Spring naar inhoud

Olympe de Gouges (1748-1793). Haar Feminisme Een Humanisme

02/09/2018

               Olympe de Gouges

Zij steunde de afschaffing van de slavernij, vocht voor gelijkheid tussen mannen en vrouwen, voerde campagne voor het recht op echtscheiding en op vrije samenleving, en verdedigde de democratie die door terrorisme werd bedreigd. Olympe de Gouges (1748-1793) werd op haar 45stewegens federalisme en anti-robespierrisme geguillotineerd. Zij oordeelde dat als een vrouw het recht had het schavot te beklimmen, ze ook het recht moest hebben het spreekgestoelte te betreden [het recht om het woord in het parlement te voeren]. Literatuur (romans, toneelstukken) en kranten waren evenwel haar podium. Zij permitteerde zich dat in een tijd waarin vrouwen, zelfs invloedrijke vrouwen, in de schaduw bleven staan. Afgezien van een enkeling betuigde maar weinig schrijvers zich solidair met deze onbuigzame vrouw van het woord en de daad, die ondanks de dreigementen van arrestatie nooit afstand heeft gedaan van de door haar ingenomen plaats. Moedig en koppig’. Deze puntige omschrijving is van Macha Séry in een bespreking van de biografie getiteld Olympe de Gouges, door de Franse historicus Michel Faucheux (Le Mondevan 29 juni 2018). Hieronder ga ik dieper in op zijn boek.

Opzet van het boek

Olympe de Gouges is een uitzonderlijke persoonlijkheid. Michel Faucheux wijst erop dat zij een van de belangrijkste figuren is voor hen die moedig de fakkel van de feministische strijd overnamen. Olympe is evenwel ook een ‘paradoxale burgeres’ geweest en na verloop van tijd is zij in de marge terecht gekomen, onbegrepen en vergeten. Tot in de jaren 1980 de Franse historicus Olivier Blanc haar uit de vergetelheid haalde.Inmiddels is er een beweging ontstaan om haar in het Panthéon (Parijs) op te nemen. Faucheux is een van de voorstanders ervan en hij heeft zijn tekst ook zo opgezet, dat die in de richting van een pleidooi ervoor eindigt.

Zijn tekst omvat twaalf hoofdstukken. De vier eerste schetsen Olympe’s jonge periode. Zij wordt geboren als Marie Gouze. Haar biologische vader is waarschijnlijk de Franse schrijver, dichter en regisseur Lefranc de Pompignan (1709-1784). De voornaam van haar moeder luidt Anne-Olympe. In Parijs leeft ze enkele jaren (1770-1773) ongehuwd samen. Zij weigert te trouwen om haar onafhankelijkheid te behouden. In die tijd neemt zij als naam aan Olympe de Gouges. Zoals Faucheux haar ontwikkeling beschrijft, creëert zij binnen die naamgeving de rol die zij zal spelen in het spectrum van de literatuur, het theater, de politiek…de revolutie dus. Daar maakt zij met haar feminisme in feite een revolutie binnen de revolutie. In hoofdstukken onder titels als ‘De geëngageerde vrouw’, ‘Deel van de historische scene’, ‘Het verhevene van de politiek’ wordt dit beschreven.

Faucheux maakt duidelijk op welke manier het haar lukt het optimum te bereiken. Je vindt het terug in hoofdstukken over ‘De rechten van de vrouw’, ‘Rollen en strijd van een burgeres’. De afsluitende twee hoofdstukken zijn besteed aan de laatste ‘acte’ die haar handelen karakteriseert tot wat we in de jaren 1960 hoorden scanderen: ‘We gaan door met de strijd’. Dat leidde haar tot de weg naar het schavot. Ze maakte duidelijk wat ze van de Terreur en van Robespierre dacht. In zo’n politieke situatie kan alleen nog een showproces volgen, ten overstaan van een ‘revolutionair Tribunaal’, waarvan de beslissing van te voren al bekend is. Ze kreeg geen advocaat toegewezen door het Tribunaal noch mocht ze er zelf een kiezen. Op 3 november 1793 rolde haar hoofd in de mand bij de guillotine. Het slothoofdstuk van het boek vormt het pleidooi van Faucheux waarom deze vrouw een plaats in het Panthéon verdient.

