Dimensies Van Kolonialisme
Het driemaandelijkse anarchistische tijdschrift Buiten de Orde (BdO; nr.3, 2018) heeft als thema ‘Kolonialisme’. Zo’n term doet imperialistische staatsactiviteiten vermoeden buiten de grenzen van de betreffende staat. Denk bijvoorbeeld aan Nederland in relatie tot onderdrukken en uitbuiten van Nederlands-Indië (het huidige Indonesië). Het is duidelijk dat dit type activiteiten beschreven wordt onder ‘kolonialisme’. Maar het veld is ruimer en er bestaan velerlei vormen van kolonialisme. Dat blijkt ook uit de behandeling van het thema in BdO. Je kan zelfs spreken van binnenlands kolonialisme en bijvoorbeeld over ‘gekolonialiseerde communicatie’. In dat geval kom je niet om de Franse marxistische socioloog Henri Lefebvre (1901-1991) heen. Die heeft ooit het verschijnsel ‘de kolonialisatie van het dagelijks leven’ in kaart gebracht. Dennis de Lange legt aan de hand van zijn ‘lezing’ van Lefebvre de actualiteit van deze socioloog uit.
Kritiek en kracht
Het is onder het kopje ‘Kritiek en kracht’ dat Dennis iets van de kritiek op de zienswijze van Lefebvre toelicht. Dat geeft mij de gelegenheid duidelijk te maken waarom het mij analytisch-methodisch gaat in dit soort discussies – wat dus direct relevant is voor de komende anarchisme-discussie in BdO. Na de kernachtige behandeling van wat Lefebvre in het kader van de ‘kolonialisatie van het dagelijks leven’ aan theorievorming ontwikkelde, merkt Dennis op dat zijn theorieën nog steeds bruikbaar zijn. Dat neemt niet weg dat er ook kritiek mogelijk is en die is niet van vandaag of gisteren, maar dat terzijde.
De kritiek waarnaar Dennis verwijst en kort weergeeft, zou er in liggen dat de ideeën van Lefebvre een (sterk) eurocentrisch karakter hadden zodat hij te weinig oog zou hebben voor de historische, geografische en sociale dimensies van kolonialisme. Zijn werk zou daarom moeten worden aangevuld om de meer imperialistische, patriarchale, racistische, feministische en klasse-specifieke aspecten van kolonialisme te kunnen analyseren. Ik wil het aannemen. Waarop de reactie kan volgen: er is werk aan de winkel voor wie zich ermee bezig wil houden. Zo iets houd ik evenmin voor onmogelijk in geval van het anarchisme. Want ook daarvoor kunnen er thema’s opduiken in latere tijden, die in eerdere instantie aan de aandacht zijn ontsnapt of die gewoonweg niet speelden.
Het is argumentatief dan ook een gelukkige ingreep van Dennis de Lange om te vervolgen met de kracht en de actualiteit van Lefebvre’s theorie van het dagelijks leven. Die moeten we vooral zoeken in het feit dat hij met deze theorie de programmatische agenda wist te overstijgen. Niet ‘werken’, maar ‘leven’ is daarmee de nieuwe subversieve categorie. Meer en meer wordt namelijk het dagelijks leven ontmenselijkt. De sociale ruimte zelf wordt immers geïntegreerd in het proces van waardevermeerdering van het kapitaal en produceert daardoor meer en meer ‘vervreemding’. Het lijkt mij een goede werkmethode: het in de gaten houden van je theorie om te zien hoe je ermee in de actualiteit een stap verder komt – hier ligt dan ook opnieuw een relevantie voor de anarchisme-discussie. En hoewel de vriendschap tussen de door Lefebvre beïnvloedde situationist Guy Debord en hem eindigde (Dennis wees daar op) heeft Debord zich in het item vastgebeten en beschreef hij het dagelijks leven als een gekoloniseerd gebied (secteur colonisé). Voor Debord was het dagelijks leven de maat van alles.
Naast kolonialisme heb je vanzelfsprekend ook de strijd om de dekolonisering, waarover een bijdrage in BdO van Labo (vooral handelend over België en Congo). Peter Storm associeert aan de hand van een song van Bob Dylan over het onderscheid tussen kolonisten en migranten.
