Spring naar inhoud

Woordgebruik En Maatschappijkritiek. 3 – Een Heldere Kijk

30/01/2022

Woorden hebben betekenissen. Die zijn onder meer afhankelijk van de context waarin ze worden gebruikt. Zelfs zo’n eenvoudig woord als ‘stoel’. Ga daar maar eens een definitie voor geven. Vier poten? En een met drie poten dan, geen stoel? In plaats van zo’n concreet woord moet je eens een definitie voor het verschijnsel ‘participatie’ zien te vinden. Elk voorstel zal onder vuur komen te liggen. Toch wordt er gewerkt met veel van zulke ongrijpbare woorden. Woorden blijken multi-interpretabel te zijn. En daarvan wordt gebruik gemaakt in discussies, in verkooppraatjes, politieke speeches. In het Frans heet dit in mooie beeldtaal: woorden zijn ‘geometrisch variabel’ (variabilité géométrique), dat wil zeggen de inhoud van woorden is veranderlijk, wisselend, flexibel. Wie ‘behendig’ is weet die variabiliteit optimaal in te zetten. En dat gebeurt ook. Reken maar.

Met name de geometrische variabiliteit van woorden komt hier in het derde deel van de serie aan bod. Hopelijk levert het een heldere kijk op. Ik loop daarvoor een aantal voorbeelden langs omdat die een hulpbruggetje kunnen vormen bij het doorhebben welke truc men op u wil toepassen.

List & bedrog

Jarengeleden kwam ik een rubriek tegen van Bas Heyne, getiteld ‘List & bedrog’ (NRC van 12-13 december 2015). Hij opent met wereldnieuws, zegt hij enigszins smalend: in de Aldi ‘Pasta met Truffel’ zit echte truffel – 0,0006 procent om precies te zijn, schrijft hij. Wie iets te verkopen heeft, weet dat immateriële verlangens moeten worden aangesproken. Truffels hebben gemeenlijk de prijs van goud, dus het truffel-verlangen mag immaterieel genoemd worden.

Heyne wijst ook op het gebruik van een woord dat het goed doet in een heel andere sector: een bedrijf moet het engagement met duurzaamheid tonen. Dat deed de Duitse autofabrikant Volkswagen dan ook. Tot de fraude met de meting van uitlaatgassen wereldkundig werd. Er bleek geen sprake van echt engagement. De betrokkenheid van het bedrijfsleven is in het algemeen niet anders dan een verkooptruc. En dan komt Heyne tot een conclusie: het streven naar een betere, gezondere en duurzamere wereld gaat niet samen met commerciële belangen. Als het bedrijfsleven het over ‘duurzaamheid’ heeft, belazert het de boel, althans de geometrische variabiliteit van het woord ‘duurzaamheid’ laat toe dat het woord door het bedrijfsleven anders gevormd wordt, dan dat van bijvoorbeeld een ecologisch ingestelde persoon.

Nu weet ook iedereen dat ‘Onze minister-president’ (Rutte), de president van het bedrijfsleven is. Het verwondert dus niet dat Heyne de conclusie, dat het streven naar een gezondere en duurzamere wereld niet met commerciële belangen samengaat, tegen Rutte inzet. Heyne doet dat op gezag van het boek van onderzoeksjournalist Olivier van Beemen, getiteld Heineken in Afrika (2015). Wat wil? Rutte laat geen gelegenheid onbenut – eerst in de VN en nog eens tijdens de klimaattop in Parijs – de bierbrouwer aan te bevelen aan de wereld. Waarom? Omdat Heineken in Afrika zou laten zien wat ontwikkelingshulp eigenlijk moet zijn: haal er het bedrijfsleven bij, en er gebeurt pas echt wat, noteert Heyne.

Echter, zo vervolgt hij: Van Beemen laat zien dat bij Heineken, net als bij Volkswagen, de idealen volledig ondergeschikt zijn aan het winstbejag. De Afrikaanse welzijnsverbetering waarover Heineken en Rutte voortdurend tetteren, is in werkelijkheid niet heel veel groter dan het truffelgehalte in de pasta van Aldi. En Rutte? Die gaat van de ene mantra net zo makkelijk over op een andere. Dat konden we eind vorig jaar nog zien en horen toen hij de klimaattop in Glasgow in 2021 toesprak: Actie, actie, actie… Ja, tot de taxi, die hem naar het vliegveld bracht.

Illimitisme

Hoe komt het dat in groten getale we kennelijk bereid zijn nog maar weinig in een groter verband of in een bredere context te zien. Het is de ideologie van de postmoderniteit die daaraan debet is geweest. Die is tegen de ‘grote verhalen’ – zoals het socialisme –; die hebben afgedaan. Na twee wereldoorlogen kan je niet meer in ‘grote verhalen’ geloven, zo is er ingehamerd. Je kan alleen dicht bij jezelf blijven. Het neoliberalisme heeft hier vervolgens gebruik van gemaakt; het heeft de postmoderne filosofen gelijk gegeven: men kan in niets meer geloven. De enige werkelijkheid is dan ook niet kwalitatief maar kwantitatief.

Een dergelijk uitgangspunt komt kapitalisten goed uit, want zoals we al bij List & bedrog van Bas Heyne tegenkwamen, het gaat om winstbejag, om de winstvoet. En die is calculeerbaar. Daar liggen mogelijkheden voor het illimitisme (het onbegrensde). Het infecteert mensen met het idee dat ook hun verlangens – en de bevrediging ervan – onbegrensd zijn. Dat stimuleert de consumptie en de productie, ondersteunt door de mantra van de groei. Het gaat mede de geometrische variabiliteit van woorden bepalen en daarmee de geesten – want we denken uiteindelijk in woorden. Wat is daarbinnen de omvang van illimitisme?

De Franse historicus Johann Chapoutot wordt over die term bevraagd in een interview naar aanleiding van zijn nieuwe boek Le grand récit, Introduction à l’histoire de notre temps (2021) (Het grote verhaal, Inleiding in de geschiedenis van onze tijd): ‘In de jaren 1980, sprak men over ‘The sky is the limit’. Tegenwoordig is dat zelfs niet meer het geval wanneer we zien dat lui als Jeff Bezos niet aarzelen toerisme te bedrijven in de ruimte, met een desastreuze, onverantwoordelijke en criminele CO2 balans’ (Marianne van 19 oktober – 4 november 2021). Zo geven deze lui aan dat ook onze wensen ‘illimitief’ mogen zijn, wat het kapitalistische productie- en consumptieproces goed uitkomt.

In het (Amerikaanse) neoliberale denken is alles tot het ‘ik’ teruggebracht. Dat is gegrond op het concept van de zelfconstructie van zichzelf. Het correspondeert met het bekende symbool van de ‘self-made man’, die tot alles in staat is, alles weet te bereiken, alles kan kopen… Daarmee, inclusief het als een mantra herhaalde vocabulaire, vindt een kolonisering van geesten plaats, aldus de socioloog en psychoanalyticus David Muhlmann in zijn boek Capitalisme et colonisation mentale (2021). ‘Door het economische leven te modelleren dringt de logica van de kapitalistische productiewijze het hele sociale veld binnen. Zo koloniseert het economische de geesten, waardoor een echte antropologische verandering veroorzaakt wordt en wel: in ons gedrag, in dat van anderen en het gezag’ (geciteerd in de bespreking van het boek; Marianne van 25 juni – 1 juli 2021). We gaan denken in kwantificeerbare eenheden en ons gedrag gaat zich richten op bereiken van voordeel. Met een bepaald woordgebruik – zoals we in het eerste en tweede deel zagen – wordt op dit alles ingespeeld. Eerst moet duidelijk zijn in welke mentale houtgreep we zijn genomen. Als voorbeeld het volgende.

