Spring naar inhoud

Integrale Coöperatie Om Kapitalisme En Staat Te Passeren. Het Catalaanse ‘model’

04/09/2016

Thee

Sociale bewegingen houden zich vaak met een enkel actiepunt bezig (single issue). Dit hoeft niet te betekenen dat zij zich niet bewustzijn van de dwarsverbanden tussen hun actiepunt en andere actiepunten. Gaat het om de realisatie van ‘concrete utopieën’ dan vormen alleen al de ‘wetten van de markt’ grote obstakels en liggen overheden vaak dwars als het om realisatiepogingen gaat. De vraag, gelet op deze situatie, is dan of er een organisatorische structuur te bedenken is waarmee een coördinerend, pacificerend verband ontstaat? Dat zou dan enerzijds de doelstellingen van een veelvoud van sociale bewegingen kunnen verbinden en anderzijds de (relatieve) autonomie van die bewegingen laten voortbestaan. Die vraag leidt naar verschillende, mogelijke antwoorden. Hieronder volgt er daarvan één, waarmee tevens de dynamiek van ‘Tegen Activisme, Voor Organisatie’ een ‘gezicht’ krijgt.

In 2010 werd in Spanje een antwoord op de bovengesteld vraag geformuleerd en er werd een organisatie in het leven geroepen die dat coördinerende en pacificerende werk op zich ging nemen, te weten de ‘Integrale Catalaanse Coöperatie’ (ICC). Het ambitieuze doel van de ICC was haar leden de mogelijkheid geven in toenemende mate aan de overheid, de banken en de euro voorbij te gaan. In zijn boek Rébellion et désobéissance, la Coopérative intégrale catalane (Verzet en ongehoorzaamheid, De integrale Catalaanse coöperatie) doet de Franse onafhankelijke – maar geëngageerde – journalist Emmanuel Daniel verslag van de gang van zaken bij deze integrale coöperatie. Het is geen successtory geworden. Daniel behandelt namelijk ook de problemen die in de loop van de tijd bij de ICC ontstonden. Hij doet dat zo, dat andere, soortgelijke coöperaties in navolging van het ‘Catalaanse model’ – zoals die in Frankrijk van start gingen– er lering uit kunnen trekken.

Voorkant.Coop.Cata

Begin van het verhaal

Emmanuel Daniel had in 2013 de leden van de integrale coöperatie van Toulouse (Frankrijk) ontmoet. Dit gaf hem in om op enig moment naar de omvangrijker coöperatie in Catalonië (Spanje), de bron van het initiatief, af te reizen. Het boek is een verslag geworden van twee uitgebreide bezoeken in 2015; het eerste van drie maanden (februari-april), het tweede van één maand (september). In die tijd sprak hij met vele leden uit alle sectoren waaruit de ICC is opgebouwd. Ook sprak hij met de Catalaanse activist bij wie – tien jaar geleden – het verhaal over de ICC begon, Enric Duran. Hij is de belangrijkste bedenker van het project.

Duran is ook de man die voor moderne Robin Hood heeft gespeeld, waarbij hij via frauduleus handelen een aantal banken (39 stuks) begin 2006 voor in totaal een kleine half miljoen euro heeft opgelicht (Duran is opgepakt en veroordeeld tot een aantal jaren gevangenisstraf; voor de voltrekking van de straf wist hij uit handen van justitie te blijven en is nog steeds voortvluchtig).

Van het geld werd ondermeer een nieuwe krant uitgegeven (Podem!, ‘Wij kunnen het’; 2009) waarin een actieplan werd ontvouwd om onszelf massaal te bevrijden van het bestaande maatschappelijk bestel. Een jaar later verscheen een nieuwe krant (Volem, ‘Wij willen het’; 2010), die omvatte een ‘Handboek voor zelfbestuur van ons leven’. In mei 2010 volgde de oprichting van de ‘Integrale Catalaanse Coöperatie’ (ICC) in een gekraakt pand in Barcelona.

