Spring naar inhoud

Paul Feyerabend (1924-1994). Anarchisme En Kennistheorie (1/7)

30/08/2020

Hoofdstuk 1              Feyerabend en Pflasterstrand

Paul Feyerabend

Paul Feyerabend (1924-1994) is de wetenschapstheoretische auteur van het boek Against Method. Hij introduceerde de leus ‘anything goes’ in het veld van de kennistheorie. Hij is geboren in Oostenrijk, leefde daar maar ook in Duitsland, Engeland, Italië en zo’n vijfentwintig jaar in de Verenigde Staten. Feyerabend heeft zich toegelegd op het ontwikkelen van een anarchistische kennistheorie, die hij ook dadaïstisch noemde. Hij leverde kritiek op wetenschap, wetenschappers en ‘experts’ en wees daarbij op de politieke implicaties die dit alles had. Over die man, zijn anarchistische kennistheorie, politieke implicaties en verwante relevante opvattingen gaat het hier. Een ‘verhaal’ dat doorloopt tot in het heden. Ik behandel dit in zeven delen. Hier het eerste deel. [ThH]

Wie was Paul Feyerabend?

Het boek dat ik hierboven noemde is niet het enige dat hij schreef. De meeste andere boeken van hem heb ik niet gelezen. Het is dan ook niet mijn bedoeling een biografie over hem te schrijven noch een geleerde tekst over zijn kennistheoretische denkbeelden. Wat ik wèl van hem gelezen heb, zijn de artikelen die hij publiceerde in een serie Duitse jaarboeken. Die serie verscheen tussen 1974 en 1985 bij het anarchistische Karin Kramer Verlag in Berlijn met als titel Unter dem Pflaster liegt der Strand (Deel 1 tot en met 15). Karin en Bernd Kramer dreven in Berlijn eveneens een boekhandel; beiden zijn inmiddels overleden in 2014. De titel van de jaarbundels zal hier in de afkorting Pflasterstrand worden gebruikt.

In het afgelopen jaar (2020) heb ik die jaarboekuitgaven opnieuw bestudeerd, omdat ik benieuwd was naar het antwoord op de vraag of, gelet op het verloop van de tijd, iets van Feyerabend’s gedachten was blijven hangen. Ik vroeg mij daarbij ook af wat een wetenschapstheoreticus aan betekenis meegaf of mee kon geven aan de jaarboeken. De eerste uitgaven verschenen namelijk met als onder titel: ‘Anarchisme heden’. Dat speelt dus goed in op iemand die een anarchistische kennistheorie ontwikkelde.

Om grip te krijgen op de kwestie die mij bezighield, leek het mij handig meer te weten over de relatie tussen de eindredacteur van de jaarboeken, de Duitse etnoloog Hans Peter Duerr en Paul Feyerabend. Daarover aan Duerr gevraagd, wees hij mij op een boek dat hij had samengesteld, met daarin een groot deel van de briefwisseling tussen hem en Feyerabend. De titel ervan luidt Paul Feyerabend Briefe an einen Freund, samengesteld door Hans Peter Duerr (Suhrkamp Verlag, Frankfurt a. M., 1995). Het is dàt boek (afgekort Briefe), dat ik dan ook heb geraadpleegd. Hoe troffen die twee, Duerr en Feyerabend elkaar? Daarover vertelt Duerr in Briefe het volgende.

‘Plaats van handeling: de universiteitsboekhandel Weiss in Heidelberg. Tijdstip: voorjaar 1965. Twee personen zijn druk bezig: de ene, een oudere, op krukken steunende man, is van de partij om een grote stapel boeken, die hij had omgestoten, weer te ordenen. De andere, een jongere, hielp hem daarbij. Nadat de stapel weer was opgebouwd, stelt de oudere zich in het Duits voor, met een Weens accent: Paul Feyerabend uit Berkeley. De ander antwoordt: Hans Peter Duerr uit Heidelberg. Uit deze toevallige ontmoeting groeide een vriendschapsbiefwisseling die tot de dood van Feyerabend standhield.’ (uit: Briefe; vertaling thh.)