Haar feminisme een humanisme

Michel Faucheux merkt op dat Olympe de Gouges zich realiseerde dat de strijd voor de rechten van de vrouw, de moeder van alle gevechten is tegen onrechtvaardigheid. Het feminisme van Olympe is dus een humanisme, concludeert hij. Het is een humanisme waarin mens en rede centraal staan. Waar de (Franse) revolutie (1789) droomt van het smeden van een nieuwe mens, droomt Olympe van een vrouw als vrij wezen dat zich door haar plaats en haar rechten herkent  in de maatschappij. Olympe zal met haar stem en met haar voorstellen de rol vervullen om de maatschappij daartoe te feminiseren. Haar strijd heeft daarmee een ruimer perspectief dan gebruikelijk, mede ook omdat zij zich politiek engageert in een exclusief mannelijke ‘wereld’.

Haar strijd is niet alleen gericht op toegang van vrouwen tot het burgerschap. Door alle identiteiten door elkaar te schudden, zoals Faucheux het noemt, blijft er alleen de onderlinge onmeetbaarheid van het seksuele verschil over. Haar politieke agitatie is er een ten behoeve van volkomen gelijkheid tussen mannen en vrouwen en daarmee tegen de ongelijkheden gebaseerd op geboorte. Als er een natuurlijk verschil is op te merken tussen man en vrouw, dan is het maken van alle andere verschillen onrechtvaardig en ongefundeerd. Dit vormt haar ‘oorlogsmachine’ die ze inzet in de literatuur (haar theaterstukken), de politiek, het sociale. Zij gaat vanwege de strijd tegen onrechtvaardigheid verder dan van haar zaak alleen een ‘vrouwenzaak’ te maken. Zo verbindt zij bijvoorbeeld haar strijd direct met de strijd tegen de slavernij van de zwarte mens.

We hebben door die inhoudelijke kant niet exclusief met geschiedenis van doen. Het is vanzelfsprekend dat haar tijd en onze tijd grote verschillen kennen. Maar wat door Olympe de Gouges werd uitgedragen heeft een hoog herkenbaarheidsgehalte. Het format voor haar strijd geldt ook als format van onze strijd. Zo leidt haar strijd tegen slavernij tot confrontatie met machtige belangen. De Comédie-Française had een theaterstuk van Olympe de Gouges ontvangen onder de titel Zamore et Mirza (juli 1785) waarin Zamore, een zwarte slaaf, antiracistische en anti-kolonialistische opmerkingen maakt. De Comédie-Française zou het stuk opvoeren, maar bepaalde kringen die geld verdienden met de handel in ‘ebbenhout’, dat wil zeggen slaven, huurden jaarlijkse dure theaterloges. Die kringen gingen stoken. Het uitvoeren van het stuk kwam stil te liggen, waarna Olympe met een rechtszaak dreigde.

Onderwijl was er heel wat los gekomen, zoals over de Franse scheepvaartmaatschappijen die rijk waren geworden van de slavenhandel. Olympe publiceerde haar stuk over de slavernij voor het eerst in 1789 (L’Esclavage des Nègres, ou l’Heureux Naufrage) en daarna in 1792 onder de titel L’Esclavage des Noirs. Tussen door publiceerde zij nog haar Gedachten over de zwarte mensen (1788). Naar aanleiding van het toneelstuk (uiteindelijk in december 1789 opgevoerd) ontving zij doodsbedreigingen in de vorm van een, in de periode van de eerste opvoering van het stuk, op straat verspreidde brochure ‘Brief aan mevrouw de Gouges’.

Rechten van de vrouw en de burgeres

Naast andere politieke geschriften heeft Olympe de Gouges een tekst geschreven waar men niet om heen kan. Het gaat om haar Verklaring van de rechten van de vrouw en de burgeres (1791). Deze tekst is om verschillende redenen subversief. Faucheux wijst erop dat de inhoud van de artikelen niet alleen nieuw is maar ook dat ze verplichten tot het opnieuw overdenken van de concepten van de voorbereiders van de Franse revolutie (zoals de Franse Verlichtingsfilosofen). Dat geldt het idee van de vrijheid zowel als van de gelijkheid. Want plotseling is niet alles even duidelijk wanneer die ideeën worden afgemeten aan het recht van de vrouwen. Daarom heeft Olympe in haar Verklaring vrijheid op een andere manier omschreven dan die uit de ‘Verklaring van de rechten van de mens en de burger’. Daarin wordt vrijheid als uitsluitingsvoorwaarde geformuleerd (vrijheid bestaat in het vermogen om alles te doen dat anderen niet schaadt). Olympe formuleert een insluitingsvoorwaarde: ‘Vrijheid en gerechtigheid bestaan erin anderen te geven wat ze toekomen’.

Vrijheid is dus niet een kwestie van beperken, ze is een kwestie van rechtvaardigheid, zich uitstrekkend tot de rechten die vrouwen ontnomen zijn. Faucheux benadrukt dit nog eens door te wijzen op wat Olympe in haar adres aan de Franse koningin schrijft: ‘De revolutie zal pas zijn werk doen als alle vrouwen doordrongen zullen zijn van hun beklagenswaardige lot en van de rechten die zij in de maatschappij hebben verloren’.

Olympe de Gouges richt zich in haar sociale en politieke activiteiten op het laten doordringen van wat de bestaande maatschappelijke situatie vrouwen onthoudt. Zij is daarin diep subversief en radicaal – zoals Faucheux herhaaldelijk benadrukt. Zij schroomt niet een frontale confrontatie aan te gaan met de Jakobijnse politiek en Robespierre persoonlijk in geschrift aan te vallen. In haar tekst Les Fantômes de l’opinion publique (1792) noemt ze hem een kannibaal. Fauceux citeert haar vervolgens uit Olympe de Gouges au Tribunal révolutionnaire (1793) waar zij hem politiek beschrijft: ‘Robespierre leek mij altijd al ambitieus, zonder genie, zonder ziel. Ik zag dat hij altijd bereid was het hele volk op te offeren om tot een dictatuur te komen; ik kon deze krankzinnige en bloedige ambitie niet verdragen en ik achtervolgde hem zoals ik tirannen achtervolgde. De haat van deze laffe vijand lag lange tijd onder de as, en sindsdien keken hij en zijn aanhangers reikhalzend uit naar het gunstige moment om mij op te offeren aan zijn wraak’.

Omdat zij de uitersten van de Franse revolutie raakt en met haar feminisme en sociale voorstellen zelfs over de rand ervan heen gaat, is haar doelstelling uit te leggen als een strijd om de revolutie binnen de revolutie. Die bekoopt zij, als gebruikelijk in dictaturen, met de dood.

Totalitarisme

Faucheux trekt regelmatig politieke en filosofische lijnen vanuit opvattingen van Olympe de Gouges door naar het heden. Een daarvan is de analogie die hij ziet tussen Olympe en Hannah Arendt. Natuurlijk heeft het politieke systeem dat zich tijdens de Franse revolutie wist te vestigen niets van doen met de systemen die door Arendt onder de loep werden genomen. Het ‘totalitarisme’ dat de Duitse filosofe onderzocht, legt evenwel dezelfde tegenstellingen van de Verlichtingsfilosofie bloot, als door de Franse feministe en humaniste als echo gevonden in de revolutionaire periode. Het is opmerkelijk te moeten constateren, zegt Facheux, dat de geschriften van Olympe de Gouges, die twee eeuwen geleden het licht zagen, de hedendaagse politieke debatten nog altijd op een cruciaal punt beheersen. Dat punt betreft het trachten te begrijpen van wat er in de revolutie plaatsvond: hoewel geleid door de grootmoedige beginselen van de Verlichting, heeft die revolutie kunnen vervallen in de Terreur.

Olympe de Gouges heeft zich voor de revolutie ingezet en zij heeft zich verzet tegen de krachten die het verval in Terreur voorspelbaar maakten; zij heeft zich met dezelfde krachtdadigheid gericht op kwesties die geregeld moesten worden in feministische en humanistische zin. Faucheux beschouwt haar dan ook als de eerste vrouw die politieke geschriften van belang heeft voortgebracht. Olympe de Gouges in het Panthéon!

Thom Holterman

FAUCHEUX, Michel, Olympe de Gouges, Éditions Gallimard, Paris, 2018, (Folio biographies), 277 blz., prijs 8,90 euro.

*Olivier Blanc, Marie-Olympe de Gouges, Éditions René Viénet, 2003; dit is een bewerkte verzie van het boek dat in 1981 is uitgekomen. Later verscheen van Olivier Blanc, Olympe de Gouges, des droits de la femme à la guillotine, Tallandier, 2014.

No comments yet

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.