Integrale coöperatie

Emmanuel Daniel heeft met zijn boek tot doel het bestaan en de werking te beschrijven van wat als experiment is op te vatten. Het is gebouwd op burgerlijke ongehoorzaamheid en de constructie van radicaal democratische alternatieven. De achtergrond van deze keuze is, dat heden ten dage een groot deel van de bevolking niet meer gelooft in het vermogen (of de wil) van politici om het hoofd te bieden aan prangende actuele sociale en milieukwesties. Velen zijn het zat om op effectieve acties vanuit die hoek te wachten en willen zelf de touwtjes in handen nemen (opkomst van nieuwe sociale bewegingen).

Wil dat zoden aan de dijk zetten dan moeten mensen kennis kunnen nemen van vormen van verzet die daartoe nuttig zijn. Zij moeten weten welke organisatievormen er bestaan anders dan politieke partijen en uit hun hoofd zetten dat het om verwerven van staatsmacht moet gaan. Want waar het omdraait is het vinden van organisatievormen om autonoom een emancipatorische werking uit te oefenen, met als doel bevrijding van de inkapseling van zowel het kapitalisme als de staat.

Rochedale Pioneers

                     Rochedale Pioneers

De rechtsvorm coöperatie is inmiddels geen vreemde meer. Steeds vaker wordt er weer gebruik van gemaakt. Begin vorige eeuw werd hij al volop benut, nadat die een halve eeuw daarvoor door naar alternatieven zoekende mensen werd geïntroduceerd. De naam van de Engelse sociale hervormer Robert Owen (1771-1858) is er als eerste mee verbonden; in 1844 zette de ‘Rochdale Pioneers’ een winkel in coöperatieve vorm op. Zij allen hadden sociaal-economische redenen om buiten het bestaande stelsel om zelf de leefomstandigheden te verbeteren en de uitbuiting door de bezittende kaste te ontlopen.

De redenen om heden fundamentele herziening te eisen zijn intrinsiek niet veranderd: het maffia-achtige gedrag van de heersende kaste is principieel gelijk gebleven. Het antwoord hierop is de dingen zelf ter hand te nemen, zelf te beheren, buiten het multinationale bedrijfsleven en de overheid om [en wie goed kijkt, ziet dat het, wat het maffia-achtige handelen betreft, geen bliksem uitmaakt of je in de bergen van Chiapas (Mexico) of in het Europese gebied woont; een vergelijk tussen de zapatistische beweging en de ICC lijkt mij mogelijk].

De gebruikelijke aanwending van de coöperatieve rechtsvorm betreft het dienen van de belangen van haar leden, vaak zonder dat daarbij andere belangen een rol spelen. Bij een integrale coöperatie ligt dat anders. Integraal drukt hier uit dat het om een collectieve organisatie gaat die tot doel heeft meerdere aspecten van het leven tegelijk op een coöperatieve wijze aan te pakken. Dit wijst erop, zoals ook Annick Stevens in het Franse anarchistische en studieuze tijdschrift Réfractions (nr. 36, 2016) benadrukt, dat de ICC zich wel ‘coöperatie’ noemt, niet met het doel te verwijzen naar de juridische vorm van een coöperatie-maatschappij, maar vooral naar het idee van gemeenschappelijk handelen. Haar leden organiseren zich daartoe in verschillende commissies en werkgroepen: onderwijs, gezondheidszorg, huisvesting, energie, geld… Het gaat dus om, zoals Daniel het formuleert, aspecten van het leven waarbij men zich aan de klauwen van het kapitaal en de staat wil onttrekken en de zorg ervoor in handen van de gebruikers zelf wil leggen.

In de ICC verloopt een aantal activiteiten langs twee lijnen: (1) ‘economische ongehoorzaamheid’ en (2) ‘fiscale ongehoorzaamheid’. Wat het laatste aangaat, heeft het er naar mijn indruk veel van weg, dat het algemeen bekende, door de advocatuur aanbevolen en door de overheid gedoogde, handelen van multinationals wat belastingontwijking aangaat, door de ICC is overgenomen…

De ICC beschikte in 2015 over een budget van een half miljoen euro. Ze bestond uit 2000 leden, verspreid over heel Catalonië; ze telde 70 betaalde personen die ten behoeve van de ICC de voortgang van zaken behartigden. Onder hen zijn te rekenen enkele oud-bankiers die hun activiteiten bij officiële banken spuugzat waren. In vier jaar tijd had de ICC de inrichting gefinancierd of gefaciliteerd van twee sociale, coöperatieve woonvormen, verschillende gemeenschappen, een ‘vrije’ school, twee collectieve werkplaatsen, een conservenfabriek, een distributiesysteem voor biologische levensmiddelen dat heel Catalonië bestreek, projecten voor gezondheidszorg, laboratoria voor biologisch onderzoek, voor mechanisatie en voor informatica, en een bank in zelfbeheer zonder winstoogmerk. Het ICC bracht ook alternatief geld in omloop in gebruik bij 2000 personen.

CoopTea

Elke groep is autonoom en besluit over haar interne functioneren, maar dit alles binnen de doelstelling van de ‘Oproep voor de integrale revolutie’ [zie daarvoor de site ‘Integrarevolucio’ waar ook in ‘pdf’ is te downloaden ‘Construct an international ideological and political space’]. Het idee is gaandeweg de euro en de banken te passeren om te bewijzen dat we kunnen leven zonder kapitalisme. Om dat te doen moeten we niets aan de staat vragen, want die is niet een deel van de oplossing, maar maakt juist deel uit van het probleem. Daarbij wordt ook het beheer verworpen van de publieke diensten door een minderheid, dat wil zeggen door de staat en de markt. De staat belooft wellicht ‘nationale solidariteit’, dat is echter lucht. Het moet gaan om lokale en concrete solidariteit, die terug te vinden is in ‘coöperatieve publieke diensten’ en die kunnen binnen organisaties als de ICC zelf worden opgezet en beheerd.

Het probleem van de overmaat

In korte hoofdstukken behandelt Daniel de verschillende dragers van de ICC. Hij legt uit hoe al de autonome elementen (individuen of bepaalde collectieve activiteiten) in de coöperatieve structuur passen. Van de ICC maken bijvoorbeeld socios autoocupados (zelfstandig handelende leden) deel uit. Begrijp ik het goed dan zijn zij (ten dele) te vergelijken met wat in Nederland een ‘zelfstandige zonder personeel’ (zzp’er) wordt genoemd. Ten behoeve van hen (handwerklieden, winkeliers) is een juridische paraplu gecreëerd die bij Daniel heet: ‘Libertalia’.

Libertalia

Via ‘Libertalia’ wordt voor hen een verzekering geregeld en een ‘Onderlinge’ voor de boekhouding en administratie. Die constructie bemiddelt tussen hen en de staat. In ruil voor de verlening van deze diensten betalen zij een bedrag voor de deelname aan de coöperatie (proportioneel naar hun inkomen) en zij dragen hun BTW af aan Libertalia. Deze ICC instelling middelt de totale inkomsten, het aantal personen en de kosten die zij maken zodanig, dat wat Libertalia aan de staat aan BTW moet afdragen, nul of bijna nul is (verschil tussen verplichte afdracht en te vorderen teruggave). Dit vormt één van de financieringsbronnen van de ICC.

In een beperkt aantal jaren is de ICC zo gegroeid, dat er verschillende soorten problemen zijn ontstaan (ongenoegen bij de leden dat er 70 betaalde krachten werken; geringe actieve deelname van de leden; slecht bestuur; moeite om nieuwe leden aan te trekken; groei van de bureaucratie). Ook deze problemen bespreekt Daniel en wel zodanig dat andere initiatieven met een eenzelfde ideologische doelstelling daar lering uit kunnen trekken. Overigens heeft de ICC ook zelf lering getrokken uit de faalmomenten en is tot herstructurering overgegaan.

Een van de problemen is de gegroeide overmaat van de organisatie. Daarvoor worden nu ideeën over decentralisatie ontwikkeld. Eenmaal een drempel gepasseerd van een bepaalde maat zal, aldus Daniel, de organisatie niet meer dienstbaar zijn voor de mensen die deze organisatie opzetten, maar voor de mensen die binnen die organisatie werkzaam zijn. Ik zelf moet hier denken aan de problematiek die de Duits-Italiaanse socioloog Robert Michels (1876-1936) beschreef in zijn studie over het partijwezen in de moderne democratie (1911), een problematiek die bekend werd als de ‘ijzeren wet van de oligarchie’. Alle complexe organisaties, los van hoe democratisch ze ook beginnen, zullen aldus Michels zich tot oligarchieën ontwikkelen. Anarchisten zijn zich daarvan, zo durf ik in te schatten, steeds bewust geweest en hebben daarom een aantal ‘structuuraanwijzingen’ ontwikkeld om aan de werking van die ‘wet’ te ontkomen (wat niet wil zeggen dat het altijd lukt).

De balans

Emmanuel Daniel heeft maanden in Catalonië rond gereisd om mensen van de ICC te spreken over de integrale coöperatie, over hun werkzaamheden daarbinnen en hun visie daarop. Ook is het hem gelukt een enkele keer, ergens in Europa, Enric Duran te ontmoeten en te spreken. Van dit alles is zijn boek een verslag. Hoewel hij er geen successtory van heeft gemaakt, leidt dit bij hem niet tot een negatief oordeel. Want ondanks de geconstateerde faalmomenten blijft hij optimistisch. Vreemd is dat niet voor wie beseft, dat zonder verzet en ongehoorzaamheid het verderfelijke en destructieve neoliberale scenario door niemand meer zou worden uitgedaagd.

Dit betekent voor Daniel dat na nauwelijks vijf jaar de balans van de ICC meer dan verdienstelijk is te noemen. Hij citeert Sarra van ‘ÉcoRéseau’ (Econetwerk) van Nantes: ‘Het meest belangrijke dat door de ICC is verricht, is de bevrijding van onze verbeelding’. De ICC heeft hen geholpen, die een voet buiten het dominante systeem wilden zetten. Ze heeft ook ertoe bijgedragen personen binnen haar netwerk te krijgen die weinig gepolitiseerd waren en van wie de voornaamste kwestie was te zien overleven. Voor het eerst kregen zij zicht op routes voor ongehoorzaamheid.

Toearegs

Als Daniel voor zichzelf spreekt, zegt hij dat zijn ervaring met de ICC bij hem heeft geleid tot het identificeren van wegen waarvan hij dacht dat die voor sociale bewegingen doodlopend waren. Hij heeft ervan geleerd dat al te grote ijver contrarevolutionair kan werken. Wie namelijk te snel wil gaan, blijkt zich plotseling te bevinden op de plaats van anderen. Welnu, je emancipeert niemand, door diens plaats in te nemen. ‘Wat men doet voor anderen, zonder die anderen, is tegen die anderen’, luidt een door Daniel geciteerd spreekwoord van het woestijnvolk de Toearegs.

Hij komt ook nog terug op de kwestie van de overmaat. Een menselijk groep kan slechts op een egalitaire wijze functioneren wanneer die niet een bepaalde maximale maat overstijgt. De leden kunnen namelijk niet allen dezelfde hoeveelheid informatie opnemen. Zij zijn daardoor niet elkaars gelijken in de machtsverwerving. Een groep die klein begon en waarvan elk lid dezelfde informatie verwerkte, eindigt door groei van de organisatie in de situatie dat het bestuur van die groep alles beslist. Vandaar dat de problematiek van de decentralisatie is geïntroduceerd bij de herstructurering van de ICC.

Juist voor een organisatie als de ICC is het wezenlijk om te vertrekken vanuit de behoeften en wensen van de bevolking. Des te meer de ICC zich van de sociale bewegingen verwijderde, des te minder bleek ze in staat middelen aan te bieden, die in overeenstemming waren met de realiteit van deze bewegingen. Bij de herstructurering is ook dit facet serieus genomen. Enric Duran realiseert zich nu eveneens, zo noteert Daniel, ‘dat van af het begin het zaad van een technocratische en centralistische structuur aanwezig was. Het optuigen van een bestuursapparaat en de kwestie van de illegaliteit hebben ons geduwd in de richting van het centraliseren van de informatie en de macht’. Ondanks deze incidenten vervolgt de Integrale Catalaanse Coöperatie haar weg.

Thom Holterman

DANIEL, Emmanuel, Rébellion et déobéissance, la Coopérative intégrale catalane, HDateliers henry dougier, Paris, 2016, 128 blz., prijs 12 euro.

No comments yet

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.