In de korte inleiding bij de brieven vertelt Hans Peter Duerr over zichzelf dat hij op het moment van de ontmoeting etnoloog was, maar ook wetenschapstheorie in Wenen had gevolgd. Daar had hij nauw contact gekregen met een docent (Victor Kraft), die Feyerabend ook als leermeester had gehad. Dat Feyerabend vervolgens een van de auteurs voor Pflasterstrand werd, waarvoor Duerr optrad als eindredacteur, kon niet uitblijven. In een brief van 8 februari 1971 laat Duerr aan Feyerabend weten in alle artikelen van hem geïnteresseerd te zijn. Daarbij geeft hij aan dat hij meer geïnteresseerd is in artikelen die gaan over maatschappijkritiek en minder die over fysica (Briefe, p. 18). Dit is nog ruimschoots voordat het eerste nummer van Pflasterstrand zal verschijnen (1974), waarin dan de ‘Stellingen over anarchisme’ van Feyerabend zullen worden opgenomen. Overigens kende Hans Peter Duerr, zo liet hij mij schriftelijk weten, Bernd Kramer al voordat hij in 1972 naar Berlijn verhuisde.

In een van de laatste jaarboeken van Pflasterstrand (Deel 13, 1984) schrijft Feyerabend over zijn persoonlijke ontwikkeling vanaf 1945. Al voor de tweede wereldoorlog had hij zijn leven gepland: een studie astronomie en operazanger. Een dubbelberoep, kunstenaar en geleerde in een. Voor de oorlog had hij al de eerste stappen in die richting gezet. Hij kende, schrijft hij, de grondslagen van de theoretische en praktische astronomie en had zingen gestudeerd bij een staatsoperazanger. Na de oorlog, in Duitsland werkzaam als onderhoudsmedewerker in een speeltuin, kreeg hij een stipendium aan het Weimar Institut des Deutschen Theater. Na het jaar in Weimar meende hij, dat hij naast Kunsten en Theater ook natuur- en geesteswetenschappen moest gaan studeren. In 1946 verlaat hij daarom Weimar om in Wenen geschiedenis en hulpwetenschappen te studeren. Later voegde hij daaraan toe fysica en astronomie. Zo kwam hij terug bij wat hij zich voor de oorlog had voorgenomen.

Uitgebreid behandelt hij de verschillende invloeden die hij heeft ondergaan. Als student hield hij een voordracht in een academisch gezelschap waar ook de Britse analytisch filosofe Elisabeth Anscombe, uit de kring rond Wittgenstein, aanwezig was. Met haar had hij in een periode van enkele maanden lange discussies. Vervolgens bleek dat Wittgenstein bereid was hem als student op te nemen, maar deze overleed voordat Feyerabend in Engeland aankwam. In plaats van hem werd de Oostenrijks-Britse filosoof Karl Popper zijn leermeester, schrijft hij. Omdat Feyerabend later Popper zal bestrijden is het goed hier het volgende op te merken. Hij zegt over hem dat er twee Popper’s zijn. De ene die hij bewondert, de relatief onbekende Popper uit 1948, iemand met humor. De andere, de latere ‘Sir Karl’ Popper wijst hij af.

Algemene burgervergaderingen

Het is in 1983 dat Paul Feyerabend voor een Frans radiostation wordt geïnterviewd. Het vraaggesprek gaat over zaken die Feyerabend bezighouden. De Franse wetenschapsjournaliste Guitta Pessis Pasternak legt tegen het eind van het gesprek Feyerabend de vraag voor: ‘Wiens opvatting over logica moet je geloven, die van Popper of die van Feyerabend?’ ‘Van geen van beiden’, antwoordt hij, waaraan hij toevoegt: ‘Een intelligent mens overweegt zelf de zaak. Maar als we toch iets over die vraag zelf zeggen dan het volgende’. ‘Het idee dat u aan Popper toeschrijft komt niet van hem, maar van Aristoteles en is in de nieuwe tijd door Comte nadrukkelijk herhaald. Het idee dat u mij toeschrijft komt niet van mij maar van Heraclitus en de antieke sceptici. Weet u, men moet niet proberen dwergen van de 20ste eeuw als Popper en ik ermee te vergroten’.

Dan pakt Feyerabend verder uit. ‘(..) ook de vereerders van de strengheid van logica hebben er slechts een geringe kennis van. Er is namelijk geen enkelvoudig ‘ding’ aan te wijzen. ‘De’ logica bestaat niet, er zijn verschillende logische systemen, die vaak op zeer grondige wijze onderling van elkaar zijn te onderscheiden.’ En dan verbindt hij daaraan een ‘politieke’ gevolgtrekking. ‘Ik heb nu toch over de zaak mijn mening gegeven. De logica is niet zo belangrijk. Waar ze echter belangrijk wordt, zoals in de medische wetenschap of bij de keuze voor dumpen van kernreactorafval, daar geldt de regel, dat men niemand kan geloven – de betrokken burgers moeten zelf over de zaak met elkaar overleggen, in algemene burgervergaderingen’ (Unter dem Pflaster liegt der Strand, Deel 13, 1984, p.92-93).

Het door Feyerabend voorgestelde politiek-maatschappelijke systeem, zoals dat van de algemene burgervergaderingen, komt niet uit de lucht vallen. In anarchistische kringen leven al langer dat soort voorstellen. Mensen die daarover publiceerden hadden ook in Pflasterstand al een plaats gekregen. Opmerkelijk is dat verschillende elementen daarvan weer actueel zijn geworden, zodat een zekere ‘golfbeweging’ is op te merken. Nu is het voldoende om te onderkennen dat het zoeken naar inzicht in wat er maatschappelijk speelt, de wetenschapstheorie van Paul Feyerabend eveneens weer actueel maakt. Om een andere reden geldt hetzelfde voor het anarchisme als sociale theorie.

In de tijd dat de jaarboeken Unter dem Pflaster liegt der Strand werden uitgegeven, gingen bepaalde anarchisten (denk aan Paul Goodman, Colin Ward, Murray Bookchin) zich met de actuele problemen uit hun tijd bezighouden. Zij gebruikten daarbij aangepaste of nieuw ontwikkelde inzichten die in het anarchisme doorklonken. Feyerabend neemt hierbij een aparte plaats in. Hij concentreerde zich op wetenschapstheorie, niet op ‘het’ anarchisme. De ontwikkeling van de wetenschap zag hij als een anarchistisch verloop. Aan die ‘anarchie’ ontsproten volgens hem nieuwe inzichten en ideeën. Die anarchie moest niets in de weggelegd worden, zeker niet door een positivistische opvatting. De Russische anarchist Peter Kropotkin beriep zich juist op die opvatting, reden voor Feyerabend het politieke anarchisme af te wijzen. Dat was erg kort door de bocht van hem. Ik zal aangeven waarom ik dat vind. Onderwijl liet hij wel een anarchistischekennistheorie ontstaan – die hij ook dadaïstische kennistheorie noemde. Ik heb er geen moeite mee die kennistheorie in het anarchisme nuttig te maken.

Steeds liep bij Feyerabend door zijn werk een politiek element. Als het om wetenschapsbeoefening gaat, gefinancierd door de belastingbetaler, dan moet volgens hem de burger een directe zeggenschap hebben in wat er dan beoefend en onderzocht zou moeten worden. Aanwijzingen voor wat hij daarbij in zijn hoofd had (zoals algemene burgervergaderingen), vertoonden regelmatig een gelijkenis met wat men bij Paul Goodman kon aantreffen (ideeën over lokale organisatie, decentralisatie, beslissen in assemblees van burgers).

In de volgende aflevering zal nader op het anarchisme van Feyerabend worden ingegaan. Ik doe dat in relatie tot zijn afwijzing van wat hij ‘politiek anarchisme’ noemt en gelet op de positie van de kennistheoretisch anarchisten, waartoe hij zichzelf rekent.

Thom Holterman

[Beeldmateriaal over het strand met dank ontvangen van de Rotterdamse dichter en illustrator Manuel Kneepkens.]

2 reacties leave one →
  1. nayakosadashi2020 permalink
    31/08/2020 22:10

    mooie tekeningen

  2. nayakosadashi2020 permalink
    02/09/2020 11:33

    Je plaatst wel heel vaak stukjes hé

    Dit is een zwaar stuk. Ik moet het even op mijn gemak lezen en het laten bezinken.

    Ik lees steeds acht dingen tegelijk. Dat is niet goed

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.