Lopende zaken
Wat de lopende zaken aangaat, komen we in dit nummer artikelen tegen over ‘solidariteit zonder grenzen’, ‘NoBorder Kitchen en Campfire’ (solidariteitswerk met migranten op Lesbos), de Kroniek Migratiestrijd. Het is dus geen toeval om over het onderscheid migranten / kolonisten te schrijven. Het artikel ‘Leven zonder school’ voert pleidooi om het leren te ontscholen. Het gaat hier niet om een nieuwe ‘leermethode’, maar om los van de statelijke instructie te geraken. Zo raar is dat niet, want wat ik wel eens hoor over hoe het op zelfs kleuterscholen in bureaucratische zin gaat (vastlegging van gegevens) en ‘taakjes volbrengen’, dat doet je haren recht opstaan (terwijl ik sterk kalend ben). Het voert mij terug naar de tijd dat ik nog veel haar op mijn hoofd had, de tijd van de Amerikaanse anarchist Paul Goodman (1911-1972) met zijn Growing up absurd, Problems of Youth in the Organized Society (1956). Goodman inspireerde op zijn beurt Ivan Illich (1926-2002) die vervolgens Deschooling Society (1971) publiceerde. Leven zonder school is weer een stap verder dan Goodman en Illich zetten?
Discussie
Mijn opening van deze bespreking verliep via het item ‘kolonialisatie van het dagelijks leven’ naar aandacht voor een in mijn ogen nuttige wijze van presenteren en argumenteren van een kwestie. Ik kies ervoor aldus ook te eindigen. Ik haak daarvoor aan te haken bij het artikel geschreven door Peter Storm getiteld ‘Meer van hetzelfde gaat ons niet redden’ in dit nummer van BdO. Hij treedt daar in discussie met Anita over haar bijdrage ‘Eigen soort eerst’ opgenomen in een eerder nummer van BdO (nr. 1, 2018).
Beiden gaan uit van het anarchisme. Maar het merkwaardige is dat Anita met betrekking tot het bestrijden van de vernietigende impact van de kapitalistische productie- en consumptiewijze een pleidooi voert voor wereldwijde dwang via een ‘hele strakke organisatie’. Het is een organisatie, en nu citeer ik haar, ‘waarbij vrijwel ieder mens op aarde gedwongen moet worden het leven anders in te vullen’ (p.81; BdO, nr. 1, 2018). ‘Gedwongen, want (..) ik zie geen andere oplossing (..) waarbij de individuele vrijheid van de mens gedwongen wordt ingeperkt’, vervolgt Anita. Driemaal ‘gedwongen’ in één passage van haar tekst. En hier is een anarchist aan het woord? Maar Anita is haar radicale zwenking bewust, want zij schrijft vervolgens: ‘Dit is een zeer on-anarchistische gedachte’. Geen wonder dat Peter Storm ruim uitpakt om te laten zien waarom die gedachte niet deugt binnen het kader van het anarchisme. Hij betoogt ook dat het niet zal werken. Ik sluit dit kort met de opmerking: staten en regeringen hebben tot nu toe alleen kans gezien om de ‘barbarij te moderniseren’ (Raoul Vaneigem)…
Onderwijl is het niet onmogelijk dat je als anarchist tot de conclusie komt, dat wat je voorstaat onbereikbaar is zonder (sterk geïnstitutionaliseerde) dwang uit te oefenen. Het middel valt buiten het anarchisme. Als je het toch wilt toepassen, dan houd je op anarchist te zijn. Er zijn mensen die daarvoor, om wat voor redenen ook, hebben gekozen. Zo is daar de Italiaanse anarchist Nico Berti die daarover met anderen in discussie is gegaan. Hij had er geen zin in om op de winkel te passen met het bordje boven de deur: ‘Hier is anarchie te koop’. Wie wil begrijpen waarover de discussie met Anita gaat, is aan te raden de argumenten van Peter Storm te doorgronden. Lezen dus.
Thom Holterman
Buiten de Orde, nr. 3, 2018, 84 blz., prijs 2,50 euro.