Anarchisme En Recht. Een Verzoening Mogelijk?
De Italiaanse jurist en filosoof Massimo La Torre houdt zich al vele jaren met onderwerpen bezig die op de randen van recht en filosofie liggen. Tevens opereert hij vanuit een libertaire invalshoek. Ik ken hem zo al tientallen jaren. Ditmaal heeft hij zich gewijd aan een onderzoek of anarchisme en recht met elkaar te verzoenen zijn. Zelf zou ik hier spreken over ‘convergentie’ en ik meen, zo blijkt uit teksten van mij dat dit tot de mogelijkheden behoort. Het hangt er maar vanaf wat men onder recht (en anarchisme) verstaat. Hieronder loop ik na wat La Torre aanvoert in zijn onderzoek. Het is vervat in zijn Engelstalig paper getiteld ‘In Quest of a Reconciliation: Anarchism and Law’, opgenomen in de bundel M. Kaufmann und J. Renzikowski, Freiheit als Rechtsbegriff (Berlin, 2016).
Traditionele visies
Het eerste wat La Torre doet, is aangeven welke typen anarchisme voor zijn gedachtenontwikkeling leidend zijn. Een ervan is het ‘politiek anarchisme’. Met betrekking tot de invulling daarvan maakt hij gebruik van delen van opvattingen van vijf verschillende klassieke anarchisten (William Godwin, Max Stirner, Pierre-Joseph Proudhon, Michael Bakoenin en Peter Kropotkin). La Torre onderkent dat allen extreem kritisch zijn wat recht en legaliteit aangaat. Als het om verzoening tussen anarchisme en recht gaat, moeten hun ideeën over een omvattende opzet van zelfbestuur in overeenstemming worden gebracht met een legale rechtspraktijk. Een vraag die dan beantwoord moet worden, is wat die legale praktijk behelst en van welk type recht daarbij gebruik wordt gemaakt. Zodra dat duidelijk is, kan worden bekeken in welke versie van anarchisme zich dit laat integreren.
Wat het recht aangaat, zijn er allerlei rechtsconcepten te vinden en zijn er diverse rechtspraktijken en rechtstheorieën te signaleren. Kortom, binnen het recht kan men tussen sterk onderscheiden visies kiezen, waarvan La Torre er twee noemt die traditioneel tegenover elkaar staan: het rechtspositivisme en het natuurrecht. Het rechtspositivisme valt al snel af. Het gegeven recht valt namelijk samen met wetten die geen discussie gedogen, wat onaanvaardbaar is binnen een anarchistisch kader. Het lijkt erop dat het natuurrecht een betere kans maakt om met anarchisme in overeenstemming te worden gebracht. Lijkt, want uiteindelijk wordt de anarchist geconfronteerd met elementen die niet ter discussie kunnen staan – onverteerbaar dus. La Torre sluit dit af en geeft aan op zoek te gaan naar een ‘derde theorie’.
Het eerste wat hij doet, is nauwkeurig nagaan wat de vijf eerdergenoemde anarchisten als recht verwerpen en waarom zij dat doen. Met dit als bagage onderzoekt hij vervolgens een aantal rechtsopvattingen van gezaghebbende Westerse juristen (rechtsfilosofen en rechtstheoretici). Eigenlijk acht ik dit een onderzoek tegen beter weten in, want de juristen die hij de revue laat passeren (onder wie Kelsen, Finnis, Dworkin, Razz) zijn allen gezaghebbend, maar wel binnen het kader van het Westers denken over recht. En dat is linksom of rechtsom verbonden met wat ik aanduid als ‘eenzijdige gezagsbinding’, een andere term voor opleggen. De visies blijken dan ook ‘closely related to authority’. Anarchisten zullen dit niet accepteren – want zij zullen alleen bereid zijn mee te gaan als zij het alsdan gegeven recht en de rechtspraktijk als illegitiem mogen benoemen. Toch geeft La Torre het niet op.
