Voor De Commune Anno Heden
De beweging van de Gele Hesjes in Frankrijk heeft zich bezig gehouden met het formuleren en verspreiden van manifesten over de organisatie van het communale leven en het gebruik daarbij van vormen van directe democratie. Dit heeft zijn weerslag gevonden in diverse manifesten, die als discussiestukken in opvolgende algemene vergaderingen van communes dienden. Het ging dan om een ‘assemblée van assemblées’ ofwel ‘Organiseren buiten de staat om’ (zie daarover ook de AS 206 – Oproer). In februarie 2020 werd opnieuw in Frankrijk zo’n assemblée georganiseerd. Daarvoor stuurde Raoul Vaneigem op eigen initiatief, ter informatie en deelname aan de mogelijke debatten over de commune, een tekst toe. Deze werd gepubliceerd op de site La voie du jaguar. De bijdrage is eveneens in de bundel L’insurrection de la vie quotidienne (éd Grevis) opgenomen. Geert Carpels heeft hem nu uit het Frans vertaald; zie hieronder.
Een volksopstand verspreidt zich over de wereld. Hij verspreidt zich over een groeiend aantal landen. In weerwil van de verschillende omstandigheden, motivaties, culturen, mentaliteiten hebben ze een punt gemeen: het volk heeft genoeg van een regering die haar aanwezigheid en haar autoriteit wil opleggen. Het is de strijd van wie onderaan staat tegen zij die boven hen torenen.
We bevinden ons op het labiele evenwicht van het status quo. De onderdrukkende macht blijft stevig op haar positie, weigert een duimbreed toe te geven. Hij vreest een omslag van de situatie. Die omslag is binnen het bereik van de volksopstand die de Staat sart en die, met de vastberadenheid van een gerechtvaardigde woede, zijn vaste voornemen bevestigt om zonder versagen de strijd verder te zetten.
Op het eerste zicht speelt het status quo in het voordeel van de Staat en zijn opdrachtgevers. De onverzettelijkheid van de regeerders heeft tot doel het beeld van een onwrikbaar fort, dat door niets tot wankelen kan worden gebracht, gemeengoed te maken in de algemene opinie. Hun propaganda roert het spook van de wanhoop dat altijd waart in de herinneringen van de verloren opstanden. Ze mikken op de vermoeidheid, ze rekenen op het bittere ‘wat heeft het voor zin’ om de opstandelingen weer naar hun kot te sturen. Onze vijanden vergissen zich twee keer!
De stevigheid van de Staat is slechts oppervlakkig. Zijn beslissingsmacht is schijn, die bevindt zich in de handen van een financiële wereldmacht die langzaam de Staat opslorpt. Veel Franse burgers klagen de Europese commissie aan, maken haar verantwoordelijk voor hun tegenslagen. Ze beschuldigen haar van het opleggen van budgettaire beperkingen aan de ‘democratisch verkozen’ regeringen die de openbare sector verpauperen, doden. Men vergeet dat de Europese instanties zelf een instrument zijn van de internationale financiële maffia’s. Dat zijn onze echte vijanden, zoals voor de Chilenen duidelijk werd gemaakt door de economische moordenaar Milton Friedman.
Niettemin, hoe geducht ze ook blijven, geven de beheerders van een markt waar ze zowel meester als slaaf van zijn, blijk van steeds minder en minder werkelijke macht en steeds meer en meer fictieve macht, van een autoriteit waarvan de mise-en-scène bestemt is ons te fascineren zoals de slang haar prooi fascineert. Maar we hebben bewezen dat we geen prooien meer zijn en dat we de roofzucht herroepen. Zij daarentegen, geven zich over aan oorlogen van handelsreizigers. Zowel prooi als roofdier, putten ze zich uit in concurrentiële rivaliteiten en ze verscheuren mekaar voor een been dat bijna helemaal is afgekloven. Want de Staat en de supranationale instanties worden beloerd door het onafwendbare uiteenvallen van een systeem waar het geld op zichzelf draait, dat alleen maar zichzelf in stand houdt, dat slechts een virtuele vorm is die uiteindelijk zichzelf zal opvreten door alles op zijn baan op te vreten.
Steeds dommere en dommere regeerders, steeds slimmere en slimmere opstandelingen. Het gerentabiliseerde bankroet van het handelssysteem veroorzaakt niet alleen de vernietiging van de aarde en haar soorten, het houdt ook een mentale achteruitgang in die jaar na jaar de administrateurs van het universele verval treft. Ze zijn niet in staat gebleken te voorkomen dat een geweldige opstandige golf de aanval van hun dodelijke ondernemingen doorbreekt. Je vraagt je af welke gevolgen deze overgang van de oude wereld in de nieuwe zal hebben? Het speelt zich voor je ogen af. Staatshoofden en regeerders worden meegesleept door het verval van de ouderdom samen met hun aftakelende oorlogszucht, terwijl de volksopstand en de burgerlijke ongehoorzaamheid dag na dag blijk geven van een intelligentie die voortdurend wordt gestimuleerd door de openstelling voor het leven.
De hoge regionen verrotten, de lage herleven. De autonome individuen geven blijk van een creativiteit die het offensief voert vanuit twee aanvalshoeken. Terwijl de kritische analyses, de gerechtelijke stappen, de sabotage, de belachelijk makende pesterijen, de oplichterij, het aanklagen van de toppen van een operette Olympus, vermenigvuldigen en versterken de lokale en regionale vergaderingen van de basis, die in rechtstreeks contact staan met de problemen van de menselijke vrijgevigheid in een maatschappij van de egoïstische berekening. Deze strijd, die zowel meervoudig als naar eenheid strevend is, stimuleert de vastberadenheid van de opstandelingen, hun voornemen ‘niets los te laten’. Daar eist het leven haar absolute voorrang op tegen de economie van het profijt.
Het scheppen van nieuwe bestaansvoorwaarden is een prioriteit. De ruïnes van onze sociale verworvenheden en de oekazen waarmee het kapitalisme en haar totalitaire democratie ons om de oren slaan, geven een idee van de chaos waarin ze ons willen storten. Herinner je wat er met Griekenland is gebeurd. Alhoewel een meerderheid van het volk Tsipras aanzette om uit de Europese Unie te stappen, heeft de Griekse regering rechtsomkeer gemaakt, een beslissing genomen in tegenstelling tot de wil van het volk. Hij heeft toegegeven aan een openlijk uitgevaardigde chantage: ‘Als je de bezuinigingsmaatregelen die we je voorstellen niet aanvaardt, dan verlaat je Europa, dan heb je geen geld meer, dan kan je de salarissen niet meer betalen, de scholen niet meer onderhouden, de transporten, de hospitalen. Na ons volgt de zondvloed!’ Tsipras heeft moeten toegeven want niets had de Griekse samenleving voorbereid op het vermijden van de geprogrammeerde catastrofe. Is het niet verontrustend dat we de lessen niet trekken uit deze aangekondigde ramp? Moeten we onze energie niet voornamelijk gebruiken om de basis op te werpen van micro-samenlevingen? Die moeten in staat zijn de uitdagingen van de chaos en van de vernietigende absurditeit te weerstaan waarvan de toestand van de hospitalen, van de voeding, van de energie ons een voorproefje geven.
Het grootste gevaar dat ons beloert is het gebrek aan durf. Het gebrek aan vertrouwen in onze eigen mogelijkheden, het onderschatten van onze vindingrijkheid. Oplossingen verwachten van de Staat veroordeelt ons tot het verpieteren in zijn rottende karkas. Hoe kunnen we vergeten dat de wet van het profijt, die alle wetten van het systeem bepaalt, erin bestaat met de ene hand terug te nemen wat de andere heeft gegeven? Met de Staat in dialoog gaan, is zich in de muil van het monster begeven.
Het is minder belangrijk die Staat onze slagen te laten voelen, dan hem te vervangen door een geheel van menselijke micro-samenlevingen waar de levensvrijheid de rijkdom van haar diversiteit uitprobeert en de tegenstrijdige opties harmoniseert.
De oplichterij van het referendum. In Frankrijk eisen de opstandelingen een Referendum van Burgerlijk Initiatief. De regering wil er niets van weten, of het moet onder de vorm van een Referendum van Gedeeld Initiatief, waarover het vanzelfsprekend de controle behoudt. Dezelfde regering geeft tezelfdertijd blijk van een misprijzen voor referenda door een petitie af te wijzen, getekend door meer dan een miljoen tegenstanders van de verkoop van de luchthaven van Parijs aan privébelangen. Ook in Chili wordt dezelfde oplichterij voorbereid. De regering stelt er voor om de grondwet van Pinochet te vervangen door terug te grijpen naar de electorale klucht met haar traditionele manipulaties. Het doel? Van hogerhand een grondwet opleggen die ervoor zal zorgen dat het kapitalisme op legale wijze de hand kan leggen op de natuurlijke rijkdommen van het land. Zijn we het nog steeds niet beu telkens opnieuw getuige te zijn van die goocheltruc die uit naam van het volk alle macht aan de markt overdraagt? Hoe kan je een populaire grondwet goedkeuren die niet rechtstreeks is opgesteld door het volk, door de vergaderingen in de wijken en dorpen?
De strijd voor de kwaliteit van het leven heeft lak aan de dictatuur van de cijfers, van de maatstaf, van het aantal. Het cijfer is de maatstaf van de macht. Hij regeert door de hoeveelheid want hij regeert over voorwerpen, over een anonieme hoop goederen. We ontdekken vandaag een omgekeerd perspectief. De kwaliteit maakt een einde aan de dictatuur van het aantal. De kwaliteit van het leven heeft lak aan budgettaire rekeningen die er een element van profijt van maken. De kwaliteit is de beleefde authenticiteit. Als zodanig kan ze haar interesse tonen voor wat haar aanbelangt en haar onverschilligheid voor de concurrentiële oorlogen die de wereldmaffia’s onderling leveren. Het is in ons belang het hoofd te bieden tegen de gevolgen van die oorlogen waarvan de mannen en vrouwen aan de basis altijd het slachtoffer zijn.
In zijn meest zichtbare vorm mobiliseert de vredelievende guerrilla honderdduizenden aanhangers van de burgerlijke ongehoorzaamheid. De blaasbalg van de medialeugen houdt niet op te verzekeren, dat de betogers uitgeput raken en dat hun aantallen verminderen. Maar noch in Frankrijk, noch in Chili, noch in Libanon, noch in Soedan, noch in Algerije, noch in Iran doen ze enige toegeving op hun eisen. Ze vergissen zich niet van vijand, hun wil verzwakt niet. De tegenstander is de machine van het profijt die hun leven vermorzelt, de strijd is die van het leven dat weigert te worden vermorzeld.
Het verschijnsel wint aan diepgang, het beïnvloedt de gedachtegang en de gedragingen. Een groeiend aantal individuen herontdekt het plezier van de solidariteit en wordt zich ervan bewust dat de beleefde werkelijkheid niets gemeen heeft met de boekhoudkundige, budgettaire, statistische realiteit die wordt bekokstoofd in hogere sferen die niets anders zijn dan de krochten van de markt.
Geen zelfverklaarde leiders of vertegenwoordigers. Benevens bazen, sluiten de zelfbeheerde vergaderingen ook politieke of arbeidersorganisaties en hun eventuele afgevaardigden uit. De leden van die vergaderingen staan daarentegen klaar om uit eigen naam in gesprek te treden met alle individuen, militanten of niet, ongeacht hun godsdienstige of ideologische opvattingen. Ze gaan er inderdaad van uit dat de sociale strijd voor een maatschappij die menselijker en guller is, het haalt op de wereldvoorstellingen die iedereen opbouwt in functie van zijn eigen belevenissen. Ze roepen niet op tot het afzweren van de persoonlijke overtuigingen, maar om ze te overstijgen, dat wil zeggen, ze opnieuw te bekijken onder de omstandigheden die toelaten ze te ontkennen in hun oude vorm en ze te behouden onder een nieuwe vorm. Verdraagzaamheid voor alle ideeën, onverdraagzaamheid voor elke onmenselijke daad.
De commune is de plaats van het hervonden leven. Het is een agora van vrijheid waar alle meningen zich kunnen uiten, worden gehoord en zich kunnen waar maken als collectieve beslissingen. Waarom? Omdat ze vanaf het begin een klein aantal mensen bij elkaar brengt die mekaar kennen of mekaar leren kennen. Ze hebben het voorrecht zich op gekend terrein te bevinden, waar ze best geplaatst zijn om in te grijpen met alle kennis van zaken. Ze hebben het voordeel zich in een nabijheid te bevinden die aan de federatie van communes een kritische afstand verleent, een gelouterd bewustzijn.
Elke commune is de basis van een veelheid van gelijkaardige eenheden. Hun federatie vormt een sociaal weefsel dat in staat is de plaats van de Staat, die onophoudelijk hun bestaansvoorwaarden verslechtert, in te nemen. Daar, op het terrein van ons dagelijks bestaan, heeft onze creativiteit de meeste kans een bres te slaan in het staats- en handelsimperialisme. Het menselijke wezen heeft altijd gebogen zonder te breken. Het is gedaan met het buigen van de nek, het is gedaan met die wereld waar, zoals Nocolas Chamfort (1741-1794) betreurde, het hart alleen kan kiezen tussen breken of bruinen (in de zon).
De strijd van de Commune is die van de menselijke vrijgevigheid tegen de dictatuur van het profijt. We zullen niet dulden dat het wereldkapitalisme en de egoïstische berekening onze omgeving en ons menselijke bewustzijn verontreinigt. De hulp aan de meest behoeftigen komt toe aan de volksvergaderingen, niet aan de koude staatswetgeving en haar xenofobe, racistische, seksistische pooiers. De bezieling van de solidariteit geeft aanleiding tot een niet te onderdrukken en eigenaardig gevoel: het leven gaat zo snel dat we geen tijd meer hebben om te sterven. De opstand is een gezondheidskuur.
De vrouw staat in het heetst van de strijd voor het menselijke wezen. Daar bevindt zich haar eenheid. Een eenheid van eisen die de macho traditie en de patriarchale opflakkeringen bedreigen. Het hoeft niet te verwonderen dat de macht pogingen onderneemt om ze te verbrokkelen in categorieën en ze tegen elkaar op te jutten om ‘te verdelen en te heersen’. Door de vrouw als een abstractie te behandelen kan ze inderdaad rollen en functies opnemen die vroeger aan het patriarchaat werden voorbehouden. De menselijke zingeving is niet in dezelfde intensiteit aanwezig bij de politievrouw, de vrouwelijke beul, de zakenvrouw, de vrouw-militair, de maffiavrouw, de vrouwelijke autocraat en de vrouwelijke opstandige die strijdt voor de gelijke emancipatie van de man en de vrouw. Maar kunnen we, overal waar de menselijke kern niet helemaal verdwenen is, niet vertrouwen op het leven om een einde te maken aan het onderdrukkende pantser?
De Commune is ons territorium, ons bestaan is er rechtmatig. Deze natuurlijke wettelijkheid werd door de Staat vervangen door een wettelijkheid die we voor geen enkele reden verplicht worden te erkennen. Is het sociaal contract, aangegaan door de Staat om in ruil voor fiscale heffingen, scholen, hospitalen, transport, overlevingsmiddelen te garanderen, niet ongeldig geworden? Daar komen nog de vele willekeurige maatregelen van het democratische totalitarisme bij die de menselijke waardigheid aantasten. Is het dan niet vanzelfsprekend dat wij ons in de legaliteit bevinden en dat de Staat, de facto, in een illegaliteit zit die ons, vanuit het standpunt van zijn eigen wetten, de toelating verleent hem af te schaffen? Maar de gemeentelijke structuur die hij invoerde houdt nog altijd stand. De burgemeester is een ambtenaar onderworpen aan zijn autoriteit. In de tang tussen de vertegenwoordiging van de Staat en de vertegenwoordiging van de plaatselijke bevolking, schippert hij tussen de eerlijkheid, de corruptie, de bescheidenheid van de woordvoerder en de arrogantie van de ingehuldigde verkozene. Hoe kunnen de zelfbeheerde vergaderingen, zonder zich te verloochenen, samenleven in het kader van een gemeentelijke organisatie die ondergeschikt is aan de Staat? Voor elk territorium op weg naar bevrijding, de eigen strijdvormen.
