Spring naar inhoud

Commons, Een Alternatief Voor Privaat Eigendom En De Staat

26/10/2022

Édouard Jourdain

De term commons verwijst naar gemeenschappelijke bronnen van leven (viswater, weidegronden, bossen etc.) en tegelijk naar hun organisatie als ‘publiek domein’ en gemeenschappelijk bezit. In de loop van de eeuwen zijn deze bronnen ontvreemd in de vorm van privatisering (de kwestie van de ‘enclosures’). Nieuwe sociale bewegingen laten de commons evenwel terugkeren en functioneren (!).

De Franse libertaire politicoloog Édouard Jourdain, ook bekend als redactielid van het libertaire tijdschrift Réfractions, legde enkele jaren geleden al een verband tussen het denken van Proudhon en de specifieke organisatie van de commons (zie Online). In een recent verschenen vraaggesprek met hem en het tijdschrift Le Comptoir van 20 september 2022 spreekt hij wederom over de commons. Het gaat nu over de betekenis daarvan in relatie tot de studie die de Amerikaanse politicologe Elinor Ostrom (1933-2012), de eerste vrouw die de Nobelprijs voor economie werd toegekend (2009) ernaar verrichtte. Haar werk over het verschijnsel ‘commons’ mag als baanbrekend worden gezien. De vragen aan Édouard Jourdain zijn erop gericht een toelichting te verschaffen (zie het artikel integraal Online). Ik vertaalde het vraaggesprek; zie hieronder. [ThH]

De kern van de kwestie

Gemeenschappelijke hulpbronnen (biens communs)  kunnen onderwerp zijn van collectieve regelgeving door een gebruikersgemeenschap, zoals weidegronden en viswater. Je spreekt dan over commons. Deze gemeenschappelijke hulpbronnen kunnen een politieke dimensie krijgen. Het gaat er niet alleen om hulpbronnen aan te wijzen met beheersregels, maar ook om te bedenken hoe een samenleving de commons kan beheren. In een anarchistisch perspectief zou je dan als kern van de kwestie moeten bedenken hoe je daarbij zowel de soevereine staat als het kapitalisme weet te passeren, aldus Jourdain.

Hoe dit alles te ‘denken’?

Elinor Ostrom

In dat geval is het nuttig te zien hoe Elinor Ostrom de commons (biens communs) losmaakt uit het klassieke onderscheid, dat de Amerikaanse econoom Paul Samuelson (1915-2009) maakte tussen private goederen en publieke goederen. Die worden gezien als de enige twee mogelijke manieren om goederen te beheren. Wat doet Ostrom in dat geval?

Zij voegt een derde type goederen toe, namelijk gemeenschappelijke hulpbronnen (of gemeenschappelijke goederen). Zij baseert zich daarbij op de commons die al duizenden jaren collectief beheerd werden (zoals irrigatienetwerken of visserij).Deze commons zijn verbonden met gemeenschappen en hebben dus een collectieve betekenis, waardoor individuen gaan onderhandelen en communiceren in een perspectief, dat niet gereduceerd wordt tot directe, eigen belangen. Omdat de commons onderworpen zijn aan zelfbestuur dat noch door de markt noch door de staat wordt opgelegd, is er altijd de zorg om het gebruiksrecht te verzoenen met het behoud van hulpbronnen. Deze verzoening, zoals blijkt uit het beheer van complexe commons, wordt mogelijk gemaakt dankzij de waarden die worden gedeeld door de leden van de gemeenschap.

Wat zijn de bijdragen van Elinor Ostrom aan de theorie van de commons?

Gaan we uit van de bekende drijvende krachten in de bestaande maatschappij, dan hebben we het particulier belang en concurrentie (voor de aanhangers van de markt) of van hiërarchie en onderwerping (voor de aanhangers van de staat). Dit  zijn slechts twee manieren van beheer/distributie van onder andere hulpbronnen. Die manieren tonen bij vele gelegenheden hun ontoereikendheid aan al naar gelang de kwestie die speelt [energiecrisis, voedselcrisis, nieuwe economische crisis, stikstofcrisis, klimaatcrisis; thh].

Met de theorie van de commons levert Elinor Ostrom een bijdrage op twee essentiële punten. Het eerste is dat het laat zien dat individuen het vermogen hebben om samen te werken en regels te bedenken voor de coördinatie en het beheer van wat zij beschouwen als onderdeel van een gemeenschappelijk belang, waardoor een gedeelde verantwoordelijkheid van individuen ontstaat.