Witte-boorden mensen

Let eens op wat we in een beschrijving vinden van de Amerikaanse socioloog en maatschappijcriticus Cart Wright Mills (1916-1962) uit de jaren 1950 in de Verenigde Staten.  Dan blijkt die kolonisering van de geesten al decennia aan de orde. In zijn boek White Collar, The American Middle Classes (1956) beschrijft hij het volgende. ‘Als witte-boorden mensen een betrekking bij een firma krijgen, verkopen zij niet alleen hun tijd en energie, maar ook hun persoonlijkheid. Wekelijks of maandelijks – afhankelijk van wanneer zij hun salaris krijgen – verkopen zij hun glimlach en hun vriendelijk gedrag. Zij moeten ook het (mentaal) ‘onderdrukken’ in de praktijk brengen van hun ongenoegen en agressie. Want deze innerlijke driften zijn commercieel niet relevant. Hun voorkomen vereist een doelmatige en profijtelijke aanbieding van goederen en diensten. Hier zien we de nieuwe kleine machiavellisten, die hun persoonlijke vaardigheden in de praktijk brengen door ze te verhuren in het voordeel van anderen en in overeenstemming met de regels die hen van bovenaf opgelegd zijn’ (p. XVII).

Alles vloeibaar

Cart Wright Mills richt zich in dit geval nog tot een enkelvoudige persoon, een gesalarieerde in zijn of haar relatie tot de firma waarvoor hij of zij werkt. Maar door veranderingen binnen het kapitalisme is de kolonisering die de loonarbeiders als massa’s hebben ondergaan, doorgevoerd in hun bestaan van de consument en dat weer niet alleen van loonarbeiders.

Productie/(massa)consumptie zitten inmiddels zodanig op elkaar geklonken, dat het van de consumenten epigonen van ‘kopen’ maakt. Daarmee wordt de productie op gang gehouden en bevorderen de consumentenmassa’s de groei. Alle maatschappelijke sectoren raken zo gemodelleerd naar wat het model van de financiële liquiditeit heet (je neemt, je gooit weg; de oceanen liggen inmiddels vol met afgedankte mondkapjes, om een actueel voorbeeld te gebruiken).

Hier kunnen we herkennen wat het neoliberale kapitalisme in de aanbieding heeft: de grote verhalen als afgedankt verkopen en de kwantitatieve liquiditeit tot het summum te verheffen. Het drijft tot de aanvaarding van het concept van de liquid society (Zygmunt Bauman; hierover: Online). De kolonisering van de geesten leidt dus tot de kolonisering van de maatschappij.

Je hoeft maar naar de veranderingen in het arbeidsrecht te kijken om te zien dat ook de beroepsbevolking vloeibaar wordt gemaakt. Indien men al een contract heeft dan is het veelal voor bepaalde duur of zelfs voor wat heet ‘nul-uur’; het gaat om een arbeidsstroom, een ‘uberisatie’ (afgeleid van Uber, de firma die bemiddelt, zoals bij taxichauffeurs). Voor de acceptatie daarvan wordt iedereen ‘geformatteerd’. Ook daar wordt de kolonisering van de geesten duidelijk.

Ten behoeve van het formatteren wordt men vooral geconfronteerd met termen die zich kenmerken door hun ‘variabele geometrie’ (géométrie variable). Je kan ze dus allerlei vormen geven en van omvang veranderen. De term ‘participatie’ behoort daartoe. Om te laten zien wat er met zo’n term inhoudelijk gebeurt, werk ik het voorbeeld van de Participatiewet uit.

Participatie

Van participatie worden om uiteenlopende reden veel mensen blij. Zo wordt het idee gewekt dat je mag meebeslissen in zaken die jou aangaan. Als die participatie vanuit de politiek wordt opgevoerd, is uiterste waakzaamheid geboden. Zo was in Frankrijk in 2007 de ‘participatiedemocratie’ een verkiezingsleus in de presidentscampagne. Daaromtrent werden natuurlijk politieke beloftes gedaan. Dat lokte menige reactie uit.

Zo verwierp de Franse politicoloog Yves Sintomer, docent aan een van de Parijse universiteiten, wat hij over participatie hoorde met de volgende reactie: ‘Neen, dat is het niet. Het is een gedachte die teruggaat tot de jaren 1960’, en dan verwijst hij in zijn artikel naar in die tijd bestaande literatuur over dat onderwerp (Le Monde van 16 februari 2007). De term, zo geeft Sintomer weer, ‘drukt uit dat de klassieke representatieve democratie aangevuld wordt door middel van direct-democratische mechanismen, die maken dat burgers die niet gekozen zijn toch kunnen participeren in het nemen van beslissingen (..)’.

Ik haal dit aan omdat enkele jaren na die Franse bedonderpraktijken met participatie, de Nederlandse minister-president Mark Rutte (VVD) en zijn kabinet plotseling iets begonnen te roepen over de ‘doe-democratie’. Die wilden zij tot grondslag van de Nederlandse maatschappelijke orde maken. Daar resoneerde ook het politieke verschijnsel ‘participatiedemocratie’ mee, in de zin van participatiesamenleving. Over het ‘kreupel beleidsjargon’ (Ido de Haan) dat dit opleverde, ga ik het verder niet hebben (Ido de Haan, hoogleraar politieke geschiedenis, maakte er indertijd gehakt van, zie Beleid en Maatschappij 2014/3, p. 268-273).

Als dan in het vervolg van Rutte’s participatieopsmuk PvdA kopstukken dit ‘format’ in hun geesten hebben geactiveerd, dan blijken in hun midden altijd wel wat apparatsjiks (Asscher en Klijnsma) bereid uitvoering te geven aan het gedrocht, dat in de participatie-discussie tijdens het wetgevingsproces boven is komen drijven, de Participatiewet. Kortweg is participatie teruggebracht tot de zinssnede: ‘eenieder die kan werken maar het op de arbeidsmarkt niet redt, valt onder die wet’. Deze inhoudelijke omschrijving resteerde in het gehannes met de geometrische variabele ‘participatie’.

Liepen voordien alle mensen die wel konden werken maar het op de arbeidsmarkt niet redden, dan ontredderd rond? Ik zou het niet denken (ik kende de praktijk van een goedlopende, grote, gemeentelijke ‘sociale werkplaats’). De PvdA-apparatsjiks waren echter helemaal van de weg geraakt. En zij vergaten dat het met participatie ging om ‘Le pouvoir au peuple’ (de macht aan het volk, door het volk, voor het volk). Dat is binnenste buiten gekeerd door het neoliberalisme: liquide, precair, autoritair.

Het was Rutte met de Participatiewet gelukt andermaal een deel van het bestaande zorgstelsel af te breken. Daarvoor was de term ‘participatie’ bij wijze van spreken door de wringer van de klassieke wasmachine gehaald, zodat alle betekenis uit die term verdween voor die ene norm waar het om te doen was: ‘Eenieder die kan werken maar het op de arbeidsmarkt niet redt, valt onder de Participatiewet’. Rutte kon schateren omdat PvdA politiek gezien de vuile was hadden gedaan. Ik hoef hierop verder geen kritiek te leveren. Het PvdA Tweede Kamerlid Gijs van Dijk deed dat al (25 november 2020 op sociale vraagstukken.nl, Online)…

Heldere kijk

Door woordgebruik list en bedrog plegen, de blikrichting doen veranderen, symbolisch mensen ronselen. Het komt allemaal voor, het is allemaal mogelijk. Hoe lukt het je mensen voor je karretje te spannen? De juiste woorden gebruiken. Mensen laten denken dat je het beste met hen voor hebt. Het zijn allerlei uitdrukkingen waarbij woordkeus en woordinhoud van belang is. Ten behoeve van wat ik ‘symbolisch ronselen’ heb genoemd loop ik een aantal voorbeelden uit de afgelopen jaren langs, die ieder laten zien hoe er gemanipuleerd wordt om bij de lezer (of toehoorder) een positieve opstelling te bewerkstelligen (stem op mij). ‘Vertrouw mij nou maar’, zei minister Opstelten van Justitie terwijl hij op dat moment wist dat hij loog… Enfin, dat soort zaken en andere heb ik voor het vierde deel van deze serie bewaard.

Thom Holterman

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

%d bloggers liken dit: