijn paper ‘Against rights’(1979). Het recht op vrijheid van meningsuiting is er een van…
Kunnen bomen rechten hebben?
Wie over rechten denkt, ontkomt niet aan het onder ogen zien van de kwestie van de voorrangspositie van sommige rechten ten opzichte van andere rechten. Allerlei ingenieuze redeneringen zijn door juristen bedacht om voorrangsregels op te stellen, maar rechten blijven controversieel, aldus Mazor. Hij maakt dit duidelijk met enkele vragen: ‘Sluit het recht [van de staat] om militaire dienstplicht op te leggen het recht gewetensbezwaren militaire dienst uit? Het recht [van de staat] om navolging van de wet af te dwingen, ontkent dat het recht om met burgerlijke ongehoorzaamheid die dwang te weerstaan?’ Het gaat Mazor nu niet om de antwoorden op die vragen, wel om het bewustmaken van de problematiek die speelt. Hij gaat verder in dat spoor.
‘Kunnen bomen rechten hebben?’ Als rechten juridische relaties leggen, waarom niet? Bomen hebben dan wel een juridische vertegenwoordiger nodig. Maar als we ondernemingen in hun hoedanigheid van juridische ficties rechten toekennen, dan moet dat zeker kunnen bij natuurlijke objecten zoals bomen. Wie zou overigens als onpartijdige rechter moeten beslissen over de claim van bomen op water ten opzichte van mensen bij watertekort?
Rechten blijken onder elkaar geen gelijkwaardige positie te hebben [en als ze dat wel zouden hebben, dan kan er nog altijd sprake zijn van ‘botsing van grondrechten’ een heus leerstuk onder grondrechtenspecialisten; thh]. Zij worden telkens hiërarchisch geplaatst (om over voorrangskwesties beslissingen te kunnen nemen). Daarmee reflecteren zij onze maatschappelijke verhoudingen. Veronderstel nu, zegt Mazor, dat we ons zelf niet in een hiërarchie ondergebracht zien, maar in een netwerk van relaties, in een polycentrisch web van onderlinge relaties, in kringen zonder grenzen. Om een dergelijke wereld te verwerkelijken, zullen we de onderdrukkers niet moeten ontwapenen in naam van individuele rechten, maar op grond van onze solidariteit, onze verwerping van overheersing, onze ontkenning van opgelegd gezag.
Slavernij is fout. Niet omdat er een recht bestaat op ‘vrij zijn’ – dat is onszelf verkopen voor de marktprijs van arbeid – maar omdat slavernij het archetype van overheersing en afhankelijkheid is. In zijn ‘Tegen rechten’ (Against rights) brengt Mazor dus tot uitdrukking dat die rechten gereflecteerde juridische verschijnselen zijn van hun eigen tegendeel: ze legitimeren in feite het bestaan van hiërarchie en onderdrukking… [ondermeer herkenbaar in het leerstuk ‘grondrechten in verticale relaties’ waarbij sprake is van ‘in rechte inroepbare onthoudingsplicht voor de overheid’; thh].
Materieel substraat
Lester Mazor verdedigde deze visie op ‘rechten’ tijdens het door Henc van Maarseveen en mij georganiseerde meerdaagse seminar over ‘Anarchisme en Recht’, gehouden eind 1979 in de Erasmus Universiteit Rotterdam. In die tijd stond men vreemd tegenover een thema als dat. Zoals uit een recent artikel over vrijheid van meningsuiting in het anarchistische kwartaalblad Buiten de orde (nummer 2, 2016) blijkt, is dat over. Tegelijk blijkt uit een artikel in dat zelfde nummer, dat de bijna veertig jaar geleden verdedigde visie door Mazor nog steeds houdbaar is te achten.
In dat nummer van BdO komt op een heel andere plaats en op een andere wijze de ‘rechten’ kwestie eveneens aan de orde. Dat is in het artikel ‘Voor een maatschappij zonder leger’ van André en Dori Prudhommeaux. Het artikel gaat over wrange perikelen tijdens de Spaanse burgeroorlog 1936-1938. De anarchistische auteurs gaven toen een antifascistisch tijdschrift uit en publiceerden daarin mede kritische artikelen over de Volksregering en later de CNT-deelname daaraan. Op een gegeven moment krijgen zij te maken met een represaillemaatregel: hen wordt geen papier meer geleverd. Hun recht op vrijheid van meningsuiting werd daarmee gebruuskeerd.
Papier, drukinkt, drukpers worden wel het materieel substraat genoemd van het recht op vrijheid van meningsuiting. Iemand kan, zoals Mazor, tegen rechten zijn maar tegelijk vóór het (gratis) voorzien in het materieel substraat, wat Mazor voorstond [hij maakte dat duidelijk met een hyperbool: ‘Op elke hoek van de straat een Rank Xerox’, zei hij tijdens de discussie in 1979]. Het voordeel van een abstracte term als ‘materieel substraat’ is: er is een inhoudelijke vulling aan te geven, passend bij de actuele context. Het zou nu gaan om gratis computers, scanners, (3D-) printers, Internet…
Thom Holterman
Kunnen bomen rechten hebben? Ja, want ze leven en communiceren: https://www.nrc.nl/nieuws/2016/04/29/bomen-informeren-elkaar-via-hun-wortels-1616197-a1075039