Empowered
Stel nu dat er recht te vinden is, dat een universele test kan doorstaan. Het gaat dan om recht dat buiten zijn eigen kader weet te stappen en dat een rechtsconcept oplevert, dat te verenigen is met een anarchistische visie of dito sociale relaties. Daarbij moeten we ervan uitgaan, dat anarchistische maatschappelijkheid in de kern bepaald wordt door discussie, wederkerige erkenning en overeenkomst, waarbij geweld of dwang niet zijn toegestaan. Bestaat er, zo vraagt La Torre zich af, enig rechtsconcept in de traditionele rechtstheorie die een dergelijke vorm van maatschappelijkheid in zich kan opnemen?
Opnieuw waagt hij een poging langs de reeds belopen paden een antwoord te vinden. Het rechtspositivisme valt af, want dat doet onder meer een beroep op een sterke staat. Vervolgens delen alle natuurrechtelijke doctrines veelal dezelfde visie als rechtspositivisten. Ook zij baseren de sociale inslag van het recht op dwang en geweld. Aan natuurrechtelijke doctrines zijn evenwel elementen als ‘moraliteit’ en ‘rechtvaardigheid’ toegevoegd. Maar, zo erkent La Torre, anarchisten zullen al snel dat soort elementen ontmaskeren als dekmantel voor verplichtend en op dwang berustend recht.
Is dan de in juridische kringen overbekende Engelse rechtsfilosoof Herbert Hart (1907-1992) misschien in staat om een niet op dwang stoelend rechtsconcept te leveren? La Torre vindt bij hem namelijk aanwijzingen voor een niet-autoritaire rechtsgedachte. Hart weigert sanctie als een element van zijn omschrijving van recht op te nemen. Recht behelst regels, niet bevelen of voorschriften. Regels kunnen macht toeschrijven, wat mensen ‘empowered’. En dan blijkt het te gaan om wat ik bevoegdheden zou noemen, want alleen functionarissen als officieren (van Justitie), ambtenaren, rechters krijgen die toebedeeld. Burgers zijn uitgesloten van deze ‘empowerment’. Daar is de aap weer uit de mouw: burgers hebben alleen te maken met verplichtende regels. Ook deze weg loopt dus dood als het om verzoening van anarchisme en recht moet gaan.
La Torre behandelt nog drie andere alternatieven die eveneens op niets uitlopen. Hij voert nog enkele andere overwegingen met betrekking tot de verzoening op, maar een best bij het anarchisme passend rechtsconcept wordt niet aangetroffen. Een derde theorie wordt niet gevonden. Massimo heeft onderwijl wel heel wat bediscussieerd…
‘Het spijt me, vrienden…’ ‘Ik heb nooit in een kooitje kunnen blijven’.
Zapatisten
Is er dan helemaal geen convergentie mogelijk tussen anarchisme en recht? Al dertig jaar terug heb ik die vraag positief beantwoord (Recht en politieke organisatie, 1986). Om daartoe in staat te zijn, moet je evenwel traditionele Westerse doctrines en vele ‘gezaghebbende’ juristen laten voor wat zij waard zijn. Direct of indirect zijn de meesten onder hen verdedigers van het Westerse economische waardesysteem. Dat is gestoeld op klassenbelangen en klassendeling en waarin ten behoeve van bestendiging van die belangen en deling een (sterke) staat nodig is. Als dan een jurist niet direct naar de staat zal verwijzen, wordt altijd wel dwang, verplichting, sanctie onder de rechtsgedachte gelegd. Bedacht moet worden dat die niet een eigenschap van recht is. Het is een keuze.
Andere keuzen zijn mogelijk, zo blijkt in andere culturen dan de Westerse. Ze zijn te vinden in de rechtsantropologische, de rechtsetnologische literatuur. Ook sommige rechtssociologen kunnen je dat demonstreren. Verder kan men een libertair rechtsconcept uit de leerstellingen van anarchisten afleiden om daarna te onderzoeken of dit is terug te vinden in bestaande maatschappelijke systemen buiten de Westerse. Het betekent dat de jurist uit zijn hokje moet stappen om bijvoorbeeld uit te komen bij de zapatisten in Chiapas (Mexico). Het is jammer dat Massimo La Torre die stap niet heeft gewaagd.
Thom Holterman
Link werkt niet
Sent from my iPad
>
Nee. Ook bij mij werkte de link niet. Gelukkig zag ik het onderwerp staan aan de rechterkant. 🙂