Soberheid Uitgedaagd. Stikstofcrisis en Economische Metamorfose (4/4)
De stikstofcrisis is een facet van de immanente crisissfeer van de kapitalistische productie- en consumptiewijze. Kapitalistisch handelen zet aan tot destructie van wege het plunderen van hulpbronnen. Dat doet zich in vele facetten voor, van uitbuiten van mensen en vernietigen van de natuurlijke omgeving. Die crisis te lijf gaan heeft ook verschillende kanten, bijvoorbeeld naast technisch-mechanische is er de noodzaak tot economische metamorfose: van kapitalistisch in antikapitalistisch. Deze problematiek breng ik in vier delen onder de aandacht.
Het eerste deel betrof ‘De grote plundering’ (zie Online). Om het geproduceerde ook geconsumeerd te krijgen, moeten mensenhersens daarvoor rijp gemaakt worden. Dat vindt men in het tweede deel ‘Beschikbare menselijke hersens’ (zie Online). Wie daar tegenin gaat om aan een economische metamorfose te werken, zal worden geconfronteerd met allerlei vormen van autoritarisme om het opgang brengen ervan te blokkeren. Dat werd in dit derde deel besproken (zie Online). De metamorfose waarover het gaat, verlangt (onder meer) een radicale soberheid gecombineerd met sociale rechtsvaardigheid. In het vierde deel wordt dit verduidelijkt. [ThH]
Einde van de overvloed?
De Franse neoliberale president Macron richtte zich op 24 augustus 2022 in een zitting van de ministerraad tot het gewone volk. Hij kondigde in zijn betoog aan het ‘einde van de overvloed’ (fin de l’abondance). Dit werd live op televisie uitgezonden. Ineens was het kennelijk afgelopen met al dat moois waar Macron voordien over sprak. Even ter herinnering: wie werd er in 2017 verkozen met een politiek programma ter ere van globalisering? Emmanuel Macron. Hij hield niet op hen te bespotten die kritiek hadden op een kapitalisme, dat gebaseerd is op de onbeperkte exploitatie van hulpbronnen, of hen die met een analyse kwamen van de vernietiging van de volks- en middenklasse in ontwikkelde landen onder invloed van ongereguleerde globalisering en ongeremde vrijhandel, of beide tegelijk. Hij noemde hen afwisselend ‘doemdenkers’ of ‘reactionairen’ en meer recentelijk, ‘Amish’. Weg dus nu de opwekkende verhalen uit ‘macronie’?
Er volgde ook geen perspectief waar je in een hoek een blauwe hemel zag verschijnen. Het eind van de overvloed geldt namelijk vooral voor hen die het niet rijk hebben. De woordvoerder van Macron legde uit dat ‘we’ niet tot in het oneindige de prijzen (van energie) kunnen bevriezen. Het ging hem erom de geesten voor te bereiden op moeilijke, komende maanden.
Het gaat niet over fundamentele verandering van de economie. Dat blijkt wel uit de veeg uit de pan die een Franse staatssecretaris kreeg voor de lancering van het idee de vluchten van privé-jets te reguleren in naam van de strijd tegen de klimaatsverandering. Hij kreeg te horen van zijn minister belast met ‘ecologische transitie’, dat de ecologie erbuiten gelaten moest worden (Le Monde van 26 augustus 2022). En als ‘soberheid’ wordt opgevoerd, dan heeft het een categorische inhoud (zoals ‘energie soberheid’) en is het naar tijd limitatief bedoeld: als de oorlog in Oekraïne beëindigd is, dan kunnen alle remmen weer los. Net zoals het ging bij de coronacrisis. Er zal weer sprake van overvloed zijn, als ‘we’ onze schouders er onder zetten…
[Tekst cartoon: Vervuiling: privéjets verbieden? De miljardair tegen zijn piloot: ‘Ga maar landen, ik neem de bus!’…’U maakt een grapje?’…’Ja.’
