25-urige Werkweek Een Libertaire Optie
De tijd dat de sociale structuur werd opgebouwd waarin iedereen zich behaaglijk kon voelen, ligt al weer ver achter ons. Ik zelf ben begonnen met werken toen er een werkweek van 45 uur bestond. Vermoedelijk was dat nodig om de schade die in de oorlogsjaren het land had opgelopen, zo snel mogelijk te herstellen. Naar mate het beter ging, kon het aantal uren van een werkweek dan ook worden teruggebracht.
Maar de sociale afbraak die dertig jaar geleden begon, nu niet door oorlog, maar door het inzicht van de ‘schurken zonder grenzen’ dat er overal winst van te maken is, heeft kennelijk heden zoveel schade aan de maatschappij toegebracht, dat er weer gepleit wordt voor invoering in dit geval van een 40-urige werkweek. Dat pleidooi komt van een partij die ooit links-liberaal was, maar inmiddels is ingegroeid in de radicaalrechtse hoek, D66. Het voorstel is geformuleerd door het Tweede Kamerlid W. Koolmees (te vinden op http://www.d66.nl/d66nl/document/voorstel_voor_een_akkoord_voor/f=/viznbwn5m4h7.pdf ). Een ander geluid is ook mogelijk.
Hoeveel uren per dag zou een mens moeten werken om zich te verzekeren van al de benodigdheden voor een fatsoenlijk leven in een goed geordende maatschappij? Het is de vraag die Peter Kropotkin zich eind negentiende eeuw voorneemt te beantwoorden. Hij doet dat in zijn De verovering van het brood (ik gebruik de Nederlandse vertaling, 2de druk, Haarlem, 1903).
Ongeveer 1780
Kropotkin geeft aan dat hij niet de eerste is die zich de vraag stelt en verwijst daarvoor naar Benjamin Franklin (1706-1790). Deze was een van Founding Fathers van de Verenigde Staten en ondermeer politieke wetenschapper, politicus, uitvinder (de bekende ‘Franklin’ openhaard is door hem bedacht).
Franklin berekende dat op voorwaarde dat iedereen arbeid verrichtte, er een grens ligt bij vijf uur per dag werken om in de behoefte aan levensgemakken te voorzien.
Ongeveer 1880
Een eeuw later ging Kropotkin dit alles nog eens door rekenen, want niet alleen de behoeften waren sinds de tijd van Franklin veranderd maar de voortbrengingskracht (industriële productie) was inmiddels ook sterk gestegen. Wat zou een libertaire optie zijn?
Zijn becijfering komt op het volgende neer. Om een samenleving te creëren die aan al haar leden een behoorlijke mate van welvaart kan waarborgen, zal van alle volwassenen gevraagd moeten worden, zich te verbinden tot een dagelijkse arbeid van vijf uren vanaf hun twintigste of twee en twintigste tot aan hun vijfenveertigste of vijftigste. Deze arbeid moet dan zijn die als noodzakelijk wordt erkend. Vrouwen die zich bezighouden met de opvoeding van kinderen zijn uitgezonderd (want in de ogen van Kropotkin is dat ook werk).
Bankier
In de omschrijving van Kropotkin zal er geen sprake meer zijn van ‘leegloop’, want hij spreekt over ‘alle volwassenen’ en daaronder vallen ook de personen die niets voortbrengen (overbodige tussenpersonen, renteniers en andere ‘schurken zonder grenzen’) en de vele arbeiders die in schadelijke takken van industrie werken (die tot verdwijnen gedoemd zijn).
Ongeveer 1980
Een eeuw na Kropotkin zit Marcel van Dam in de periode 1977-1981 als oppositielid voor de PvdA in de Tweede Kamer (eerste kabinet Van Agt). In die periode maakt hij ondermeer naam met zijn plan voor de 25-urige werkweek. Deze werktijdverkorting staat hij voor, omdat economische groei alleen volgens hem de werkloosheid niet zou oplossen. Ik kwam deze referentie op spoor in het kader van het programma VPRO/Marathoninterniew.
Het voorgaande levert op dat zo om de eeuw er aandacht voor gevraagd wordt de lengte van de werkweek terug te brengen tot een niveau dat een fatsoenlijk leven mogelijk is.
2012
Als alle volwassenen voor een deel van hun leven, in een werkweek van 25 à 30 uur, een collectieve kracht vormen, zoals Proudhon (1809-1865) die definieert (samenwerking levert meer ‘waarde’ op) dan kunnen we met zijn allen fatsoenlijk leven. In de definiëring van Proudhon wordt de geproduceerde ‘meerwaarde’ niet door de kapitaalverschaffer afgeroomd, maar komt die ten goede aan de gezamenlijke producenten. In een beschaafde maatschappij bestaan geen kapitalistische ‘afromers’. Dus is het ook onnodig om door verruiming van de werkweek mee te helpen aan het opkrikken van het ‘afromingsvolume’.
Thom Holterman
[Beeldmateriaal van de Rotterdamse dichter en illustrator Manuel Kneepkens]