Ecologie Als Voorwendsel Van Ecologisme. Vrouwelijke Radicaliteit Als Desem
De ecologische eisen zijn overal, hun verwezenlijking nergens. De bescherming en de herwaardering van de omgeving waarin ons dagelijkse bestaan zich afspeelt, duiden er nochtans op dat de milieuconflicten concrete problemen stellen aan de lokale bevolkingen. Maar er gaapt meestal een aanzienlijke kloof tussen het volk dat zich tegen de verloedering van diens levensomgeving verzet en de zogeheten (volks)vertegenwoordigers. Die worden evenwel geacht het volk steun te verlenen in zijn strijd.
Wat hebben de bewoners van een dorp of stad, die af willen van de vergiftiging van de lucht, het water, het voedsel [vergelijk Dordrecht en het chemiebedrijf Dow, Online; thh.], gemeen met het geruzie over de pikorde dat als eerste de kop opsteekt bij de politieke beschermers van het milieu? Wat is het belang van de salondebatten over de klimaatopwarming voor een collectief dat vruchteloos ijvert voor het verbieden van een ‘Seveso-bedrijf’ dat de gezondheid van een regio schaadt? Het is in dit licht dat de Belgische maatschappijcriticus Raoul Vaneigem ecologisme en ecologie tegenover elkaar zet. Ecologisme kan men begrijpen als een van de ‘ismen’ met een politieke vlag, bedreven door zogeheten ‘groene’ of ‘ecologische’ partijen, die ondanks hun naam inherent neoliberale denken (dus niet aan het kapitalisme ontsnappen). Door naamgeving lijken ze gebaseerd te zijn op ‘ecologie’, een term die verwijst naar de bestudering van organismen en levensgemeenschappen in hun eigen en onderlinge samenhang. Raoul Vaneigem schreef het stuk in het Frans en onze Belgische kameraad Geert Carpels vertaalde het. [ThH]
Ecologisme een ideologie
In de competitieve en winstgevende chaos van de vaccinale waspoeders – die stuk voor stuk nog beter zijn dan de andere –, geven de verkozenen van het ecologisme hun zegen (kosteloos of tegen vergoeding) aan experimenten waarbij de proefkonijnen, aan paniek ten prooi, vooral de verdienste hebben de aandeelhouders van de farmaceutische monopolies te verrijken.
Dezelfde spitsvondige redetwisters van de koolstofbelasting halen de beschuldiging van het complotisme boven voor de wetenschappers die, terwijl ze weigeren zich te laten omkopen, de uitbuiting van het coronavirus voor politieke en veiligheidsoverwegingen aan de kaak stellen. Hoe is het mogelijk dat de burger zich laat inpakken tot op het punt de verantwoordelijkheid van de pandemie op zich te nemen, terwijl die door de openbare gezondheidsdiensten op de juiste manier aangepakt had kunnen worden. In dat geval hadden diezelfde diensten natuurlijk niet ontwricht moeten zijn geweest door de rentabilisering van de gezondheid. Hoeveel overlijdens die werden geregistreerd in de mediageile teller van de pandemie zijn er niet te wijten aan omgevingsfactoren die dag na dag van kwaad naar erger gaan ten gevolge van de vernietiging van het leven en van de natuur, waarvan iedereen weet dat ze het gevolg is van de multinationalisering van het profijt?
De pathetiek van de statistische dood werd door de ‘Messieurs Propre van het economische alles-in-de-goot’ uitgebreid met de retoriek van het belachelijke. Hoe kan je geloven dat de oplossingen voor de klimaatontregeling ons zullen worden aangereikt door staats- of wereldinstellingen die net de oorzaak zijn van deze vernieling?
Oh, die walgelijke huichelaars die voor Greta Thunberg applaudisseren alvorens haar, net zo als haar onschuld gênant geworden, naar de olympische latrines te sleuren waar macht en hebzucht soeverein in debat gaan! Want wat de bleke hufters die ons regeren angst aanjaagt, is net die onschuld, is net die jeugd die zich verontwaardigt over de bijensterfte en over het vrij gebruik van de producten die het bijenvolkje uitdunnen.
Zolang die jongeren hun ontevredenheid op straat uitschreeuwen alvorens huiswaarts te keren in het besef van een volbrachte taak, gaat alles naar wens. Maar ze moeten het niet in hun hoofd halen, als ze niet willen doorgaan voor delinkwenten, om de ondergrondse opslag van toxisch afval te beletten, om de vernietiging van natuurlijke zones te verhinderen, om machines te saboteren, afkomstig uit het technologische en maffieuze genie, die bomen uitrukken en verhakselen, een collectieve groententuin omwoelen, zelfbouwhutten omver halen waar men probeert gelukkig te leven.
Het ecologisme is een ideologie, een leugen, een populisme. Het maakt deel uit van die supermarktdemocratie waar alles het meegrabbelen waard is, op voorwaarde dat de prijs ervoor wordt betaald. Hoe sympathiek ook al die betogingen van duizenden mensen die maatregelen eisen tegen de vernietiging van de planeet – waarbij het kapitalisme zichzelf vernietigt en ons in haar val meesleurt –, ze zouden pas echt welkom zijn op het terrein van de aan gang zijnde strijd, waar de druk van het volk het rechtstreeks opneemt ter verdediging van de fauna, van de flora, van het landschap, van het leven.
De voornaamste hinder van het beheer in het groot en van bovenaf schuilt in de alomtegenwoordigheid van een overal om zich heen grijpende bureaucratie die zich in het dagelijkse leven nestelt en het steriliseert. De milieuproblemen vormen aldus het onderwerp van een absurde dialoog tussen de Staat en zijn kapitalistische mentors. En zolang het volk, gefedereerd in zelfbestuurde vergaderingen, zich de toestemming niet geeft om, in naam van de zelfverdediging, alles te verbieden wat de oorzaak is van omgevingsziekten (vergiftigd voedsel, lucht, water, grond en ondergrond), zolang zal de ecologie niet meer blijven dan een voorwendsel voor het ecologisme en voor de plannen van het groene kapitalisme.
De vrouwelijke radicaliteit bevindt zich in het hart van de strijd voor het leven en voor de natuur
Het was wachten op het in elkaar zakken van de hiërarchische piramide, die struktuur geeft aan onze maatschappijen, vooraleer de doodsteek kon worden gegeven aan de aloude autoriteit. Het betreft een autoriteit met onaantastbare reputatie, zoals die van het leger, van de godsdienst, van de paternalistische familie, van het patriarchaat. Dat verpletterde gedurende eeuwen met zijn laarzen de vrouw als huishoudartikel, moederlijk, wellustig, diabolisch, bron van angsten, van hatelijke en misprijzende fascinatie.
Door deel uit te maken van de emancipatie die het leven een menselijke betekenis geeft, werpt de emancipatie van de vrouw ook licht op de verborgen zijde van wat genoegzaam ‘de uitbuiting van de mens door de mens’ mag worden genoemd. Als de uitbuiting van de mens door zijn gelijke de onderwerping van het vrouwelijke schepsel door het mannelijke met zich meebrengt, dan is dat omwille van het werk van toeëigening van de natuur en de transformatie ervan in handelswaar. Zodoende als slaaf behandeld, wordt de natuur tot een vijand waarvan de opstandigheid, de valsheid, de revoltes te duchten zijn. Alles wat ermee kan worden geassocieerd, wordt op dezelfde hoop gegooid: de vrouwelijkheid, de beestachtigheid, de vitale impulsen van het lichaam.
In de conflictrelatie tussen de Amerikanen met zwarte huid en die met witte huid, is de ware motor veel minder de onrechtvaardigheid en de ongelijkheid dan wel een emotionele impuls die van veel vroeger afkomstig is. Het cynische of hypocriet humanitaire diskrediet waarmee de witte Amerikaan de Afrikanen benadert die vroeger voor de slavenhandel werden ingevoerd, zit vast aan de oude superioriteit die de Geest – religieus, leek, intellectueel, hemels of aards, het is van weinig belang – heeft uit te oefenen op het lichaam dat is overgeleverd aan het genot, aan de vitale impulsen, aan wat de vromen zonde noemen.
Het einde van het patriarchaat doet het dogma van de antifysis uiteenspatten, de anti-natuur die zo duurzaam onze vleselijke substantie bezwaarde. Dit dogma is het fundament van de godsdienstige instanties. Het vertaalt de angst en het misprijzen, dat de arbeidzame, doelgerichte, militaire, medico-sportieve en rendabele machine cultiveert, ten opzichte van het lichaam op zoek naar plezier, naar levensvreugde. De geest die het lichaam moet onderwerpen aan de macht van het hoofd is de geest van een roofdier. Hij is de vader van de ontaarding.
Het zijn de vrouwen die als eersten verklaarden: ‘Mijn lichaam behoort mij toe!’. Er was een ongelooflijke lef nodig om dergelijke kreet te laten weerklinken in een maatschappij waar meningen, mentaliteit, gedachten, cultuur, kunst, wetenschap beheerst werden door het gebrul van de man of door zijn verleiderskattengejank. Er is wel wat meer nodig dan de moed die door Danton werd opgehemeld om het juk af te werpen dat de militaire, bureaucratische, autoritaire mannetjes laten rusten op tal van door het gangreen aangevreten collectieven. Oh, niet alleen door het gangreen van het Amerikaanse evangelisme, van de Iraanse islam, van het katholiscisme met vaticaanse saus, maar van het lekenpuritanisme of zelfs van het libertaire puritanisme dat zweert bij de deugd van de arbeid. Die deugd is hoe langer hoe meer parasitair geworden ten gevolge van de voorrang die de beursspeculatie kreeg.
Daarom mag nu worden gesteld dat de heraarding van de natuur haar eerste passen zet aan de arm van de vrouw. Zij schrijdt voort, even onverstoorbaar in haar herwonnen vrijheid. De mannelijke roofachtige terugdringend in zijn laatste bolwerken, is ze de incarnatie van de universele levensadem waarin de menselijke zingeving wordt herboren om de roof af te schaffen en de dierlijkheid te overstijgen, in plaats van die op aarde en in ons wezen te onderdrukken.
Het is geen gemakkelijke taak. De diepgewortelde verzuchting van de vrouw dreigt te worden vervangen door een wraakreactie. Het virilisme van het mannetje ten einde raad wordt beantwoord door een feministische ideologie. In haar woedende verblinding aapt ze het meest walgelijke in de man na: de honger naar macht.
Het ecofeminisme rekent op de ontwikkeling van een kapitalisme van de groene dollar dat, door het ecologische project van een ‘nieuw verbond’ met de natuur weer op te vissen, gemakkelijk de leegte kan vullen die achterbleef bij het verlaten van het productivisme ten voordele van de beursspeculatie. Het economische, sociale, existentiële en politieke debacle zal dit wel oplossen.
De vrouwen zijn de desem van het vitale en vredelievende geweld dat de meest radicale opstanden uit de vier windrichtingen begeesterd. De Zapatisten en de Gele hesjes hebben het begrepen, een evidentie die het zonder toespraken kan stellen.
Raoul Vaneigem (7 oktober 2021; vertaling Geert Carpel, 2 november 2021; bewerking thh.)
[‘Billenkoek’ is ontleend aan een voorkant van het Belgisch/Franse anticlericale tijdschrijft Les Corbeaux dat tussen 1905-1909 uitkwam.]
En zolang het volk, gefedereerd in zelfbestuurde vergaderingen, zich de toestemming niet geeft om, in naam van de zelfverdediging, alles te verbieden wat de oorzaak is van omgevingsziekten (vergiftigd voedsel, lucht, water, grond en ondergrond), zolang zal de ecologie niet meer blijven dan een voorwendsel voor het ecologisme en voor de plannen van het groene kapitalisme.
Zelfbestuurde vergaderingen? We bedoelen: anarcho collectivisme? Syndicalisme? Deze vorm van sociaal anarchisme is morsdood. De enige anarchismes die nog betekenis hebben voor deze tijd, zijn Europees individualistisch/existentialistisch anarchisme, of Amerikaans libertarisme en/of agorisme en/of mutualisme.
Daarnaast, zouden deze federaties dus autonoom zijn. Maar als ze autonoom zijn, hoe wil je dan voorkomen dat ze niet allemaal ecologisch ingesteld zullen zijn? Dan heb je dus een overkoepelend orgaan nodig, dat er voor zorgt dat ze allemaal even ecologisch ingesteld zullen zijn. Een staat? Anarchisme?
Hij heeft het over een groen kapitalisme, dat hij niet wilt. Ik denk wel dat dit groene kapitalisme er zal komen en dat het erg ‘top down’ bestuurd zal worden. Verdiep je in het WEF en je zal snappen wat ik bedoel. Nee, dit zijn geen complotten. Ja, FVD snijdt iets relevants aan, als ze het WEF en Schwabb aanhalen. Ja, ik kan er ook niets aan doen, dat FVD eens iets relevants ter sprake brengt. Meestal kramen ze onzin uit, namelijk.
Goed….
Zeg maar tegen Vaneigem, dat Nayakosadashi2020 ook heel erg van vrouwen houd.
Mensen, lees mijn verdomde blog nou eens! Die vorige werd wel gelezen
https://nayakosadashi.wixsite.com/my-site-2
Geen spoken en waanbeelden, maar autonomie en uniciteit
Op naar het scheppende niets !
(ja, ik kan ook dramatisch zijn, als ik wil)