Soberheid
Toch zal men in de sfeer van de klimaatcrisis over soberheid moeten nadenken en wel in radicale zin. Eerst evenwel aandacht voor het woord ‘soberheid’. Soberheid is niet alleen een containerbegrip, het is ook een modewoord geworden, zo lijkt het. De intentie van ‘soberheid’ komt men tegen in de uitdrukking ‘met mate’ of ‘maat houden’ (bij eten en drinken bijvoorbeeld). Matigheid komt men als synoniem tegen. Vervolgens valt op dat soberheid ten behoeve van ongelijksoortige situaties wordt gebruikt. Zo kent het een kwantitatieve kant en een kwalitatieve kant. De kwantitatieve kant is te herkennen waar soberheid bepleit wordt voor een bepaalde categorie van hulpbronnen (zoals ‘energie’) en of voor een bepaalde duur. De kwalitatieve kant is aan de orde als soberheid naar een levensfilosofie verwijst of naar het regelen van sociale problemen.
Door een goede invulling van soberheid laat het zich denken, dat de klimaatverandering er mee is te bestrijden, de uitstoot van broeikasgassen is te verminderen en in 2050 koolstofneutraliteit te bereiken. Maar let op, schrijft de Franse syndicalist en ingenieur Jean Claude Boual in het links-republikeins Franse internet tijdschrift ResPUBLICA van 12 september 2022: ‘Nadat dit is geflikt, houden we een containerbegrip over dat ons de oplossing lijkt te bieden voor de crises die worden veroorzaakt door een uitbuitingssysteem zonder grenzen. Het maakt mogelijk veel te verdoezelen en mensen te laten geloven, dat een oplossing toegankelijk is zonder ooit het probleem diepgaand aan te pakken en dus om het kapitalistische productiesysteem in stand te houden’ (het artikel is integraal te lezen op de genoemde site, zie Online).
Onder het kopje ‘Soberheid en kapitalisme’ merkt Boual onder meer op dat er natuurlijk allerlei zaken in soberheid zijn uit te voeren en ook laten zich technische oplossingen bedenken onder het kapitalisme. Maar het bestaan van het kapitalisme moet in een antikapitalisme gekeerd worden, want waar het omgaat bij antikapitalisme is de eliminatie van het winst-denken. En in de meeste gevallen gaan de ‘priesters van soberheid’ niet zover. Zij blijven zich binnen het kapitalisme ophouden. Zo kunnen zij zelfs bruikbaar zijn om goede sier te maken (Pierre Rabhi bijvoorbeeld voor de (ex-)Eerste Minister Éduard Philippe onder Macron, met diens ‘anti-verspilling’ initiatief of gewezen ministers als Françoise Nyssen en Nicolas Hulot onder Macron).
Voor een ieder is er wel een ‘soberheid’ die past. Voor de een is het ‘een model dat respect toont voor het milieu’, voor de ander ‘respect voor het milieu maar tegelijk de maat voor het sociale omdat die twee door hetzelfde probleem worden getroffen. Want, zo betoogt Boual: ‘Inderdaad, de rijkste 10% van de Fransen (en we hebben het niet over het productieproces, verkoop en consumptie, en ook niet over de manier van leven van de grote bazen en financiers die als voorbeeld worden gegeven in de zogenaamde arbeiderspers) hebben in 2019 24,7 ton CO2 (carbon dioxine als bekendste broeikasgas) per hoofd van de bevolking uitgestoten, vijf keer meer dan de minder welvarende helft van de bevolking. Er is inderdaad een klassenverhouding in de uitstoot van broeikasgassen, klimaatverandering, verlies aan biodiversiteit en consumptie in het algemeen.’ Daaraan voegt hij toe waar het in radicale zin om draait.
‘Soberheid… een matiging in de uitstoot van broeikasgassen, in het gebruik van energie in al zijn bronnen en vormen, in het verdwijnen van biodiversiteit. Minder gas of olie voor iedereen, minder vlees voor iedereen, minder reizen voor iedereen. Maar wat houdt dit ‘minder’ in, gemeten naar het fortuin en de maatschappelijke positie van de rijksten? Matiging, maar geen verandering van regime.’ Dit laatste moet evenwel een van de leidraden zijn voor de inzet van soberheid. In dat geval is er sprake van radicale soberheid, die uitdaagt.
Metamorfose
Soberheid stamt uit Antieke tijden en de redengeving leert, dat het niet om een gril gaat. Ik besteedde daar aandacht aan in hoofdstuk acht van mijn brochure Groene kernenergie en andere valse concepten (Utrecht, 2022). Er zijn ook romantisch aandoende beschrijvingen te vinden, die een meer plaatselijke sfeertekening geven. Een ervan wil ik de lezer niet onthouden. Hij is van A. Den Doolaard (pseudoniem van de schrijver Bob Spoelstra, 1901-1994) en komt uit Dit is Griekenland. Het vasteland (Amsterdam/Antwerpen, 1958) (in ‘pdf’ Online).
A. Den Doolaard over soberheid: ‘Te veel tabak en te weinig koren; te veel olijven en te weinig water; sappige vruchten, maar schaarse mineralen; uitbundige wijn en magere veestapel – ziedaar de Griekse nooddruft. Griekse soberheid is niet alleen klassieke deugd, maar ook dagelijkse noodzaak. Maar juist deze soberheid verleent de armoede waardigheid; en zelfs over een gescheurd hemd draagt de Griek de onzichtbare koningsmantel van zijn ‘philotimo’ (een complexe reeks van deugden), zijn onvernietigbaar zelfbesef.
[Foto: Den Doolaard (rechts) armpje-drukken met een Griek.]
Een met goederen verwende westerse wereld gelooft, dat meer modern comfort meer levensgeluk meebrengt. De Griek gelooft in geluk door eenvoud: een keukenstoel in de schaduw van een loofhut, een kleine dronk ‘ouzo’ en een groot glas water, kalm triktrakspel en heftig dispuut met vrienden. Zo heeft ook het nieuwe Griekenland een boodschap voor de wereld: hoe men van weinig veel kan maken, door matigheid in alles, behalve in levenslust’ (p.5).
In een economie die de metamorfose heeft doorgemaakt van kapitalistisch naar niet-kapitalistisch kan het organisatorische doel zijn, zo zagen we in deel III: voldoen aan de behoeften van eenieder (gelijkwaardigheid). Het betekent produceren zonder winstoogmerk. Daarmee is de destructie als intrinsiek element van de kapitalistische productiewijze opgeheven (zie deel I). Uitgaande van soberheid verzekert het: produceren ten behoeve van het dagelijkse leven van de behoeften-voldoening met het oog op het welzijn voor iedereen, met in acht name van natuurlijke beperkingen (denk aan schone lucht, water, gronden, natuurlijke omgeving). De kwestie is te willen doorzien wat er in feite beoogd wordt, of, zoals Christaan Weyts het formuleert in zijn rubriek ‘De goede oude tijd toen alles slechter was’: ‘Kunnen we beperkingen ook anders ervaren dan als achteruitgang. Kunnen we leren ze op te vatten als vooruitgang op een ander vlak?’. En hij vult verderop in zijn bijdrage aan: ‘Het lijkt me geen achteruitgang als schaarste en krimp ons dwingen een wegwerphouding de rug toe te keren’ (NRC van 10-11 september 2022).
Voorbeelden van de concentratie bij soberheid op behoeften van eenieder kunnen per periode verschillen. Kennisname van het boek, getiteld De verovering van het Brood, van de Russische geograaf en anarchist, Peter Kropotkin (1842-1921) kan helpen om op gedachten te komen, om welke behoeften het dan zoal gaat: de gebruikelijke levensbehoeften (het boek is in het Nederlands vertaald en kent een herdruk uit 2012; Kelderuitgeverij, Utrecht). Heden ten dage wordt in verschillende delen van de wereld uitdrukking gegeven aan de metamorfose, dus ook die is niet onbekend. Te denken is aan Rojava (de federatie van Noord-Syrië) (zie Online) en het zapatistische Chiapas (Mexico) (zie Online). Wat zijn daar zoal de organisatorische voorwaarden voor?
Organisatorische voorwaarden
De organisatorische voorwaarden waaronder een ‘soberheid’ kan gedijen liggen in het verlengde van wat een economische metamorfose zal weten te bereiken. Zo is soberheid een kwestie van (sociale) rechtvaardigheid en van solidariteit, die afziet van een maatschappelijke situatie waarin de opstapeling van materiele zaken een bewijs van persoonlijke ontplooiing is. In zo’n geval is het mogelijk samenlevingen te creëren gebaseerd op ‘nieuwe’ denkbeelden. Ik zet nieuwe hier tussen ironiseertekens, want vele elementen waarbij dat ‘nieuwe’ wordt ingeroepen, blijken al oud te zijn. Deze zijn in het neoliberale tijdperk evenwel onder druk gezet en ‘geneutraliseerd’.
De metamorfose van de economie komt onder meer tot uitdrukking in het feit dat niet langer het individuele kapitaal, maar ‘maatschappelijk kapitaal’ de organisatie van de productie initieert. ‘Maatschappelijk’ verwijst hier organisatorisch naar de ‘basis’ (gemeenten, associaties die opereren vanuit een algemene vergadering). Voor zover ervan een activiteit sprake is die de grenzen van een enkele territoriale of functionele basisgemeenschap overschrijdt, zal de uitvoering via federalisering plaatsvinden. Martin Buber heeft in zijn Paden in utopia (1952, Nederlandse vertaling 1972) deze maatschappelijke constellatie, ontwikkeld vanuit het denken van Proudhon en Kropotkin. Daaraan heeft hij de naam gegeven ‘dubbele intercommunale verbinding’ (p. 54). Nadien heb ik dit enigszins uitgewerkt voor het Nederlandse recht aangaande decentrale rechtsgemeenschappen (zie mijn boek Recht betreffende lagere rechtsgemeenschappen, 1987, tweede druk, p. 91-21).
Het is gebruikelijk dat zij die zich met soberheid bezighouden, verwijzen naar basisgemeenschappen, zoals ook de socioloog Raf Janssen doet die een proefschrift verdedigde, getiteld Armoede of soberheid (1990). Voor het samenwerkingsverband ‘Sociale Alliantie’ schreef hij het artikel ‘Pleidooi voor een economie van volle soberheid’, waarvan ik enkele passages zal samenvatten, omdat ze een goed beeld schetsen waarom het in de kern gaat (het artikel is integraal op internet te lezen, zie Online).
Raf Janssen gaat ervan uit, dat alleen het tot stand brengen van een economie van volle soberheid mens en natuur toekomst kan bieden. De gehele maatschappelijke organisatie zal zich moeten voegen in de grenzen die de natuur stelt, omdat deze zich anders tegen de mens gaat keren en daarmee de basis ontneemt aan elk menselijk en maatschappelijk leven. Het noodzaakt tot ecologische omvorming van de industriële samenleving. Een dergelijke omvorming is veel meer en ook iets heel anders dan nagestreefd wordt met een vergroeningspolitiek die delen van de natuur onder de werking wil brengen van het marktmechanisme. Dit is precies wat op de schop moet.
De theoretische en praktische inzichten en ervaringen van de veelkleurige sociale bewegingen uit de jaren tachtig van de vorige eeuw worden momenteel herontdekt en geactualiseerd door nieuwe bewegingen rond de commons (gemeengoed; gemeenschappelijke hulpbronnen). Dit door Raf Janssen genoemde verschijnsel is inderdaad een van de andere voorbeelden om de economische metamorfose een ‘gezicht’ te geven. Het verschijnsel, op zich al vele eeuwen oud, is nadien wetenschappelijk op de kaart gezet door de eerste vrouw die de Nobelprijs voor de economie verwierf, de Amerikaanse politicologe Elinor Ostrom (1933-2012). De libertaire Franse politicoloog Édouard Jourdain legt in een vraaggesprek met het Franse tijdschrift Le Comptoir uit wat Ostrom’s bijdrage is aan de ontwikkeling van de theorie van de commons (ik vertaalde het vraaggesprek, zie Online).
Raf Janssen duidt de geactualiseerde basisbewegingen rond de commons als sociale coöperaties, ongeacht de juridische vorm die ze (moeten) kiezen. Met een groeiend aantal initiatieven rond ‘commons’ ontwikkelen zij zich tot ‘crafting communities’ die brandlanen banen uit het gangbare economische denken en doen. Dat vraagt om het ontwikkelen van economische modellen die een alternatief bieden voor de egoïstische rationaliteit en het bezitsindividualisme van de gangbare groei-economie (Janssen wijst daarbij op een publicatie hierover: Guido Ruivenkamp and Andy Hilton (eds.), Perspectives on Commoning. Autonomist Principles and Practices, Zed Books London 2017). Dat vraagt evenzeer om het opbouwen van nieuwe gemeenschappen die zich oriënteren op een maatschappelijke orde voorbij de natiestaat, die zich verzetten tegen neoliberalisme en die vernieuwende maatschappelijke experimenten opzetten vanuit sociale verbeeldingskracht…
Radicale soberheid
De discussie over soberheid wordt regelmatig verlegd van de oorspronkelijke betekenis ervan in de richting van de beperkte gebaren met de bedoeling nadien op oude voet door te gaan. De meer omvattende term, die lange tijd een banier van radicaliteit was, is dan teruggebracht tot vermindering van verspilling, waardoor die verenigbaar is met groei, legt Mathilde Szuba, milieusociologe en docente politicologie aan de Sciences Po te Lille uit in een vraaggesprek met de numerieke Franse tijdschrift Reporterre (zie Online).
In de politicologie, zegt zij, wordt dit een framingconflict genoemd: in de publieke sfeer grijpen actoren een term aan en proberen deze op hun eigen manier te herdefiniëren. Als we deze goedkope herdefiniëring accepteren, zullen we niet alleen de politieke betekenis ervan uit het oog verliezen (depolitiseren) maar ook het feit dat ze krachtige instrumenten van sociale rechtvaardigheid zou kunnen leveren.
Het is om dingen te depolitiseren, om een gebeurtenis te behandelen alsof ze ons overkomt zonder dat we het hebben kunnen voorzien, als een speling van het lot. Al tientallen jaren zijn er echter veel waarschuwingen geweest over fossiele afhankelijkheid en alle problemen die het met zich meebrengt: diplomatiek, klimatologisch… De situatie zal blijven bestaan als we niet praten over vermindering op lange termijn, over distributie-inspanningen en over sociale rechtvaardigheid. En niet alleen om de zwaksten te beschermen, maar ook om de grootste verbruikers met vermindering te confronteren.
‘We staan oog in oog met de meest significante vraagstukken ooit in de geschiedenis.Neem alleen de laatste paar dagen. We hebben geleerd dat het Amazonegebied een tipping point, een omslagpunt heeft bereikt, jaren voordat we dat gedacht hadden. Als de Amazone te veel ontbost wordt, zal er te weinig vocht zijn om het bos te onderhouden, waarna het een savanne kan worden. Desastreus voor Brazilië en voor de wereld.’ (Noam Chomsky in een vraaggesprek; zie het vraaggesprek met hem in het dagblad Trouw van 14 september 2022, Online.) Toch anticiperen politici niet. Dat zie je overal gebeuren, dus is het een passende vraag aan Mathilde Szuba of zij daar een verklaring voor heeft.
Zij observeert het volgende. ‘De toekomst is per definitie onzeker, en zolang stemmen je vertellen dat we er zonder al te veel schade uit kunnen komen door op dit of dat af te wenden, creëert het een landschap van tegenstrijdige berichten waarmee we onszelf gerust kunnen stellen. Bij twijfel vertrouwen we liever op de boodschap die ons het meest aangenaam is. Lobbyisten weten hier heel handig gebruik van te maken. Bovendien, als we naar de geschiedenis van de 20e eeuw kijken, kan men de indruk krijgen dat de westerse wereld met succes verschillende ernstige crises overwonnen heeft, dus waarom deze niet?’
In de jaren na de Tweede wereldoorlog, zo gaat zij verder, ‘nam het niveau van westerse luxe enorm toe en sinds de tweede oliecrisis besteden we onze tijd aan het hervinden van die periode van waanzinnige groei. De generaties die dit hebben meegemaakt zijn er erg door getekend en hebben moeite om het op te geven. Ten slotte is er het ruïne-effect. We hebben zoveel ingezet op ‘de samenleving van overvloed en consumptie’ dat het tegenwoordig pijnlijk is om het op te geven. Echter de vraag van vandaag is niet langer hoe de vruchten van overvloed te delen, maar hoe soberheid via sociale rechtvaardigheid aan te pakken.’ Een toelichting voor dit laatste troffen we hierboven aan onder de tussenkop ‘Organisatorische voorwaarwaarden’. Kortom, soberheid wordt uitgedaagd!
Thom Holterman
Geef een reactie Reactie annuleren
Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.