Spring naar inhoud

Weg Met Wapentuig. Over Antimilitarisme En Anarchisme

13/10/2022

In vroegere tijden werd er over ‘De Wapens Neder’ gesproken (ook titel van het maandblad van de Internationale Anti-militaristische Vereniging in Nederland, I.A.M.V., 1904-1940). Er is dus sprake van een geschiedenis van het antimilitarisme. Bizar dat het moet herleven, want eruit blijkt dat wat oorlog voeren aangaat er niets geleerd is, behalve dat er steeds meer doden vallen…

In het oktobernummer van het Franse anarchistische maandblad Le Monde libertaire (nr. 1843) is een aantal artikelen opgenomen onder de noemer ‘Weg met alle legers’. Met de afdruk op de omslag van het nummer wordt daarop al vooruitgelopen. Het betreft een print van het werk van de Franse striptekenaar Jacques Tardi, die een aanzienlijk aantal antioorlog-stripboeken op zijn naam heeft staan. Martin Smit schreef daar eens een mooi stuk over (zie Online).

Natuurlijk is het niet vreemd zoveel aandacht voor antimilitarisme in een anarchistische tijdschrift te vinden. Militarisme is iets van staten (militaris, Latijn voor ‘wat de oorlog aangaat’; daarom spreek je in het burgerlijk bestaan over activisme, niet over militantisme). Het anarchisme is niet zo maar tegen ‘de’ staat, het is tegen waar de staat mede voor staat: dominantie in al zijn vormen. Hoe dat uitpakt in Le Monde libertaire kan men hieronder samengevat lezen. [ThH]

‘De ondergrondse van het anarchisme’

Het anti-oorlog gedeelte in Le Monde libertaire (LMl) opent met een beschouwing onder de titel ‘De ondergrondse van het anarchisme’, door Pierre Sommermeyer. Het bleek hem namelijk dat binnen de (Franse) anarchistische beweging personen voorkomen, die in de loop van de tijd ieder een soortgelijk standpunt ten aanzien van wapentuig en legers ingenomen hebben. Hoewel zij steeds in alle woelingen van de anarchistische beweging aanwezig waren (en zijn), wordt in Frankrijk voorbij gegaan aan hun bijzondere opvattingen, meent Sommermeyer. Daarom achtte hij er goed aan te doen om in deze, door de oorlog in Oekraïne getekende, tijd expliciet aandacht aan een aantal van die personen te besteden.

Al dan niet opmerkelijk opent Sommermeyer met korte biografieën van: Domela Nieuwenhuis (1869-1936), Bart de Ligt (1883-1938), Clara Wichmann (1885-1922). In elk van de biografieën geeft hij weer waar in het Frans hun ideeën zijn aan te treffen. Dat geldt evenzeer voor anderen die hij op deze wijze behandelt: Fritz Oerter (1869-1936), Ramus (1882-1942), Hem Day (1902-1969), Louis Lecoin (1888-1971). Over de laatste vindt men elders in het nummer van LMl een strip over twee pagina’s onder de titel ‘Louis Lecoin, pacifistisch activist, syndicalist en libertair’ (p. 46-47).

Verder treft men aan artikelen, getiteld ‘Antimilitarisme, pacifisme, sociale revolutie’, ‘Weg met het leger en alle overheersing’, ‘Legers, de beulen van het volk’. Een artikel uit 1974 wordt in herdruk aangeboden onder de titel ‘Soldaten van links’. Dan zijn er tenslotte nog twee bijdragen over een problematiek die ook heden meermalen langskomt via de oorlog in Oekraïne: het vernederende en verkrachtende optreden van soldaten jegens vrouwen. Laten we daarbij niet vergeten, dat dit inherent is aan het oorlog voeren. Oorlog is nauw verbonden met de masculiene identiteit: macht, mannelijkheid, patriottisme. Daarover nog het volgende.

Korte geschiedenis van de oorlog: Nieuwe Steentijd, Middeleeuwen, Hedendaags tijdperk.

Instrumentalisering van jongeren

De Franse sociologe, feministe en antimilitariste, Andrée Michel (1920-2022), heeft jaren geleden al de samenhang opgemerkt tussen genderpolitiek en het militair-industrieel complex. Zij ziet die samenhang als volgt (ik neem hier over wat ik tien jaar geleden al aan Andrée Michel ontleende):

‘Het concept van de militaire hiërarchie is die van de gerontocratie, waarin aan anciënniteit, senioriteit macht wordt verleend. Het jonge volk is daarbij instrument van de macht van de ouden. De oorlog rust daarmee op de instrumentalisering van de jongeren door overheersende ouderen. Maar, en nu komt het, de instrumentalisering van de jongeren heeft als gevolg de instrumentalisering van vrouwen. Want de vraag moet worden beantwoord: hoe kunnen jongeren de dood in worden gestuurd, zonder hen enige compensatie te geven, die de hoogmoed streelt die hen is ingeprent.

Het is om die reden dat in tijden van oorlog of militaire interventie, vrouwen worden getransformeerd tot instrumenten van plezier en sadisme ten laste van de jonge en minder jonge krijgers. Gedwongen prostitutie of verkrachting, vermoorden van vrouwen, het zijn toegestane praktijken als ze al niet officieel worden erkend. Dat alles is duidelijk te illustreren met de uitgevoerde onderzoeken naar het gedrag van de Amerikanen tijdens de oorlog in Vietnam. Die onderzoeken hebben aangetoond hoe een oorlog die expliciet tot functie had de ‘vrije wereld’ te verdedigen tegen het gevaar van het communisme, zich omvormde tot een oorlog tegen Aziatische vrouwen’ (zie integraal Online).

Op deze kwestie komt Hélène Hernandez uitgebreid terug in haar bijdrage in LMl onder de titel ‘Het patriarchaat in tijden van oorlog’. Naar aanleiding van een niet terug te vinden documentaire schrijft Caillou over ‘Verdomde oorlogen’. Die documentaire informeerde over het feit dat altijd weer ‘de wet van de oorlog’ geldt en waarvoor men niet uitkomt: overal waar soldaten zijn (dus ongeacht de nationaliteit), is er prostitutie, bedekt of openlijk, georganiseerd zelfs door het militaire systeem ter plaatse.

Mooi beroep toch, soldaat…

Thom Holterman

Le Monde libertaire nr. 1843, oktober 2022, 56 blz., prijs 4 euro.

No comments yet

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

%d bloggers liken dit: