Spring naar inhoud

BLADEREN – 38: Boeken, tijdschriften, acties

21/04/2024

Rubriek Cees Bronsveld.  De journalist en auteur Hans Schoots, die een paar jaar terug een even ingewikkeld als verhelderend boekje publiceerde – hij deed kortom zijn best! – over het Nederlandse maoïsme (Maoïstische Herinneringen, 2o18), publiceerde onlangs ook een kloek boek over politiek extremisme in Nederland. Zowel links als rechts extremisme passeren de revue in dit boek dat hij de prima titel Grootse Gedachten gaf. Ook aandacht voor het anarchisme. Schoots heeft het onder meer over een tweetal anarchistische bladen… en wel in een paragraaf waar Mao in de polder boven staat. Tsja… Zijn redacteur bij zijn uitgever zat kennelijk ook te slapen.

Maar goed… “Er heerste nostalgie naar een grootser verleden”, stelt Schoots vast als hij De Vrije, als opvolger van De Vrije Socialist noemt. Daar heeft hij ongetwijfeld gelijk in. Verder vallen er wat namen waaronder die van Lehning enConstandse, maar nadere gegevens zoals bijvoorbeeld de jaren waarin beide bladen verschenen ontbreken. De AS – waarvan de webmaster Thom Holterman van deze site, medewerker André de Raaij en schrijver dezes voor langere of kortere tijd redacteur waren, becommentarieerde weliswaar de actualiteit, aldus Schoots, maar ook dit blad was eveneens ‘sterk gericht op de geschiedenis van het anarchisme’. En: “De AS zou op den duur een oerdegelijk tijdschrift worden dat ook voor niet-anarchistische historici zeer lezenswaardig was”, schrijft Schoots.

Ook ‘Appelscha’ wordt geprezen: anarchisten van diverse generaties treffen elkaar daar nog steeds en houden de geest levend, aldus Schoots. Hij heeft het slechte nieuws dat daar een half jaar geleden of zo vandaan kwam – gedoe van en over Hazekamp –  kennelijk nog niet vernomen. Jos Palm recenseerde dit boek voor De Groene maar hij verzeilde met zijn verhaal helaas achter een betaalmuur. We vernemen op de site van De Groene nog net wel dat Schoots zou laten zien dat “Nederland tussen 1900 en 2000 weliswaar extremistische bewegingen kende, maar dat de redelijkheid de polder domineerde. De huidige rechtse krachten zijn een unicum.” Voor het artikel uit de Groene, 14.2.2024 moet je dus naar je lokale bibliotheek – voor zover die inmiddels niet is wegbezuinigd. (Hans Schoots, Grootse gedachten. Extremen in democratisch Nederland 1918 – 2019, Boom (Amsterdam 2024, 368 blz., € 29,90)).

Ik herinner mij Onkruit. De AS-redactie was op zijn minst ook een beetje blij dat uit Onkruit-publicaties bleek dat instanties als de BVD – ik ben de details vergeten – De AS op zijn minst ook een beetje in de gaten hield. Wij waren als De AS gelukkig toch ook een beetje staatsgevaarlijk!  Zo zit de hiërarchie onder ‘revolutionairen’ toch wel in elkaar. Zo herinner ik mij ook van verhalen over een Onkruit-bezoek bij een AS-redactievergadering van “voor mijn tijd”: daar werd tot grote verbijstering van de gasten Franse kaas en wijn geserveerd!  Waarmee we bijna weer in Frankrijk zijn beland.

Maar eerst nog even bij mij thuis, in het voorjaar van 1988. In mijn “studentikoos ingerichte woonkamer aan de Rotterdamse Westkruiskade”, zo berichtte Raymond van den Boogaard in NRC Handelsblad van 21.5.1988, in een aflevering van een reeks bezoeken aan redacties van ‘opmerkelijke periodieken”. Ik begrijp bij herlezing dat Marli Huijer, de latere Denker des Vaderlands toen ook van de partij was. Haar voorstel aandacht te besteden aan Voltarine de Cleyre(1866 – 1912) herinner ik mij. We zouden er op terugkomen maar dat is nooit gebeurd helaas. Toen haalde het ook zelfs de krant “dat er een fles rode wijn op tafel kwam”. De ‘burgerlijkheid’ daarvan was toen hopelijk al verwaarloosbaar? 