Welke verhoudingen met het traditionele gemeentehuis? Niemand kan ontkennen dat de ervaring van de directe democratie een breekpunt betekent met de verkiezingsvormen die het electorale ritueel ons opleggen. In tegenstelling tot de georganiseerde verkiezing van de politieke vriendendiensten is de Commune een uitvloeisel van de vergaderingen van nabuurschap. De problemen die er worden besproken zijn concrete problemen gesteld aan de bevolking van een dorp, een wijk, de omliggende regio, waar hun federatie een globale, mondiale visie geeft aan de lokaal genomen beslissingen. Ze komen voort uit een omgeving die iedereen aanbelangt en waar iedereen weet waarover hij of zij spreekt. Ze verwezenlijken een levenspraktijk, geen ideologische praktijk. Het gemeentehuis is een antenne die minder luistert naar de burger dan naar de Staat die haar regeert. Maar voor ons is de Commune een wereld die geroepen is de mondialisering van het profijt uit te roeien.
De trom roffelt overal de eenheid. Welke eenheid? Oproepen tot de eenheid en tot de convergentie van de strijd is het paard achter de wagen spannen. Abstracte verklaringen, hoe grootmoedig ook, zijn afleidingen. Ze nemen de oude weg van de goede bedoelingen. De hoop struikelt voortdurend van het triomfalisme naar het defaitisme. Zullen we ons maar weer een keer laten inlijven in die fronten die worden verondersteld de energie van een ieder te mobiliseren tegen alleen maar de maskers van de globale onderdrukking?
Tijdens de Spaanse revolutie waarschuwde Berneri: ‘Alleen de antikapitalistische strijd kan het opnemen tegen het fascisme. De valstrik van het antifascisme betekent het verlaten van de principes van de sociale revolutie’. En hij voegt eraan toe: ‘De revolutie moet worden gewonnen op het sociale terrein en niet op het militaire terrein’.
Waarin schuilt de poëtische kracht van de Gele hesjes en van de zelfbeheerde vergaderingen? In het feit dat ze de economische, sociale, psychologische problemen, waaraan niemand ontsnapt in deze tijden van mutatie, op de voorgrond zetten. Het gaat over permacultuur, verbod op pesticiden, blokkeren van handelscircuits, uitroeien van petrochemische en nucleaire hinder, zoektocht naar energieën, opnieuw leefbaar maken van het landelijke en stedelijke weefsel, breken met het fetisjisme van het geld, heropbouw van het onderwijs, guerrilla volgens het principe ‘Nooit een mens vernietigen, en nooit ophouden te vernietigen wat ontmenselijkt’.
De echte eenheid is de strijd om beter te leven.
De burgerlijke ongehoorzaamheid is een recht dat niet kan verjaren overal waar het recht op onderdrukken heerst. Het opstellen van een handvest afkomstig uit de Communes en hun vergaderingen kan er het principe van waarborgen en de grondslag leggen voor de wettelijkheid van een democratie die zich door haar praktische poëzie voor altijd van de greep van Staat en handel zal bevrijden. Weg met de republiek van de handelaren! Leve de republiek van de menselijkheid!
Raoul Vaneigem (integraal te vinden op La voie de jaquar; vertaling Geert Carpels; redactie en opmaak thh.).
[Beeldmateriaal: de cartoons zijn afkomstig uit diverse aflevringen van het Franse weekblad Marianne; het schilderij met de kunstenaar David Hockney stamt uit de folder ‘Hockney-Van Gogh, The Joy of Nature’, de tentoonstelling die in het Van Gogh Museum liep van 1.3 – 26.5 2019.]