Het tweede punt is dat het laat zien dat de effectiviteit en ontwikkeling van de commons alleen kan worden opgevat in een breder kader dan die van alleen de commons zelf. Zo vormen ze een onderdeel van een politieke benadering voor zover ze deel uitmaken van een institutionele en materiële omgeving die ze meestal overstijgt.

De vraag is dan, hoe de commons in een economisch systeem opgenomen kunnen worden, dat liberaal noch étatistisch is? We moeten hier terugkeren, zegt Jourdain, naar het fenomeen van de ‘enclosures’ in Engeland om te begrijpen wat er fout kan gaan. Het afsluiten, het omheinen van de commons, waardoor de bestaande praktijk van ‘gemeenschappelijk gebruik’ te niet werd gedaan. Dit deed terecht daartegen een verzetsbeweging ontstaan. Deze sloot aan bij een vorm van samenwerken, die zich met allerlei  hertoe-eigeningsvormen verweerde.

Wat er door die enclosures, die omheining, van commons gebeurde, is indringend omschreven door Thomas More (1478-1535), in zijn in de 16de eeuw uitgekomen Utopia en waaruit Jourdain citeert: ‘De edelen, de rijken en zelfs de zeer heilige abten (…) sneden uitgestrekte landerijen af van de landbouw, veranderden ze in weiden, braken huizen en dorpen af ​​en lieten daar alleen de tempel achter om als stal voor hun schapen te dienen. Ze veranderden de meest bewoonde en best gecultiveerde plaatsen in woestijnen. (…) Zo omsloot een uitgehongerde vrek duizenden hectaren binnen dezelfde omheining; en eerlijke boeren werden uit hun huizen verdreven, sommigen door bedrog, anderen door geweld, de gelukkigste door een reeks ergernissen die hen dwongen hun eigendommen te verkopen.’  

We vergeten vaak dat het fenomeen van insluiting van de commons ook een staatsoorsprong heeft. Dat is niet zozeer om financiële redenen (ook al wordt de onroerendgoedbelasting een centraal element in de ontwikkeling ervan) als wel om juridische redenen: de staat wil het eigendomsrecht kunnen monopoliseren.

De commons als rechtsbron (bij wie berust de eigendom?) vormden namelijk een obstakel voor de staat. De commons maakten een vorm van toe-eigening mogelijk als een ​​alternatieve manier voor privé-eigendom en publieke- of staatseigendom. Dat deden zij door vormen van samenwerking en zelfbestuur te ontwikkelen en door vormen van gemeenschappelijke hertoe-eigening van openbare aangelegenheden of gemeenschappelijke goederen.

Hoe zou ‘een politiek van de commons’ eruit zien?

Er zijn verschillende varianten, zegt Jourdain. We kunnen bedenken dat het zich moet beperken tot een derde sector die verondersteld wordt paal en perk te stellen aan de schade van de markt en de staat door een beetje meer democratie en gelijkheid te bevorderen. Wat hem betreft, denkt Jourdain dat zo’n optie gedoemd is te mislukken: in zo’n omgeving dreigen de commons te vergaan of een steunpunt te vormen van een systeem dat slecht werkt.

Hij gelooft eerder dat de commons alleen een toekomst kunnen hebben als ze een andere matrix vormen dan de gebruikelijke voor het beheren van zowel het economische als het politieke element. Met name moeten andere vormen van ‘corporate governance’ worden ontwikkeld die in hun beheersraad werknemers, lokale autoriteiten en gebruikers onderbrengen, waarbij tevens ecologische kwesties worden geïntegreerd [het gaat hier om, neem ik aan, een andere vorm van ‘governance’ dan die ik kritiseer in mijn brochure Groene kernenergie en andere valse concepten; Utrecht, 2022; thh.]. Ook op institutioneel vlak moeten de besturen, in het bijzonder die van de lokale besturen, een maximum aan belanghebbenden kunnen integreren, zodat de staat zich niet langer opstelt als eigenaar van de publieke zaak.

Tussen het economische en het politieke, denkt Jourdain dat de commons moeten worden geïntegreerd in een federalisme waarvan Proudhon al in 1860 de basis heeft gelegd. In dit perspectief kan juist het begrip ‘algemeen belang’ opnieuw worden ingevuld, of als je daaraan de voorkeur geeft: gemeenschappelijk belang.

Édouard Jourdain (vertaald en bewerkt door Thom Holterman; het vraaggesprek is integraal te vinden op de site van het Franse Le Comptoir, waar men ook de noten aantreft; zie Online).

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

%d bloggers liken dit: