Spring naar inhoud

Kritisch Pragmatisme: Het Anarchisme Van Paul Goodman. Deel I

04/12/2016
Paul Goodman

          Paul Goodman

De Duitse pedagoog en Gestalt-therapeut Stefan Blankertz promoveerde op het in 1983 uitgegeven boek Kritischer Pragmatismus, Zur Soziologie Paul Goodmans (de tekst is bij mijn weten alleen in het Duits verschenen). Gelet op de verschijningsdatum ervan, lijkt de vraag gerechtvaardigd of de tekst niet verouderd is. Ik meen van niet. Want hoe ‘de wereld’ ook veranderd is, niet is veranderd de verankering van wat in die wereld omgaat in ideologisch en militaristisch opzicht: de ideologische verankering heeft zich van industrieel naar financieel kapitalisme met het neoliberalisme weten te versterken en oorlogvoeren is nog steeds heel ‘normaal’. De verschillende onderwerpen (pragmatisme, anarchisme) en het denken – zijn kritiek – van Paul Goodman passen daar nog op, zodat ook Blankertz’ tekst onze hedendaags kijk op de wereld kan helpen vormen. Uiteraard kan dat anders zijn met sommige gehanteerde voorbeelden. Maar die zijn moeiteloos door actuele voorbeelden te vervangen. Hoewel Blankerts’ tekst niet omvangrijk is, laat ik mijn bespreking ervan toch in twee delen uiteenvallen. Het eerste deel, dat hier volgt, concentreert zich op de eerste hoofdstukken van zijn boek.

goodmanpragma052

 

Anti-etatistische en anti-politieke partijen optiek

Paul Goodman (1911-1972) is tenminste in drie domeinen actief geweest, (1) als romanschrijver en dichter, (2) als psychotherapeut en meedenker in het opzetten van de Gestalt-theorie en (3) als maatschappijcriticus tot uitdrukking komend in zijn vele sociaalkritische publicaties. Omdat ik mij voor de eerste twee domeinen niet competent acht, zal ik mij beperken tot het derde domein. Daar heeft hij zijn reputatie gevestigd met zijn analyses van en kritiek op allerlei sociaal-maatschappelijke verschijnselen zoals: school, urbanisme, technologie, bureaucratie alsmede via zijn anarcho-pacifisme op oorlogvoering (Vietnam) en het industrieelmilitaire complex.

René Fugler vat dit domein van handelingen als volgt samen in het Franse anarchistische tijdschrift Réfractions (nr. 18, 2007). De kritiek van Goodman en zijn positiekeuze baseren zich op een anarchistische filosofie die (1) niet-gewelddadige actie aanprijst, (2) het autonome individu in open en creatieve gemeenschappen plaatst en (3) de deelname aan initiatieven aanbeveelt, die er toe kunnen bijdragen dat in het heden de sociale situaties en het leven van mensen veranderen in een gewenste zin.

Het derde punt spreekt revolutionair ingestelde activisten gemeenlijk niet aan: de voorstellen zijn in hun ogen reformistisch. Maar de voorstellen van Goodman liggen wel steeds ingebed is een anti-etatische en anti-politieke partijen optiek, en is geënt op een antikapitalistische stam. Goodman is dus ‘de naam van de maatschappijcriticus die staat voor de zaak van zijn kritiek’. Blankertz wil ermee zeggen, dat de zaak van Goodman’s kritiek onlosmakelijk verbonden is met zijn leven.

Zijn sociaalkritische geschriften hebben een pragmatische inslag en wel in dubbele zin: (a) ze hebben een actuele politieke aanleiding en (b) er is de wens mogelijkheden te bedenken voor voorstellen die een onmiddellijke uitwerking voor mensen kunnen hebben. Blankertz stelt zich ten doel te bezien of een generalisering van de kritiek zoals Goodman die beoefend heeft, tot de mogelijkheden behoort. Dat zal een lastige kwestie worden als je bedenkt dat er nauwelijks een ingang voor te vinden is: een verklarend levenswerk heeft Goodman namelijk niet nagelaten.

Social criticism voor social science

De posities die Goodman kiest in allerlei sectoren zoals geschiedenis, filosofie, antropologie, pedagogie, economie, psychologie komen tot uitdrukking in zijn pragmatische analyses (over het pragmatisme binnen een anarchistisch kader, zie elders op Libertaire orde). Ze krijgen door hem geen eigen fundering. Zijn leven is zijn werk; schrijven is slechts een deel ervan, aldus Blankertz. Daar zullen we het mee moeten doen. Het is echter een wondere wereld die daarbij toegankelijk wordt.

Blankertz levert eerst een korte biografische schets van Goodman, van zijn activiteiten als romanschrijver en dichter en zijn bemoeienis met de ontwikkeling van de Gestaltpsychologie. Dit alles kent een grote verwevenheid met het leven dat hij geleid heeft en met wat hij aan denkbeelden heeft overgedragen. Daarvan volgt hier een voorbeeld dat een eminente actualiteitswaarde heeft, te weten het onderwerp (bestrijding van het) fascisme – we zitten dan in de beginjaren 1940.

goodman-line

Anders dan de overweldigende meerderheid zoals die uit de Amerikaanse opinie van toen bleek, beschouwde Goodman het fascisme niet als een ‘natuur’-catastrofe, maar als een verschijnsel in samenhang met de vooroorlogse politiek van de USA. Gegeneraliseerd luidde Goodman’s conclusie: wanneer er in een concrete situatie slechts de keus is tussen een ‘groter’ en een ‘kleiner’ kwaad, dan hebben wij, de burgers, politiek gezien iets fout gedaan; in plaats van ons aan deze keus te onderwerpen, moeten wij de fout opsporen en uit alle macht bestrijden. Goodman betrok dit vervolgens op de wereldoorlog: kiezen tussen fascistische terreur, democratisch imperialisme en totalitair stalinisme, maakt dat men, wat men ook kiest, zelf militarist moet worden. Het weigeren van deze keus leidt dan tot het consequente (anarcho-)pacifisme.

Blankertz beschrijft hoe deze redenering gehoor vond bij anarchisten en ze kwam dus in Amerikaanse anarchistische tijdschriften terecht. De literaire en de marxistisch georiënteerde tijdschriften die voordien teksten van hem publiceerden, schrapten zijn naam uit de colofon. Goodman’s ideeën over dienstweigering kwamen tegenover het ‘kleinste kwaad’ te staan. Uit deze positiekeus van hem ontstond zijn eerste niet literaire of literair-kritische tekst, The May Pamphlet (1945). Ruim vijftien jaar later verschijnt een bundel waarin ondermeer het May Pamphlet is opgenomen, met de welluidende titel Drawing The Line (1962).

Goodman legt in een artikel in de bundel uit, dat we leven in een gemengde maatschappij van dwang en natuur. De karakteristieke handeling van libertairen is ‘de lijn te trekken’ tot waar zij niet meer kunnen samenwerken. Geen enkele getrokken lijn zal ooit logisch verdedigbaar zijn. De juistheid van elke lijn zal zich zelf duidelijk stap voor stap bewijzen.

In de jaren 1950 voltrok zich een verandering bij Goodman, die een wending van literatuur naar sociologie te zien geeft. Met zijn boek Growing Up Absurd (1960) (Groot worden is gekkenwerk,1973) breekt hij in de volle breedte van het politieke spectrum door. Het boek past geheel in de geest van de rebellerende jeugd van de jaren 1960. Zijn ‘carrière’ als maatschappijcriticus begint, merkt Blankertz op. Met Growing Up Absurd schuift Goodman voor het eerst zijn alternatief voor de wetenschappelijke sociologie naar voren, maatschappijkritiek: social criticism voor social science.

Droevige actualiteit

goodman-growingup

In een hoofdstuk dat de titel ‘Droevige actualiteit’ draagt, gaat Blankertz in op de kwestie hoe het zit met de actualiteitswaarde van de teksten van Goodman. Dat is dan al twintig jaar na dato – de tijd dus dat Blankertz het boek schrijft. Inmiddels zijn we weer ruim dertig jaar verder. Wel, het is des te droeviger: de overwegingen die Blankertz toen gaf waarom een systematische belangstelling voor het leven en werken van Goodman noodzakelijk geacht kan worden – wil men maatschappijkritiek beoefenen – gelden heden nog steeds. Toen sprak Blankertz over ‘Traurige Aktualität’, nu zit de droevigheid in zijn kwadraat.

Niettemin zijn er mensen die menen dat Goodman is ingehaald door de actualiteit. Veel waar hij voor streed is inmiddels gerealiseerd, heet het dan. Blankertz fileert een artikel waarin dat wordt beweerd, van de hand van Joseph Epstein, een voormalig idool van Goodman. Echter niet Goodman is overleefd, maar Epstein is van opvatting veranderd, gelet op wat hij tegen Goodman’s zienswijzen aanvoert: de censuur op pornografie heet nu bij Epstein goed, het achterwege laten van berichtgeving over niet georganiseerde belangen in persberichten is goed, het met politiegeweld neerslaan van hippiekolonies is verstandig en warenhuizen blijken voor Epstein inmiddels toch cultureel waardevol. Zijn opvatting over de realiseerbaarheid van Goodman’s ideeën is eveneens onjuist, betoogt Blankertz. In het algemeen is de kritiek van Communitas, van Growing Up Absurd, van Compulsory Mis-education, van People or Personnel, geldig gebleven.

Centralisering, overdreven planning en programmering, oorlogsdreiging, ecologische catastrofes zijn na het overlijden van Goodman niet geringer geworden, eerder omvangrijker. Zijn praktische voorstellen zijn door afwezigheid van realisering niet overbodig geworden. Niets weet Epstein dan ook in deze zin tegen Goodman aan te voeren, merkt Blankertz op.

[En onlangs las ik in het programma van een tweedaags symposium getiteld ‘Democracy revisited’, gehouden aan de universiteit van Luzern (oktober 2016), dat daarin het thema zat ‘Erziehung zur Freiheit und die libertäre Pädagogik’, met een verwijzing naar…Paul Goodman.]

Blankertz handhaaft de stelling voor zijn boek, dat Goodman ook de theorie voor zijn handelswijze heeft geformuleerd en dat die theorie sociologische kwaliteit heeft. Het is deze theorie die Blankertz kritisch pragmatisme noemt. Ik ga dat in Deel II vanuit Blankertz samenvatten.

Thom Holterman

No comments yet

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.