Frankrijk dus. Rob Kemps: hij werd bekend door zijn samenwerking met de inmiddels ‘soort van’ gesneuvelde Matthijs van Nieuwkerk in twee series tv-programma’s over Franse Chansons. Kemps wist alles van en over Jacques Brel, Van Nieuwkerk’s held was Charles Aznavour. Ze maakten samen na twee series ook het boek Chansons dat helaas nauwelijks iets toevoegde aan wat er in het tv-programma te zien was. (Meulenhoff, Amsterdam, 2021).

Kemps publiceerde onlangs een boek over de beroemde Parijse begraafplaats Père-Lachaise, onder de titel Hemel op aarde. Het werd een publieksboek “met de mooiste verhalen” over de begraafplaats. Dus zeker geen aandacht voor het graf van Proudhon of de urn van de Oekraïense anarchist Machno. Zowaar wel enige aandacht voor de Commune van Parijs, al werd de roemruchte ‘Mur des Fédérés’ geloof ik niet genoemd (zie hierover bijvoorbeeld Wikipedia, Online). Vermeldenswaard zijn nog wel de wat Kemps de ‘gefotoshopte’ foto’s van twee gefusilleerde generaals noemde. Beiden werden zonder proces vermoord, zo weet hij. Kemps geeft zijn lezers daarbij helaas nul komma nada context: een must lijkt me zo, juist in een publieksboek! Al met al een boek dus dat je beter kunt overslaan (Meulenhoff Amsterdam, 2023, 230 blz., € 24,99).

Een groene Marx. Het is weer eens zover… Nu is het de Japanse filosoof Kohei Saito die met een groene interpretatie van Marx komt aanzetten, in een boek dat in Nederlandse vertaling Systeembreuk zou gaan heten. De omslag stelt verder dat het boek “een nieuwe visie op kapitaal, natuur en maatschappij als antwoord op de klimaatcrisis” is. Saito zegt belangrijke inzichten te hebben ontleend aan de late (!) Marx. Zo werkte hij, toen hij in Berlijn zijn dissertatie schreef, mee aan de uitgave van de Marx-Engels-Gesamtausgabe. Uit allerlei ongepubliceerde verspreide aantekeningen zou in zijn ogen toen een heel andere Marx naar voren gekomen zijn: een denker die oog had voor de kringloop van de natuur en niet meer geloofde dat de vooruitgang alleen werd gedragen door de industrialisatie van Europa. Kaito acht vooral een brief aan ene Vera Zasoelitsj van belang (pp. 141 – 143). In 1881, twee jaar voor zijn dood, schreef hij een brief aan deze Russische revolutionair. Daarin sprak hij zijn waardering uit voor de agrarische dorpsgemeenschappen in Rusland, democratisch bestuurd door de boeren zelf.

Marx zou vervolgens zijn gaan beseffen dat hij zijn vroegere progressieve geschiedenisbeeld zou moeten herzien. Kapitalisme betekende geen vooruitgang! Een al met al best wel interessante studie dus, vooral ook omdat Kaito zijn boek breed opzette maar het toch ‘behapbaar’ wist te houden. Zo is er aandacht voor de stadslandbouw in Detroit en geeft hij korte maar krachtige analyses van het werk van bijvoorbeeld Gorz en Piketty. In de Volkskrant (24.2.2024) een interview met een, gelet op het niet altijd even vrolijk makende onderwerp, zeer optimistische auteur. Ik citeer uit de lead over dat interview:  “Als we weer vertrouwen krijgen in elkaar, dan zal de neoliberale homo economicus een mythe blijken.” Met de kop daar weer boven had ik wel wat moeite: Een betere wereld begint bij Marx. Want dat lijkt mij nog altijd grote onzin… Twee jaar voor zijn dood schreef hij pakweg 98.2 % van hetgeen er onder de naam ‘Marx’ in die  Marx-Engels-Gesamtausgabe terecht kwam! (het vraaggesprek in de Volkskrant, zie Online.) 

In de vorige aflevering van deze rubriek stond ik even stil bij de draai de antimilitarist Roel van Duijn (1943-) maakte. Intussen publiceerde hij zelfs een pleidooi vóór de dienstplicht: Deze Provo pleit voor de dienstplicht (NRC 2.3.2024). Theo Koster liet per ingezonden brief weten het daar niet mee eens te zijn: hij zou, als die dienstplicht er inderdaad zou komen onmiddellijk wéér een Vereniging voor Dienst- en Totaalweigeren oprichten. In dezelfde aflevering van NRC’s brievenrubriek wijst Jos van Eijnhoven er op dat niet de wereld, maar toch vooral Roel van Duijn veranderd is (NRC,5.3.2024).

Ewald Engelen en \Martijntje Smit schreven een wat uitgebreidere reactie onder de kop Slaapwandelend een nieuwe wereldoorlog in (NRC, 8.3.2024). “Hoe valt het te verklaren dat de vele pacifistische organisaties en initiatieven die Nederland van oudsher kende niet of nauwelijks tot het politieke debat doordringen?” De auteurs verwijten politiek en media een consensus te creëren die niet of nauwelijks wordt uitgedaagd. Manufacturing Consent noemde Chomsky dat, onder meer in het gelijknamige boek dat hij schreef met Edward S. Herman (Pantheon Books 1988). Maar goed… er is weer enige discussie over dit soort zaken…

“De Wapens Neder” heette het ooit in het antimilitaristische anarchisme van het IAMV. Ik heb mij eigenlijk nooit afgevraagd waar die nogal voor de hand liggende naam vandaan kwam maar sinds ik Greta Noordenbos’ biografie van Bertha Von Suttner (1843 – 1914) in handen kreeg, stel ik die vraag wel. Deze Suttner, van adellijke komaf, werd feministe en vredesactiviste. Zij haalde ook Alfred Nobel over om toch vooral ook een Prijs voor de Vrede in te stellen hetgeen gebeurde. In 1905 zou Suttner zelf deze prijs winnen! Ze schreef eerder een succesvolle anti-oorlogsroman, Die Waffen Nieder (1889). Rudolf de Jong liet mij desgevraagd weten dat Suttner en haar roman ook in Nederland in die jaren bijzonder zeer populair waren! Hij wees daarbij ook op een niet onbelangrijk verschil tussen Suttner en het IAMV: Suttner sprak ‘staten’ aan, het IAMV ‘de mensen’… Toch zou het zomaar kunnen dat haar romantitel de inspiratie was voor het IAMV-blad.

De speerpunt van actievoerend Nederland is anno 2024 vooral het klimaatactivisme. Uiteraard wordt beseft dat draagvlak daarbij belangrijk is… Als de protestacties ontwrichtender worden, neemt de steun er voor af. Zie bijvoorbeeld het NRC artikel met de kop Hardere acties, minder sympathie (zie Online). Anderzijds: van ‘gewoon demonstreren’ heeft niemand last en onderstreept daarmee vooral de tolerantie die ‘het systeem’ aan tegenstanders daarvan biedt. Repressieve tolerantie noemde filosoof Herbert Marcuse (1898 – 1979) dat. Immers: het effect is vooral ook “Kijk e’s, je mag hier demonstreren, protesteren en wat niet al”. Maar intussen verandert er niks!

Ik meld daarom nog maar eens het verschijnen van de broodnodige nieuwe vertaling van Marcuse’s De eendimensionale mens, ingeleid door Thijs Lijster waarin Marcuse onder meer de notie van die repressieve tolerantie ontwikkelt.

Gaat het bij het voeren van acties hiermee om overwegingen aan ‘de achterkant’ – waar dan de vraag centraal staat: Werkt het? – aan ‘de voorkant” spelen andere vraagstukken. Kan en mag het ook?, ethisch gezien. Het online-verschijnende filosofietijdschrift Filosofie & Praktijk besteedde aan deze belangrijke vragen een themanummer over Burgerlijke Ongehoorzaamheid (Filosofie & Praktijk, 44: 3 – 4, Amsterdam UP, gratis digitaal beschikbaar via Online; als de link niet werkt, google dan “Amsterdam Press burgerlijke ongehoorzaamheid”). Het nummer werd ingeleid door Jozef Keulartz en Cees Maris, en zoals Sjoerd de Jong in zijn recensie (Burgerlijke ongehoorzaamheid, rekkelijk of precies?, NRC17.2.2024) al constateerde, steken zij daarbij hun liberale visie niet onder stoelen of banken. Een interessante bijdrage die ik hier noemen wil, is die van Bas van StokkomActievoeren tegen Big Oil. Eén hoeraatje voor burgerlijke ongehoorzaamheid, twee voor reputatiebeschadiging.

Socioloog Kees Schuyt (1943 -), schrijver van het Nederlandse standaardwerk Recht, orde en burgerlijke ongehoorzaamheid (2009), werkte ook mee aan het nummer. In zijn bijdrage De paradox van burgerlijke ongehoorzaamheid, toen en thans is Schuyt  wederom kritisch over de acties van Extinction Rebellion. Die acties moeten zijns inziens “beter overwogen” worden, al was het maar omdat er wellicht effectievere actievormen dan snelwegbezettingen en kunstbesmeuringen mogelijk zijn. Tsja, wie weet….

Het  ontwikkelen van ‘hinderkracht’ is ook uitermate belangrijk bij het actievoeren. De bedrijfsbezettingen van weleer waren voor vakbonden een mooi en effectief actiemiddel. Het doel was daarbij in het middel aanwezig. De boodschap was immers ook: we willen – op zijn minst – iets te vertellen hebben in het bedrijf dat ‘ook van ons’ is. [Over ‘obstructiemacht’ en ‘hindermacht’, zie ook Online; thh.]

De protesterende boeren van nu hebben vooral indrukwekkende tractoren, krakers konden destijds vlak na de invoering van de verplichte bromfietshelm een stevig hoofddeksel opzetten in hun strijd tegen ontruimingen. Wat kunnenklimaatactivisten dezer dagen qua hinderkracht? Zijn er alternatieven voor het bezetten van snelwegen? Schuyt beseft intussen wel de urgentie van klimaatacties. Zo citeert hij een boek waarin mijn goede vriend Isidor Wallimann en co-auteur Dobkowski al in 1998, waarschuwden voor geopolitieke oorlogen over schaars wordend ‘goed’ water (M.N. Dobkowski & I. Walliman, The Coming Age Of Scarcity, Syracuse UP, 1998). 

De zojuist genoemde Thijs Lijster kwam ook met een klein inleidend boekje over de Frankfurter Schule, de  filosofische school waar naast de genoemde Marcuse onder meer ook Horkheimer, Fromm, Adorno èn de Nederlander Andries Sternheim (1890 – 1944) deel van uitmaakten. Lijster noemt die laatste gelukkig ook! Zijn boekje verscheen in de onvolprezen Elementaire Deeltjes-reeks (Amsterdam Atheneum – Polak & Van Gennep, 148 pp., € 15,00). “Een vlotte wandeling door een woud van Duitse denkers”, zette Sjoerd de Jong boven zijn recensie in NRC Handelsblad (3.2.2024). Belangrijk vond ik vooral dat Lijster de uitzichtloosheid op betere tijden waar vele analyses van de Frankfurters op uitdraaiden weet te relativeren. In zijn inleiding onderstreepte hij anderzijds ook dat je met het werk van Adorno c.s. de opkomst van Trump had kunnen voorspellen. Hij verwijst daartoe naar een artikel van Alex Ross in het weekblad The New Yorker: The Frankfurt School Knew Trump Was Coming (Dec 5, 2016) stond daarboven.  Je blijkt er zowaar ook als niet-abonnee bij te kunnen, zie Online.

Er was nieuws over de Leidse radencommunist Marinus van der Lubbe (1909 – 1934). Radencommunisten en anarchisten waren het bij mijn weten doorgaans in grote lijnen behoorlijk met elkaar eens. Denk ook aan de anarchist Noam Chomsky die een Engelse versie van de radencommunist Pannekoek’s studie De arbeidersraden (1946, tweede druk Van Gennep / De Vlam 1971) van een inleiding voorzag (Anton Pannekoek, Workers’ Councils, AK Press, zie Online. Bij de anarchistische Kelder-uitgeverij verscheen in 2001, in samenwerking met het Internationale Van der Lubbe Comité, een heruitgave van het Roodboek uit 1933 over Van der Lubbe Op de website van deze uitgever ook een uitgebreid dossier over Van der Lubbe: zie Online.

Op weg naar Berlijn, vlak na de val van de muur, bezocht ik Leipzig, de stad waar in ’33 het roemruchte proces tegen Van der Lubbe plaatsvond. Van der Lubbe was door de nazi’s van het in brand steken van de Rijksdag beschuldigd. Een aan dit proces gewijd  museum in Leipzig werd voor de val van de muur veelvuldig bezocht door schoolklassen, vrouwenorganisaties en vakbonden uit de gehele DDR.

Toen was het er stil. De dienstdoende medewerker was zichtbaar blij weer eens iemand te kunnen ontvangen. Ik kocht na afloop van de rondleiding het Duitstalige boek Georgi Dimitroff 1882 – 1949, in 1971 (!) uitgegeven door de Verlag derBulgarischen Kommunistischen Partei te Sofia. Het is lang geleden dat ik het doorbladerde. Natuurlijk hadden de communisten alle reden om trots te zijn op hun Dimitroff. Hij getuigde in nazi-Duitsland in 1933 tegen de nazi’s. Daar was moed voor nodig. In januari 2024 kreeg Van der Lubbe een waardig graf, zo berichtte NRC (11.1.2024), zie Online. En de stad Leipzig blijkt trots op Van der Lubbe: zie Online. Een schrale troost natuurlijk, maar niet onbelangrijk. 

Een andere niet-anarchistische socialiste waar anarchisten de nodige waardering voor hadden en hebben is Henriette Roland Holst. Ook vice versa trouwens. Biografe Elsbeth Etty miste dat laatste destijds volledig in haar dissertatie over HRH. Ik signaleerde dat in een recensie van de handelseditie van haar proefschrift, verschenen in het tijdschrift Geschiedenis van de Wijsbegeerte in Nederland (Nr. 7, 1997). Van Roland Holst’s De strijdmiddelen der sociale revolutie(1917) verscheen onlangs een Duitse vertaling: Die Kampfmittel der socialen Revolution (Red & Black Books 2023, 151 pp. ca. €18,oo). In de mijns inziens steeds beter wordende boekenbijlage libertäre buchseiten (geen kapitalen dus!) van het Duitse anarcho-tijdschrift Graswürzelrevolution een bespreking van deze vertaling (GWR 487, März 2024). 

In dezelfde bijlage een bespreking van een roman van ene Pia Klemp. “Ich würde auch gerne tanzen wollen” stond daarboven. Wat mij dan weer brengt bij de tweede roman van de Nederlands-Oekraïense schrijfster Lisa Weeda, Dans dans revolutie (2024). Weeda debuteerde in 2022 met de roman Aleksandra, een boek dat mede dankzij de Russische inval in Oekraïne en de belangstelling voor die regio een bestseller werd. Al was het vooral ook een veelbelovend debuut. Zou de titel van haar nieuwe boek iets met die uitspraak van Emma Goldman (1869 – 1840) te maken hebben?  “Als ik niet mag dansen,  wil ik geen deel uit maken van jouw revolutie”. Helaas. Verkeerde vraag. Al googelend kwam ik er snel achter dat deze uitspraak nooit door Emma Goldman gedaan werd. Ik las dat op deze website! Zie Online

We eindigen deze rubriek verzeilend in Brussel. De stad is gelukkig méér dan alleen een Europees, hevig berolkofferd, hoofdkwartier. Van de Belgische auteur Eric Min, die eerder over Europese steden publiceerde (o.a. over Venetië, Parijs en vorig jaar nog over Leuven) verscheen een tweede boek over Brussel, zij het nu nadrukkelijk over de Belgische anarchisten rond 1900 aldaar, getiteld Zwart licht – Anarchisten in België rond 1900 (Pelckmans, 2023). De eerste anarchist die behandeld wordt, is de geograaf en ‘lyrisch anarchist’ Élisée Réclus (1830 – 1995), het laatste hoofdstuk gaat over ‘de vrolijke wanhoop’ van Henri Roorda van Eysinga (1870 – 1925). Verder aandacht voor ‘vrouw van de wereld’ Alexandra David-Neél (1868 – 1969), ‘dwarsdenker’ Jacques Mesnil (1872 – 1940) en ‘femme de lettres’ Clara Koettlitz (1875 – 1939).

Verder biedt Min een schets van de Brusselse bohème waarin deze anarchisten zich bewogen, een paragraaf over de Brusselse ‘literaire kolonies’ en een helaas nogal teleurstellend verhaal over ‘Het vrije huwelijk tussen kunst en anarchie’. Min’s oordeel over het Brusselse anarchisme dat toen vooral bloeide in studeerkamers en kunstenaarsateliers is nogal ambivalent. “Alleen al voor de ijver waarmee deze generatie warhoofden en kunstbroeders enkele cruciale concepten tegen het licht heeft gehouden, de nodige idées reçues heeft doordacht en de mechaniekjes van de samenleving in gedachten heeft gedemonteerd, verdient zij een diepe buiging”, schrijft de auteur al op  p. 26. Het boek werd mijns inziens uiteindelijk toch te veel een ‘berichten uit het rariteitenkabinet’. Wie weet is het desondanks voor sommige van zijn lezers toch een nuttige eerste kennismaking met Het Anarchisme !?

Op de valreep ontdekte ik een digitale versie van dit boek: gratis te downloaden op de site van de NRC-webwinkel. Zie Online.   

Reacties op en suggesties voor deze rubriek graag naar ceesbronsveld@outlook.com

Cees Bronsveld

No comments yet

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.