Spring naar inhoud

Murray Bookchin: Communale Onafhankelijkheidstraditie

18/08/2019

              Murray Bookchin

In voorgaande items over de vrije gemeente en het gemeentelijk zelfbestuur viel ook steeds de naam van de Amerikaanse libertaire denker Murray Bookchin (1921-2006). Hij staat niet alleen bekend om zijn pleidooi voor de sociale ecologie, maar ook om zijn ideeën over libertair municipalisme. In de Verenigde Staten wordt al jaren zijn werk bestudeerd aan het Institute for Social Ecology. Over een maand zal daar bijvoorbeeld een cursus starten ‘Reflecteren op Sociale Transformatie’. Er wordt onderzocht ‘de spanning tussen transformatieve sociale verandering en praktische politieke actie. Aan de hand van vragen over dialectische filosofie, staatstheorie, agency en politieke strategie, worden teksten gelezen van Murray Bookchin, Karl Marx, Rosa Luxemburg, David Harvey, en meer’.

Het is bij toeval dat ik een vraaggesprek met Bookchin opmerkte in het Duitse jaarboek Unter dem Pflaster liegt der Strand, Deel 9 (1981; p. 157-166). De Duitse Hannelore Wegener hield dat vraaggesprek met hem. Zij legt uit hoe de ontmoeting in die tijd plaatsvond, waarna het gesprek over allerlei zaken begint. Ik vertaalde een aantal alinea’s daaruit die handelen over de vrije gemeente en communaliseren. Op die manier wordt in kort bestek duidelijk waaraan Bookchin toen al dacht om bij zijn libertair municipalisme uit te komen. [ThH]

 

Lokale autonomie

Het gesprek vindt plaats bij Bookchin, in de staat Vermont (USA). Hij wijst op een aantal traditionele Amerikaanse elementen zoals lokale autonomie. Hij gaat vervolgens in op de vraag over de dreiging van het grootkapitaal in dat land en merkt dan op:

‘Politiek rechts wil meer vrijheid  voor controle toestaan door het bedrijfsleven om dit over het hele leven van de gewone Amerikaanse burger uit te oefenen. Dit gaat hand in hand met de Amerikaanse economische machten. Het gaat ook over subsidieverwerving door het grote bedrijfsleven – dus hulp van de regering. Wat zij ook willen is de vrijheid, de private sfeer volledig controleren met behulp van de mechanismen van het bedrijfsleven, wat zij het vrije ondernemerschap noemen.’

‘De linkse beweging strijdt voor het echte doel, de communale autonomie, de confederatie van gemeenten, dit alles in plaats van de nationale staat, de centralistische staat. De uitbouw van de communale autonomie loopt dus via de confederatie van vrije communes, opgebouwd om collectieve ondernemingen heen, om een zo groot mogelijke vorm van zelfverzorging te bereiken. Dit ontwikkelt zich dan naar behoefte via een nieuwe vorm van coördinatie tussen gemeenschappen. Met andere woorden, de idealen van de Parijse Commune (1871) worden hier toegepast met behulp van een veel radicalere reconstructie van eigendomsverhoudingen.’

In discussie over een bepaalde kwestie geeft Bookchin weer, dat het soort stad dat kan ontstaan, overeenkomt met hetgeen in de New England staten, waaronder Vermont, 400 jaar terug als de eerste vrije gemeenten werden gesticht. Langs die weg bestaat er al meer dan 300 jaar een communale onafhankelijkheidstraditie en wederzijdse hulp. Blijkt daaruit geen terugverlangen, zo lokt dit als vraag bij Hannelore Wegener uit.

                Murray Bookchin

Bookchin: ‘Neen; wat we willen is de traditie oppakken om voorwaarts te gaan, niet terug te keren. Dus we willen niet een confederatie van gemeenten met een terugkeer naar het vrije ondernemerschap, gericht op co-existentie met ‘Federal Government’. We willen teruggaan om de tradities bij een bepaald punt op te pakken, zodanig dat vrij ondernemerschap door collectief ondernemerschap wordt vervangen. Dat ten eerste. En daarmee maken wij ons niet de advocaten van het vrije ondernemerschap, maar juist van het communaliseren van de economie op lokaal niveau.

Ten tweede is er geen sprake van co-existentie met het Federaal bestuur, want dat willen we vervangen. Het derde dat wij willen is, dat de controle door de arbeiders en de communale controle over de economie weer wordt hersteld. Op de vierde plaats zijn we uit op het invoeren van nieuwe technologieën, niet langer meer om grote fabrieken te laten draaien, maar om onze organische tuinen nieuwe vormen van energiewinning te bezorgen, een technologie die eenvoudig en menselijk is ingesteld en begrijpelijk is voor mensen. Dit betekent dus dat we niet willen terugkeren naar dezelfde materiële basis als in de tijd dat de gemeenten ontstonden.’

[ThH]

No comments yet

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.